Met coronapas op reis in Europa? Dit verandert vandaag
Het groene 'coronavinkje' is ingeburgerd in Nederland en het buitenland. Niet alleen moet je het coronacertificaat bij het reizen tussen EU-landen laten zien, ook in de horeca wordt de pas volop gebruikt. Maar vandaag veranderen de Europese regels.
Dat heeft alles te maken met de omikronvariant en de boostercampagne. Eind vorig jaar kwamen de EU-lidstaten overeen om de geldigheid van het Europese coronacertificaat in te perken. Tenzij je een boosterprik haalt, verloopt je coronapaspoort na 270 dagen (negen maanden). Vanaf nu is dat dus een harde grens.
De regel heeft gevolgen voor iedereen die tussen de EU-landen wil reizen, of het nu voor werk of vakantie is. Heb je je tweede prik langer dan negen maanden geleden gekregen, dan kom je met de coronapas niet meer binnen. Dat betekent dat iemand die op 1 juli voor het laatst is geprikt tot 1 april nog de grens over kan. Daarna moet diegene ook geboosterd zijn. Overigens kan reizen met een negatief testbewijs nog wel.
De landen spraken die richtlijn af om het reizen binnen Europa tijdens de pandemie 'open te houden'. Reizen naar een andere EU-lidstaat blijft daardoor sowieso mogelijk. Maar de nieuwe situatie roept bij reizigers wel verwarring op.
Vrij reizen een groot goed
Terug naar de beginperiode van de coronacrisis: toen sloten veel EU-landen de grenzen uit angst voor het virus. Mensen die net aan de grens woonden, konden niet meer hun vrienden of familie aan de andere kant bezoeken. Ook was het voor sommigen onmogelijk naar hun werk te gaan.
Vrij reizen in de EU wordt gezien als een groot goed en daarom werd het Europese coronapaspoort in het leven geroepen. Door te laten zien dat je gevaccineerd, hersteld of negatief getest bent kon je bij andere landen de grens weer over.
Maar toen kwam omikron: een coronavariant waar aanvankelijk vrij weinig over bekend was, behalve dat hij veel besmettelijker was dan de eerdere varianten. Een aantal landen wilde de besluitvorming op Europees niveau niet afwachten en stelde op eigen houtje al extra eisen aan inkomende reizigers.
Zo moesten mensen die naar Italië of Oostenrijk gingen een test doen, ongeacht of ze volledig gevaccineerd of hersteld waren. In Portugal was een test ook verplicht voor gevaccineerden, maar bijvoorbeeld weer niet voor herstelden. De afspraken van december moeten een einde maken aan zulke extra regels.
Maar voor veel reizigers is het dus inmiddels verwarrend. Want hoewel voor het internationaal reizen een standaard is afgesproken, betekent dat niet dat de regels voor bijvoorbeeld horecabezoek overal hetzelfde zijn. Wie op de bestemming aankomt, moet zich houden aan de lokale covidregels. Dat klinkt logisch, maar heeft bijvoorbeeld gevolgen voor Nederlanders die met het Janssen-vaccin zijn geprikt, of die niet geboosterd zijn.
Wie het Janssen-vaccin heeft gehad, heeft in principe maar één basisvaccinatie gekregen. Als je daarna een boosterprik hebt gekregen met een mRNA-vaccin (Pfizer of Moderna), dan geld je in Nederland als volledig gevaccineerd. Maar dat is niet overal zo.
Duitsland
Zo vereist Duitsland sinds 14 januari drie vaccinaties voor een geldige vaccinatiepas, in navolging van Oostenrijk. Volgens de Duitse regels moet je dus twee extra mRNA-prikken hebben gehad na Janssen om als geboosterd te worden beschouwd en dus naar een restaurant of zelfs winkel te mogen. Die regel leiden tot veel vragen bij Nederlanders die naar Duitsland willen, ziet het Duitsland Instituut Amsterdam.
Minister Kuipers (Volksgezondheid) gaat de Gezondheidsraad nu vragen of mensen die met het Janssen-vaccin zijn ingeënt, alsnog een extra prik kunnen krijgen. Daarmee zouden zij wel aan de Duitse vaccinatie-eisen voldoen.
Frankrijk en Italië
Ook binnen Frankrijk zijn de regels strenger dan de regels die gelden voor het inreizen. In het land is afgelopen week de pass vaccinal officieel ingevoerd. Wie daar op stap wil, moet aantonen dat hij of zij volledig is gevaccineerd. Dat houdt in principe in: twee vaccinaties + een booster of, in geval van een eerdere coronabesmetting, twee vaccinaties.
Dan is er nog Italië, dat vandaag ook nog de geldigheid van de coronapas in het binnenland inperkt. Voor gebruik binnen dat land wordt de geldigheid van de vaccinatiebewijzen verkort van negen naar zes maanden.
Voor veel Nederlandse toeristen voelen die maatregelen tegenstrijdig; velen gingen er immers van uit dat de EU de regels zoveel mogelijk gelijk wilde trekken. Maar de binnenlandse regels zijn bedoeld als maatregelen voor de eigen bevolking, en daar gaan landen toch echt liever zelf over.