Waarom wil China invloed uitoefenen op Nederlandse academici?
Laura Steenbeeke en Robert Chesal
redacteur Buitenland
Laura Steenbeeke en Robert Chesal
redacteur Buitenland
Regelmatig is er nieuws over de invloed van China in het Nederlandse hoger onderwijs. Gisteren weer, met de onthulling van de NOS dat een onderzoekscentrum aan de Vrije Universiteit (VU) honderdduizenden euro's uit China krijgt, en daarmee een mensenrechtenvisie verspreidt die de machthebbers in Peking goed uitkomt. Naar aanleiding van deze berichtgeving heeft de VU de subsidie stopgezet. Het geld zal worden teruggestort, zegt de universiteit.
Maar welk belang heeft China om invloed uit te oefenen in het buitenland, en waarom specifiek onder buitenlandse academici? Het antwoord op die vraag hangt samen met de manier waarop de Chinese Communistische Partij, de CCP, zijn macht probeert te verstevigen.
De laatste jaren wordt de ambitie van Chinese president Xi Jinping steeds duidelijker. China moet een volledig ontwikkelde natie worden: economisch sterk, duurzaam, en harmonieus. En naar buiten toe, vooral machtig. China moet wat Xi betreft een wereldspeler zijn waar de VS, Europa en Rusland niet omheen kunnen.
Daarvoor is interne rust nodig, wat een uitdaging is gezien de enorme etnische en religieuze lappendeken die China is. Waar het centrale gezag wordt bedreigd, reageert de overheid met harde hand. Zo worden Oeigoeren in de onrustige regio Xinjiang in het uiterste noordwesten van het land massaal vastgezet in werkkampen om een dreigende opstand te voorkomen. Ook verstevigt Peking de laatste paar jaar zijn greep op het op papier autonome Hongkong. Alles om alle neuzen dezelfde kant op te zetten.
Tegenover zulke methodes in het binnenland, leunt China meer op "soft power" in het buitenland. Chinese verhalen 'goed' vertellen, in Xi-jargon. Meermaals benadrukte Xi Jinping daarbij de rol van propaganda als sleutel tot succes in het enorme project om de wereldwijde publieke opinie in het voordeel van China te keren. Want het land zit met een imagoprobleem op het gebied van de mensenrechten.
'Zuidelijke' mensenrechten
Enerzijds hamert China erop dat het soeverein is, dat geen andere staat of internationale organisatie zich mag bemoeien met binnenlandse aangelegenheden zoals de situatie in Xinjiang of Honkong. Maar tegelijkertijd is het lid van de Verenigde Naties en gebonden aan internationale mensenrechtenverdragen, waardoor China toch blootstaat aan kritiek uit het buitenland.
Al jaren stelt Peking dat het Westen China op het gebied van de mensenrechten veroordeelt omdat het de Chinese cultuur niet snapt. China propageert daarom, als alternatief voor de klassieke, op westerse leest geschoeide denkbeelden over mensenrechten, een 'zuidelijke' mensenrechtenvisie.
Daarin zijn niet de rechten van het individu leidend, zoals in het Westen, maar de rechten van de maatschappij als geheel. Volgens China hoort het belang van economische ontwikkeling bijvoorbeeld ook tot de mensenrechten. Die kan prevaleren boven individuele rechten, vindt Peking.
Dat is onder meer te zien in Xinjiang. Na een serie aanslagen werden ruim een miljoen Oeigoeren en andere moslimminderheden in interneringskampen geplaatst. De laatste jaren krijgt die Chinese visie steun van veel landen in Afrika, Zuid-Azië, het Midden-Oosten en Zuid-Amerika in de mensenrechtenraad van de Verenigde Naties. Een organisatie die bij de VN die visie actief ondersteunt is het Cross-Cultural Human Rights Centre van de VU, waarvan de universiteit de subsidie dus heeft stopgezet naar aanleiding van de berichtgeving van gisteren.
Zo wordt het idee gewekt dat een significant deel van de westerse kenners ook achter de Chinese regering staat. Daarmee wordt interne kritiek verstomd.
Dat laatste is opmerkelijk, vindt sinoloog Casper Wits van de Universiteit Leiden. Hij verwijst naar een aantal uitspraken van directeur Zwart van het onderzoekscentrum op zijn vele reizen naar China, zoals in 2019, toen hij zich uitsprak voor het "bouwen aan een menselijke samenleving met een gezamenlijke toekomst, zoals vormgegeven door president Xi."
Toeval of niet, zulke toespraken passen naadloos in China's soft power-strategie, zegt Wits. Peking wil namelijk niet alleen dat Chinezen de 'zuidelijke' visie verkondigen, maar vooral ook buitenlanders. Dat experts als Zwart op de Chinese televisie die lijn onderschrijven werkt "stukken beter, want zo wordt het idee gewekt dat een significant deel van de westerse kenners ook achter de Chinese regering staat. Daarmee wordt interne kritiek verstomd," aldus Wits.
Verenigd Front
Spil in de soft power-strategie van China is het zogenoemde Verenigd Front. Deze in Nederland weinig bekende afdeling van de communistische partij heeft een enorm budget. In 2019: 2,3 miljard euro, meer dan het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken. De organisatie zorgt in binnen- en buitenland voor het beïnvloeden van de wereldwijde publieke opinie ten gunste van China.
Een van de tactieken is het belonen van invloedrijke, pro-China gezinde mensen in het buitenland voor het verspreiden van de CCP welgevallige denkbeelden. Daarbij hoort het bewieroken van Chinavriendelijke opinieleiders en ze uitnodigen om op kosten van de Chinezen luxueuze trips naar China te maken. De organisatie probeert in het bijzonder politici, topmensen uit het bedrijfsleven, hoogleraren en andere experts te beïnvloeden.
Of het Cross-Cultural Human Rights Centre van de VU banden heeft met het Verenigd Front is niet duidelijk. Wat wel is gebleken, is dat het centrum nauwe banden heeft met verschillende organisaties en instanties van de Chinese communistische partij, schrijft advocaat en mensenrechtendeskundige Andréa Worden. Zij documenteert de zichtbare rol die het onderzoekscentrum in Amsterdam speelt om internationaal begrip en instemming te kweken voor de zuidelijke mensenrechtenvisie van China.