Jelen (links) en Janko Franjic.
NOS Sport

Wat je voelt tijdens een bobafdaling? 'Is een achtbaan, maar 180 keer erger'

Het is de meest gestelde vraag aan bobsleeërs en skeletonners. Hoe is het nou als je voor het eerst de baan afgaat? Jelen en Janko Franjic begrijpen het wel. De broers zitten als bemanning in de viermansbob bij piloot Ivo de Bruin. Ze kunnen zich die eerste keer nog perfect voor de geest halen. In de nieuwste NOS Olympische podcast halen ze herinneringen op.

Jelen (21): "Dat was 's avonds in Winterberg, iets meer dan twee jaar geleden. Je ziet dan van bovenaf waar je naartoe moet. Naar het licht beneden dus, met daartussen een boel bochten."

Hij vervolgt: "Zodra je inspringt, zit je klem tussen de slee en je voorganger. Je trekt jezelf naar binnen, je helm zit tegen de rug van degene voor je en je ziet niets. Je denkt alleen maar aan overleven. De adrenaline giert door je lijf, het is een enorm lawaai en de slee trilt alle kanten op. De G-krachten drukken je plat."

'Remmen! Remmen!'

"Na een aantal bochten verloor ik mijn oriëntatie. Ik had geen idee waar ik was en wat ik aan het doen was. Ik zat op de laatste plek en moest dus remmen. Dat was ik vergeten. Dus ze riepen: 'Remmen! Remmen!'. Maar met ons erin weegt zo'n slee 600 kilogram. Dus wanneer je remt, moet je hard trekken. Ik trok een beetje aan de hendel, dus er gebeurde helemaal niets. We schoten echt nog wel 40 meter door, haha."

Zijn broer Janko (27) had een vergelijkbare ervaring: "Ik had 40 graden koorts en daar vooraf niets over gezegd. Ik dacht: die jongens hebben me meegenomen, als ik zeg dat ik ziek ben, komt dat een beetje slap over. Maar wat er in die slee gebeurde, dat was niet best. Ik viel drie, vier keer weg. Ik wist echt niet meer waar ik was."

"Het is aan iemand die nog nooit aan bobsleeën heeft gedaan lastig uit te leggen wat een afdaling inhoudt. Iedereen met ervaring zal zeggen: er komt veel op je af. Het is heftig. Maar het is altijd heftiger dan de verwachtingen. Je verwacht een achtbaan, maar het is 180 keer erger dan je had verwacht."

En dat terwijl beide mannen toch wel wat gewend zijn: bobsleeën is hen met de paplepel ingegoten; het is een familiezaak.

Henry Schut in gesprek met v.l.n.r. Jelen, Janko en Mario Franjic

In 1984 maakte vader Mario Franjic zijn debuut op de Winterspelen van Sarajevo namens Joegoslavië. Toen in 1992 de oorlog uitbrak, vertrokken ze uit het verscheurde land. Ze keerden nooit meer terug naar hun geboortegrond, maar bouwden een leven op in Breda.

Gearresteerd

De bobslee redde zijn leven, vertelt vader Mario tijdens het gesprek: "Ik was gearresteerd. We zaten in een bus met gevangenen. Een mechanicus, die ik kende uit het bobsleeën, reed mee met het konvooi. Die man wist dat ik geen kwade gedachten had. Hij praatte met de militairen en vervolgens werden ik en zes Serviërs vrijgelaten. De overige mensen uit die bus zijn allemaal verdwenen."

In 1998 probeerde Franjic senior zich met de Nederlandse bob te plaatsen voor de Spelen van Nagano, wat mislukte. Onder de vlag van Bosnië en Herzegovina wist hij wel een plekje te veroveren. Janko zag het optreden van zijn vader als kleuter op televisie en trad vijf jaar geleden in diens voetsporen als bobsleeër. In 2019 volgde broer Jelen.

De viermansbob in actie.

Samen willen de broers naar de Spelen van Peking. Of dat gaat lukken, is nog maar de vraag: piloot De Bruin moet zich met de viermansbob sowieso nog kwalificeren. Daarvoor moeten ze een keer bij de beste acht van een wereldbekerwedstrijd eindigen.

Bovendien is Janko op dit moment geblesseerd aan zijn hamstring. "Het zou bij mij voor gemengde gevoelens zorgen om daar alleen te staan", zegt Jelen. Het is namelijk alles waar we samen voor hebben getraind." Maar ze moeten ook realistisch zijn, vult Janko aan. "Het is wel het meest denkbare scenario op dit moment."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl