Herinneringen aan het OKT: 'Je twee keer niet plaatsen, dat moet een trauma zijn'
Vanaf Tweede Kerstdag is het vijf dagen lang erop of eronder in Thialf. Welke schaatsers plaatsen zich voor de Olympische Spelen? Wie mag er naar Peking? Maar ook: voor wie spat de droom van olympisch succes nu al uiteen?
Een toernooi onder hoogspanning, elke vier jaar weer. Commentatoren en analisten van de NOS halen hun herinneringen op aan het olympisch kwalificatietoernooi (OKT). Welke memorabele momenten zijn ze bijgebleven? Gisteren deel één, vandaag deel twee.
Annouk van der Weijden, analist (OKT 2013, 3.000 meter vrouwen)
"De charme van het OKT is dat het om één moment gaat. Je kunt nog zo goed getraind zijn of alles tot in de puntjes geregeld hebben, alles moet op dat ene spannende en intense moment allemaal precies volgens plan verlopen."
"Wat dat betreft staat de 3.000 meter bij de vrouwen van het OKT in 2013 mij nog helder op het netvlies. Specifieker: de rit destijds tussen Yvonne Nauta en Linda de Vries, waarin De Vries voorrang nam waar ze dat daar op dat moment niet had."
"Deze wissel staat voor mij symbool voor het feit dat toeval soms ook een rol speelt op het OKT. Nauta had echt hinder van die kruising, maar omdat het ergens halverwege de rit gebeurde, betekende dit dat ze ook wist dat het geen enkele zin had om protest in te dienen om over te mogen rijden. Daarvoor was de geleverde inspanning in de reguliere race te groot geweest."
"Tijdens die drie kilometer reed ik uiteindelijk drie honderdsten sneller dan Nauta. Het is natuurlijk niet met zekerheid te zeggen, maar het is niet ondenkbaar dat ik er uitgerekend door die wissel in slaagde me te plaatsten voor Sotsji."
"Ik denk nog weleens aan dat moment. Het zal je maar gebeuren. Vier jaar lang train je keihard om je te kunnen plaatsen voor de Spelen. En dan overkomt je zoiets."
Tijdens het olympisch kwalificatietoernooi in Thialf wordt duidelijk welke schaatsers in februari mogen gaan strijden om olympisch goud. Maar hoe werkt het toernooi eigenlijk? En wat is de matrix? Dat leggen we uit.
Rintje Ritsma, analist (OKT 2013, 5.000 meter mannen)
"Voor veel mensen was het sportieve hoogtepunt van dat OKT de 500 meter van Michel Mulder. Toch staat van datzelfde toernooi een andere rit me nog scherper voor de geest. Namelijk die van Sven Kramer tegen Jan Blokhuijsen op de 5.000 meter."
"Het was in de tijden van het 'oude' Thialf, vóór de vernieuwbouw. Zowel Kramer als Blokhuijsen leek in de vorm van zijn leven. De tijden spreken wat dat betreft boekdelen. Sven won de rit in 6.10,97, Jan stelde daar 6.14,67 tegenover."
"Met die tijd kwam Kramer dicht in de buurt van zijn snelste tijd ooit op zeeniveau gereden: de 6.09,76 van november 2006 in Berlijn. Maar het was vooral het technische rijden van de toen 27-jarige Kramer die een bijna onuitwisbare indruk op me heeft gemaakt."
"Het is een groot verschil met de wijze waarop hij nu, als gevolg van zijn rugblessure, over het ijs gaat. Het klimmen der jaren en Kramers fysieke gesteldheid doen zich wat dat betreft gelden."
"Ook anno 2021 is de tijd die Kramer acht jaar geleden op de klokken zette niet misselijk. Ik ben benieuwd waar de huidige generatie op het snellere ijs van het nieuwe Thialf toe in staat is."
Martin Hersman, commentator
"De NK afstanden van 1993 staan aan de basis van een schier eindeloze reeks skate-offs en, uiteindelijk, het OKT. Ids Postma en ik zijn daar betrokken bij geweest, omdat we tijdens die NK als schaatsers van Jong Oranje de kernploeg in de wielen reden. Ik eindigde op de 1.500 meter als tweede en Ids werd derde, waarmee we formeel een olympische nominatie in de wacht sleepten."
"Hoewel die NK in januari 1994 werden verreden, een maand voor het begin van de Olympische Spelen in Lillehammer, werd besloten dat Ids en ik naar Davos moesten afreizen waar de kernploeg op trainingskamp was. Samen met Leen Pfrommer togen we naar Zwitserland om daar de handschoen op te nemen."
"We moesten ons om negen uur 's ochtends op de baan melden, maar omdat het dooide en het natuurijs niet aan de norm voldeed, werd de wedstrijd zes uur uitgesteld. Er was alleen één probleem: we waren uitgecheckt uit ons appartement en konden geen kant op. Ids en ik mochten toen gebruik maken van de hotelkamer van Ard Schenk, waar we liggend in zijn bed de tijd hebben gedood."
"Om een lang verhaal kort te maken: ik kreeg een olympisch ticket en Ids mocht naar de WK allround."
Erik van Dijk, commentator
"Het OKT is een smalle poort waar een heleboel mensen doorheen proberen te komen. Wat mij vaak raakt zijn de verhalen van de sporters die het net niet halen. Letitia de Jong, die er tijdens het OKT van 2017 op de 1.000 meter op één tiende van een seconde wordt afgereden door Ireen Wüst, nota bene haar partner. Dat soort verhalen."
"In dat licht staat vooral het verhaal van Thijsje Oenema op het OKT van 2013 me nog helder voor de geest. Ze was op de derde dag als nummer drie geëindigd op de 500 meter en moest nog twee dagen wachten of die prestatie goed zou zijn voor een retourtje Sotsji."
"Oenema kwam iedere dag naar Thialf en ik was daar aanwezig om iedere dag een ludiek filmpje te maken om zo de sfeer in en om de ijsbaan van Thialf weer te geven. Omdat Oenema twee dagen lang afhankelijk was van de prestaties van anderen, hebben we destijds een van de kleedkamers van Thialf omgebouwd tot wachtkamer van een huisarts. Op onze vraag of ze wilde meewerken door daar voor de televisiecamera vijf minuten te gaan zitten wachten, zei ze heel sportief 'ja'."
"Dat ene moment was voor mij zó typerend voor het fenomeen OKT. De successen tijdens dat toernooi ben je na vijf dagen alweer gauw vergeten, de winnaars zie je vervolgens terug op de Olympische Spelen. Zij die het niet halen, blijven me veel beter bij. Zoals Thijsje Oenema. Die haalde Sotsji uiteindelijk niet."
Herbert Dijkstra, commentator
"Het OKT is een kraamkamer van echte kampioenen, neem bijvoorbeeld Kjeld Nuis. In 2009 slaagde hij er niet in zich te kwalificeren voor de Spelen van Vancouver, omdat mensen als Jan Bos en Mark Tuitert een beschermde status hadden. Vier jaar later stond-ie ziek aan de start. Twee keer op rij er niet in slagen je te kwalificeren, dat moet een soort trauma zijn."
"Toch waagde hij in 2017 nog een poging om zich te plaatsen voor Pyeongchang 2018. De rest is geschiedenis. Dat hij in Zuid-Korea goud won op zowel de 1.000 als de 1.500 meter is niet alleen een mooi verhaal, het zegt ook iets over de kampioen die in hem schuilt."
"In 1988 overkwam Bart Veldkamp hetzelfde. Op de NK afstanden in januari van dat jaar werd op de tien kilometer door drie man gestreden voor één olympisch ticket voor Calgary. Het ging tussen Veldkamp, Robert Vunderink en mij."
"Ik mocht het spits afbijten en een tijd neerzetten. Mijn mazzel was dat Vunderink en Veldkamp tegen elkaar hadden geloot en dus in een rechtstreeks duel niet alleen elkaar moesten verslaan, maar ook onder mijn tijd dienden te duiken."
Verrassing bij terugkeer in de hal
"Die twee gingen zo hard van start dat ze na een rondje of tien al zeven seconden onder mijn tijd lagen. Ik ging buiten in het bos een stukje lopen, in de wetenschap dat de Spelen er voor mij niet in zaten."
"Toen ik weer terugkwam bij de ijsbaan, werd ik door een wildvreemde gefeliciteerd. Ik wist van niets, maar Vunderink en Veldkamp hadden elkaar in het tweede deel van de race helemaal op een hoop gereden."
"Dat Bart vier jaar later in Albertville olympisch kampioen werd, laat zien dat hij daar de lessen van 1988 op wel heel bijzondere wijze in de praktijk heeft gebracht."