Weghalen standbeelden 'is symbolisch voor wat er nu in Hongkong gebeurt'
Zeker drie monumenten ter nagedachtenis aan de studentenopstand van 4 juni 1989 in Peking zijn de afgelopen dagen in Hongkong verwijderd. De autoriteiten willen niet meer dat het bloedbad waarbij honderden en mogelijk enkele duizenden vreedzame betogers omkwamen, herinnerd wordt.
Gisteren werd het beeld met de titel Pillar of Shame van de Deense kunstenaar Jens Galschiøt verwijderd, vandaag hebben nog twee universiteiten kunstwerken weggehaald die herinnerden aan de opstand op het Plein van de Hemelse Vrede.
Een van de beelden die vandaag werd weggehaald bij de Chinese Universiteit van Hongkong is een kleinere kopie van het beeld dat Chinese studenten in 1989 in Peking oprichtten als symbool van hun strijd voor vrijheid en democratie. Het heet Godin van de democratie, een beeld van 6,4 meter hoog.
"Toen ik vanochtend wakker werd en hoorde dat het beeld weg is, was ik boos en verdrietig", zegt Lokman Tsui, tot voor kort als docent verbonden aan de Chinese Universiteit van Hongkong. Hij kende het beeld goed. "Het was een vaste plek waar we elkaar ontmoeten, het stond bij het station waar je elke dag langs liep. Maar het was geen verassing voor mijn collega's en studenten, omdat ook al de Pillar of Shame werd verwijderd."
Hier is dat standbeeld ingepakt:
Het feit dat het beeld er stond, was geen vanzelfsprekendheid, weet Lokman Tsui. "In 2010 is het ons gelukt om het beeld daar te krijgen, dat was al een overwinning. Het management van de universiteit was er toen al niet blij mee. We kregen destijds veel publieke steun om het beeld daar te krijgen, ook van studenten. Uiteindelijk gingen ze overstag en heeft het beeld er tot nu gestaan", zegt hij in Nieuws en Co op NPO Radio 1.
Toch kan niemand zich verzetten tegen het weghalen van de standbeelden, zegt de oud-docent en onderzoeker. Sinds de invoering van de nationale veiligheidswet is het moeilijker om te demonstreren en ook corona maakt protesteren lastig, zegt hij.
"Corona wordt nog steeds gebruikt om protesten te verbieden. Toch is er elk jaar op 4 juni in Hongkong een herdenking, ook al kun je gearresteerd worden. En dat is niet hypothetisch, want Jimmy Lai, oprichter van de krant Apple Daily bijvoorbeeld, werd ook opgepakt."
De standbeelden moeten nu weg, omdat het regime niet herinnerd wil worden aan het bloedig onderdrukken van die opstand. "Je hoort ze nog steeds zeggen dat er geen doden zijn gevallen of dat de hele opstand niet gebeurd is. Het is een autoritair regime, dus niet democratisch. Ze dulden geen kritiek. Dat is de overheid waar we mee te maken hebben. Ze liegen dat ze barsten."
De academicus is niet meer verbonden aan de Chinese universiteit waar het standbeeld werd weggehaald. Hij kon na zes jaar een vaste aanstelling aanvragen en wilde dat ook, maar kreeg hem niet. "Dat is waarschijnlijk vanwege politieke redenen, maar dat weet ik niet zeker. Je ziet dit nu vaker gebeuren. De academische vrijheid, maar ook in andere lagen van de samenleving staat dit onder druk. Wat er nu aan de universiteit gebeurt, is symbolisch voor heel Hongkong."
De oud-docent is nu in Nederland en wil terug naar Hongkong. "Maar dat wordt steeds moeilijker. Het is ook heel moeilijk om daar nu een baan te hebben. Dus om verschillende redenen is het moeilijk om terug te gaan."