Van Dissel: nog geen signalen dat omikron minder ziekmakend is
Het wordt steeds duidelijker hoe snel de omikronvariant zich binnen Nederland verspreidt. Inmiddels is naar schatting 10 tot 15 procent van de alle coronabesmettingen met deze variant, zei RIVM-baas Jaap van Dissel in de technische briefing van de Tweede Kamer. Hij ziet nog geen signalen dat omikronbesmettingen minder snel leiden tot opnames in het ziekenhuis of op de intensive care.
Volgens Van Dissel is er in ons land elke 2,5 dag een verdubbeling van het aantal meldingen van omikron. Daardoor gaat hij ervan uit dat de variant binnen enkele weken dominant is. In Amsterdam lijkt de verspreiding het snelst te gaan. Daar was omikron afgelopen weekend al verantwoordelijk voor een derde van alle besmettingen.
Druk op ziekenhuizen
De RIVM-baas verwacht dat de opkomst van omikron leidt tot een snelle stijging van de druk op de ziekenhuizen. "Ook bij een snelle lockdown kunnen we meer dan 100 tot 150 IC-opnames per dag verwachten, mits omikron tot evenveel ziekenhuisopnames leidt als de deltavariant."
Bij deze berekeningen is uitgegaan van een lockdown vanaf Kerst. Maar omdat het kabinet de lockdown al eergisteren liet ingaan, verwacht Van Dissel dat de cijfers wel wat minder hoog zullen uitvallen.
Verder kan het snel toenemen van boosterprikken de piek verlagen. Maar ook dan blijft de druk op de zorg hoog, zei Van Dissel. "Zelfs al je die 125 IC-opnames per dag weet te halveren, dan is dat nog altijd een grotere golf dan met de deltavariant."
Kans op ziekenhuisopname
Grote onzekerheid blijft hoe ziek je wordt van een besmetting met omikron. In zijn presentatie deelde Van Dissel cijfers van ziekenhuisopnames in Engeland en Denemarken, twee landen waar de variant zich al verder heeft verspreid dan in Nederland.
Na een omikronbesmetting belanden Britten en Denen weliswaar iets minder vaak in het ziekenhuis dan met delta, maar volgens Van Dissel geeft dat een vertekend beeld doordat vooral twintigers en dertigers met deze variant worden besmet. "Deze groepen verwacht je dus niet snel in het ziekenhuis."
De opnamecijfers na een omikronbesmetting in Engeland en Denemarken zijn daardoor zeker geen bewijs dat de variant minder ziekmakend is, zegt Van Dissel. Volgens hem blijft dit een onzekere factor en moet dat de komende weken duidelijk worden.
De technische briefing in de Tweede Kamer ging ook over de boostercampagne. Mariska van Blankers, programmadirecteur coronavaccinaties van het RIVM, zei dat alle 18-plussers uiterlijk 7 januari een uitnodiging hebben gekregen voor een boosterprik. Deze zouden dan in de tweede helft van januari worden gegeven.
Voor de 60-plussers blijft de ambitie om die zoveel mogelijk nog voor de jaarwisseling een booster te geven, zei Van Blankers.
Genoeg prikkers
Voor het plaatsen van deze vaccins hebben de GGD's inmiddels voldoende prikkers gevonden, zei Jaap Eikelboom, die het coronavaccinatieprogramma leidt bij koepelorganisatie GGD GHOR. Wel wordt er nog gezocht naar administratieve krachten. Volgens Eikelboom zijn nieuwe medewerkers na twee tot vijf dagen inzetbaar, inclusief opleiding.
Voorzitter Kuipers van het Landelijk Netwerk Acute Zorg houdt, net als Van Dissel, rekening met een snelle stijging van het aantal ziekenhuis- en IC-opnames door omikron. Ook pleitte hij voor een structurele uitbreiding van de IC-capaciteit.
Op een vraag van PVV-Kamerlid Agema of de IC-capaciteit niet veel groter moet worden, zegt hij dat dat voor de toekomst zeker nodig is. "Net als we ieder jaar IC-opnames door influenza zien, zal dat ook ieder jaar met covid het geval zijn. Daarvoor heb je extra capaciteit nodig, want in de winter was het altijd al krap."