Kinderen overleden ouders niet meer meteen uit huurhuis geplaatst
Meerderjarige kinderen van wie de ouders zijn overleden hoeven niet meer na twee maanden de ouderlijke huurwoning te verlaten. Woningcorporaties krijgen de mogelijkheid om hun een tijdelijk huurcontract van maximaal twee jaar aan te bieden.
Op termijn komt er een wet die mogelijk maakt dat de kinderen in het ouderlijk huis kunnen blijven zonder toestemming van de verhuurder. Dit moet gaan gelden voor de sociale en private huursector.
Ook is er een gedragscode voor verhuurders opgesteld waarin staat hoe ze jongvolwassen wezen moeten helpen met de huisvesting en maatschappelijke ondersteuning. Omdat het tijd kost voordat de wettelijke regeling is ingevoerd, hebben particuliere en sociale verhuurders aan demissionair minister Ollongren van Binnenlandse Zaken beloofd maatwerk te bieden, zegt een woordvoerder van het ministerie. Zo wordt voorkomen dat de kinderen zonder woning komen te zitten.
Ruimte voor rouwverwerking
Op die manier krijgen ze langer de tijd voor rouwverwerking, stelt Ollongren in een brief aan de Tweede Kamer. Volwassen kinderen van overleden ouders kunnen nu nog niet zomaar het huurcontract overnemen. In de meeste gevallen moeten zij binnen twee maanden het huis uit. Het gaat jaarlijks om tientallen kinderen.
"Jongvolwassenen die hun ouders verliezen moeten zich kunnen richten op het verwerken van het verlies. Dankzij deze afspraken kunnen zij langere tijd in de ouderlijke woning blijven wonen en hoeven zij zich geen zorgen te maken over hun woonsituatie", schrijft Ollongren. Zij denkt dat dat meer rust geeft.
Eerder dit jaar leidde het verhaal van twee zussen in Enschede tot veel ophef. Hun moeder overleed in december vorig jaar en de twee (destijds 18 en 19) moesten hun huis uit. Na een gesprek met de woningcorporatie mochten de twee uiteindelijk in het ouderlijk huis blijven wonen.
NOS op 3 zocht vorig jaar hoe het uit huis zetten van jongvolwassen wezen in zijn werk gaat: