Schop onder de kont doet wonderen voor Sjinkie Knegt
Welgeteld 1.092 dagen lang stond shorttracker Sjinkie Knegt droog. Op de dag af 156 weken geleden, op zaterdag 8 december 2018, veroverde hij tijdens de wereldbeker in Almaty voor de laatste keer een medaille, op de 1.000 meter.
Nuchter als hij is was de 32-jarige Knegt zaterdag in Dordrecht, na het veroveren van het zilver op diezelfde afstand, de eerste om die statistieken in het juiste perspectief te plaatsen. Lachend: "Ik heb sinds die tijd maar vier wereldbekers gereden. Dan heb je dus ook weinig kans om te winnen."
Het ging in de Dordtse Sportboulevard natuurlijk over dat ongeluk van december 2018, toen hij bekneld raakte tussen een deur en een rijdende vorkheftruck en een spierblessure opliep. En over dat andere incident van een maand later, waarbij hij tijdens een ongeluk bij het aansteken van een houtkachel derdegraads brandwonden aan zijn benen opliep.
Maar bovenal ging het zaterdag over de 'schop onder zijn kont' die hij aan het begin van de week kreeg van bondscoach Jeroen Otter. De oefenmeester achtte Knegts resultaten tijdens de eerste drie World Cups van het olympisch seizoen dusdanig ondermaats dat hij de Fries passeerde voor het toernooi. En dat deed de Schicht uit Bantega pijn. "Want niemand vindt het fijn om aan de kant geschoven te worden."
Experimenteren
Knegt wilde uitgerekend de wedstrijd in Dordrecht gebruiken om te experimenteren in de voorbereiding. Tijdens zijn terugkeer in het shorttrack ontdekte hij dat krachttrainingen een averechts effect sorteerden. Hoe gespierder hij werd, hoe verder de souplesse te zoeken was.
Hij kwam tot dat inzicht tijdens de eerste twee wereldbekers van het seizoen, in Peking en Nagoya. Zowel in China als Japan bleken de deuren van de krachtruimtes hermetisch in het slot, als gevolg van de strenge Covid-maatregelen. In Azië kwam het vier weken lang vooral aan op improviseren.
Bij terugkeer in Europa wachtte hem een aangename verrassing, toen hij voor de eerste keer weer op het ijs stapte. "Ik had echt in tijden niet zo lekker geschaatst." Het programma van Otter voorzag evenwel in een terugkeer onder de halters. "Na die krachttraining was het schaatsen weer helemaal ruk", zei Knegt plastisch.
Dat 'dingetje', zoals de Fries het noemde, werd meegenomen in de beslissing om de aanloop naar de wedstrijd in Dordrecht anders aan te vliegen. Otter stond zijn pupil toe om, bij wijze van experiment, dagelijks anderhalf uur op de racefiets te zitten waar zijn ploeggenoten zich aan een krachttrainingen onderwierpen.
Het geluk lachte Knegt toe. Niet alleen voelde hij weer iets van de souplesse die in zijn beste jaren de pijler was onder zijn successen, ook werd hij op het laatste moment ingeschreven voor de wereldbeker. Als vervanger van de onfortuinlijke Sven Roes, die tijdens de laatste training ten val kwam en een enkelblessure opliep.
Puzzelstukjes vallen in elkaar
Op de 1.500 meter voelde hij hoe de puzzelstukjes eindelijk weer een beetje in elkaar lijken te vallen. De halve finale was er eentje die onwillekeurig deed denken aan zijn gloriejaren. "Eén grote gok", noemde hij die race na afloop. Geduld bewaren, luidde het devies. "Ik probeerde mijn benen zo lang mogelijk stil te houden en op het laatst pas toe te slaan. Zoiets kan goed uitpakken of faliekant mislukken."
Het eerste was het geval, waarna Knegt in de eindstrijd de Koreaan Jang Hyuk Park in de laatste meters van zich afhield en uiteindelijk alleen de Chinees Ziwei Ren voor zich hoefde te dulden. Dat de Fries bij het passeren van de eindstreep zijn vuist balde, zei alles over de waarde van de tweede plek.
Ja, het was een mooie opsteker, zei Knegt. En nee, zo was hij de eerste om toe te geven, hij is nog lang niet terug.
"Vroeger kon ik vijf acties maken op de 1.500 meter, nu maar één. Dat heeft niet met kracht te maken, want dat is er wel. Ik mis gewoon nog steeds de souplesse. De ene dag is het er wel, de andere niet. Terwijl dat er eigenlijk iedere dag van de week moet zijn."
Uitdagende opdracht
In de 68 dagen die hem zaterdag scheidden tot het ontsteken van het olympisch vuur in Peking valt genoeg werk te verrichten. Knegt heeft naar eigen zeggen een bijzondere én uitdagende opdracht.
"Het volstaat niet om de oude Sjinkie te worden. Die was niet goed genoeg om op de Spelen een medaille te winnen. De nieuwe Sjinkie zal een stuk beter moeten worden."
Maar deze medaille, zo klonk het, neemt niemand hem meer af. "Dit geeft vertrouwen voor de volgende wedstrijd. En die is, zoals het er nu voor staat, in Peking."