Beetje bij beetje wordt Sjinkie Knecht weer Sjinkie Knegt
In shorttrack gaat het om goud of geel, zo luidt een van de vele oneliners uit het rijke oeuvre van bondscoach Jeroen Otter. Om de kleur van de medaille of de kleur van de kaart die je in het heetst van de strijd van een scheidsrechter krijgt, zogezegd.
Beter dan hem lief is weet Sjinkie Knegt wat zijn trainer daarmee bedoelt. De eerste drie wereldbekers van de olympische jaargang 2021-2022 waren voor de 32-jarige Fries geen onverdeeld genoegen. Strijden deed hij in Peking, Nagoya en Debrecen vooral tegen zichzelf. En daarmee ook tegen de arbitrage.
In het vizier
Nee, zegt hij desgevraagd, hij kan er geen vinger opleggen waarom hij het dit seizoen zo vaak aan de stok heeft met de arbitrage. Ja, vrijdag, tijdens de vierde wereldbeker in Dordrecht ging hij in de heats van de 1.000 meter terecht op de bon. Maar voor zijn diskwalificaties op de 1.500 meters van Peking en Debrecen heeft hij geen goed woord over. "Het lijkt wel of de scheidsrechters mij in het vizier hebben."
Misschien, zo zegt hij, is er een verband tussen het kachelongeluk op 10 januari 2019 waarbij hij derdegraadsbrandwonden aan zijn benen opliep en zijn rentree na welgeteld 402 dagen revalidatie. Tijdens zijn afwezigheid bleken de panelen in de top van het (inter)nationale shorttrack danig verschoven.
Alfarots
Jarenlang was Knegt boven iedere discussie verheven. Het fysieke malheur dat hem al bijna drie jaar achtervolgt is er evenwel debet aan dat hij zijn vertrouwde plekje boven op de alfarots heeft moeten afstaan.
De onbetwiste kopman schikt zich in zijn rol van schaatser die alle zeilen moet bijzetten om aan te kunnen haken en zich soms zelfs dient te schikken in het teambelang. Van Sjinkie Knegt tot Sjinkie Knecht. Zoiets.
Otter had aanvankelijk zelfs geen plek voor hem in zijn selectie voor de wereldbeker van Dordrecht. De Fries kreeg pas een individuele startplek toegewezen nadat jongeling Sven Roes, de nationaal kampioen van 2020, tijdens de laatste training in de boarding belandde en geblesseerd raakte aan zijn enkel. De een zijn dood bleek daarmee eens te meer de ander zijn brood.
En dus stelde Otter de man op die van hem dit seizoen vooralsnog slechts een zeven als rapportcijfer krijgt. "Nou ja, misschien moet ik daar een acht van maken."
Vleesgeworden nuchterheid
Knegt, de vleesgeworden nuchterheid, had het zelf niet beter kunnen verwoorden. Het is zoals het is. Ooit, zo zegt Otter, was de naam Knegt synoniem aan finaleplaats. Omdat de kracht van de boodschap nu eenmaal in de overdrijving zit: "En nu wordt hij veertigste. Of tachtigste, of zoiets."
Knegt is op de goede weg, begrijp Otter goed. Maar hij kan niet om de kanttekeningen heen. "Zijn souplesse is nog niet wat het ooit is geweest. En zijn uitstraling kan ook beter. Om op het podium te komen, heb je flair en vertrouwen nodig."
"Het aantal tegenstanders van niveau is groter dan ooit. Sjinkie had vroeger in de halve finales af te rekenen met twee of drie man. Nu staan daar zeven gasten die niet voor elkaar onder doen."
Krachtenspel
Het is een krachtenspel waar Knegt duidelijk nog aan moet wennen, verduidelijkt Otter. "Hij bevindt zich voortdurend in een grijs gebied. Het is een zoektocht naar de hoeveelheid agressie die hij in een race kan leggen zonder daarvoor bestraft te worden. Hold your horses, terwijl je tijdens een race soms in milliseconden beslissingen moet nemen."
"Soms moet je als schaatser begrijpen dat het verstandiger is om voor zekerheid te gaan. Dat is niet gemakkelijk, want daar train je namelijk nooit op."
Volgens Knegt is hij niet de enige die aan zijn huidige status moet wennen. In zijn optiek geldt dat ook voor de arbitrage. "De manier waarop dit seizoen gereden wordt, heb ik lang niet meegemaakt. Er staat een groot veld met behoorlijke schaatsers aan de start. Daardoor kom ik tijdens races steeds vaker in situaties terecht waar ik niet in wil komen."
Pineut
En dat ligt niet per definitie aan zijn manier van rijden, haast hij zich te verduidelijken. "Wanneer een tegenstander een actie op jou maakt, kun je ook al de pineut zijn. Dat heb je nu eenmaal niet in de hand."
Berustend: "Ineens ben ik voor de scheidsrechters blijkbaar een punt van discussie. Ik loop tegen lullige penalty's aan. En daar is weinig aan te doen."
Een week geleden, in het Hongaarse Debrecen, werd hij tot zijn grote frustratie in de kwalificatie op alle individuele afstanden uitgeschakeld of gediskwalificeerd. In dat licht bezien kan hij het dit weekeinde in Dordrecht dus niet slechter doen, klinkt het.
Dat hij donderdag een wezenlijke bijdrage leverde aan het binnenhalen van de derde olympische startplek op de 1.500 meter is een eerste meevaller. "Misschien vallen de stukken in Dordrecht eindelijk eens iets meer op hun plek."