Oud-medewerkers woningcorporatie Vestia voor rechter voor miljoenenfraude
Vandaag is in Den Haag de rechtszaak gestart tegen negentien mensen die worden verdacht van fraude en het daarmee duperen van woningcorporatie Vestia. Volgens het Openbaar Ministerie was er sprake van corruptie, oplichting, witwassen en valsheid in geschrifte.
Drie verdachten werden vandaag gehoord: Christiaan B., zijn vader Theo B. en Mischa W.. Christiaan B. en Mischa W. waren voorheen werkzaam bij de corporatie.
De fraude duurde volgens het OM van 2015 tot 2018. Vestia is mogelijk voor 2,5 miljoen euro benadeeld. Volgens het OM werden er onder meer werkzaamheden verzonnen, hogere bedragen vermeld en valse offertes en facturen verstuurd.
Bij huiszoekingen vond de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) grote bedragen cash, privé-emailverkeer en een harde schijf waar verdeelplannen van het geld op stonden uitgerekend.
'Oppompen van facturen'
De verdachten gingen vermoedelijk als volgt te werk. Een van de (inmiddels oud-)medewerkers wees de opdracht voor bijvoorbeeld schoonmaak- en onderhoudswerk toe aan een bedrijf. Dat bedrijf deed dat dan voor een lagere prijs dan de rest, maar betaalde ook smeergeld aan de verdachte.
Op deze manier werden deze bedrijven de vaste partijen die dergelijke werkzaamheden uitvoerden. De verdachte kreeg hier dus steekpenningen voor, volgens het OM gemiddeld 10 procent. Ook deden de verdachten mogelijk aan het 'oppompen van facturen'. Een van de rechters geeft een voorbeeld: "De eerste offerte die werd uitgeschreven bedroeg 30.000 euro, de tweede 39.600 euro. De uiteindelijke offerte bedroeg 123.246 euro."
De rechter noemt uit de bewijsstukken een voorbeeld voor deze vorm van oplichting. In een mail van een van de verdachten aan een andere werd gezegd dat ze gingen doen alsof de dakgoot heel erg vervuild was. "Super", antwoordde de ander. De uiteindelijke kosten voor het schoonmaken van de dakgoten kwamen voor Vestia uiteindelijk uit op 452.000 euro.
U heeft ze opgelicht door onder één hoedje te spelen en te zorgen dat deze bedrijven de opdrachten kregen.
Een van de hoofdverdachten, Christiaan B., zegt dat een groot deel van de aanklachten klopt. Maar hij is het niet eens met de verdenking van steekpenningen: "Vestia heeft niet te veel betaald." Omdat B. de prijzen voor de aanbesteding had verlaagd zodat hij kon beargumenteren waarom er voor deze bedrijven moest worden gekozen, heeft Vestia volgens hem juist geld bespaard. Daarbij gingen veel van dit soort aanbestedingen voorheen via losse bonnen, en heeft hij Vestia geld bespaard door dat te gaan bundelen. "Ik heb dus niet 10 procent aan steekpenningen kunnen innen."
De rechter: "U heeft ze opgelicht door onder één hoedje te spelen en te zorgen dat deze bedrijven de opdrachten kregen."
'Zoete uitvlucht'
Christiaan B. zegt ooit begonnen te zijn met de fraude omdat hij niet tevreden was over hoe er op de werkvloer met hem werd omgegaan. Andere collega's die nauwelijks werk uitvoerden, verdienden meer dan hij en hij moest noodgedwongen thuis blijven wonen omdat hij met zijn salaris geen eigen huis kon krijgen.
Vanwege het derivatendrama - een miljardenschandaal bij Vestia in 2012 - en de nasleep daarvan, moest hij naar eigen zeggen stoppen met zijn MBA-opleiding. Kortom, hij was gefrustreerd en boos. Toen hij begin 2015 door andere hoofdverdachte Mischa W. werd benaderd of hij wilde bijverdienen, ging hij erop in.
Mischa W. werkte toen al 10 jaar bij de corporatie. Hij zei er toentertijd mee begonnen te zijn vanwege persoonlijke omstandigheden. Zijn vader was overleden, hij zat in een scheiding en mocht zijn kind niet zien en hij was overspannen. "Het was een zoete uitvlucht", aldus W.
De derde verdachte Theo B. liet tijdens de rechtszaak weinig los, vooral om zijn zoon te beschermen, zei hij. De rechtbank van Den Haag heeft dertien dagen uitgetrokken voor de zaak.