Grote opkomst bij demonstratie voor Hongaarse premier Orbán in Boedapest
Tienduizenden Hongaren hebben in de hoofdstad Boedapest hun steun betuigd aan premier Orbán. Hongarije herdacht vandaag de opstand tegen de Sovjet-Unie van 1956, maar het ging de demonstranten ook om de verkiezingen van volgend jaar.
Ze hopen dat Orbán wordt herkozen en zijn tegen zijn tegenkandidaat, de partijloze burgemeester Peter Márki-Zay. Oppositiepartijen van links tot uiterst rechts verenigden zich vorig jaar tot één anti-Orbán-front, omdat de individuele partijen door het getrapte districtenstelsel van Hongarije weinig kans op winst maakten. In peilingen gaan die verenigde oppositielijst en de rechts-populistische Fideszpartij van Orbán al maandenlang nek-aan-nek.
De demonstranten riepen anti-EU-leuzen omdat in hun ogen Brussel te veel te zeggen heeft over bijvoorbeeld immigratie:
Hongarije is samen met Polen de laatste jaren vaak in botsing gekomen met de Europese Unie, bijvoorbeeld over lhbti-rechten en vrijheden voor de media.
Premier Orbán sprak aan het einde van de middag de demonstranten toe. "Brussel behandelt ons en de Polen alsof we een vijand zijn... nou, het is tijd voor hen daar om te begrijpen dat zelfs de communisten ons niet konden verslaan", zei Orban tegen juichende supporters, die zwaaiden met de nationale vlag.
De nieuwe lhbti-wet in Hongarije regelt onder meer een verbod op wat Orbán ziet als "homo-promotie". Het gaat dan bijvoorbeeld om boeken en films met een homoseksueel personage. Ook mogen leraren homoseksualiteit niet meer meer bespreken met hun leerlingen.
Op de wet klinkt veel kritiek vanuit onder meer West-Europese politici, maar zelf zegt premier Orbán dat de wet lhbti'ers juist bescherming biedt. De Hongaarse ambassadeur in Nederland vindt dat West-Europa Hongarije een "post-nationale en post-christelijke wereld" opdringt.
Er was in Boedapest ook een demonstratie van de oppositie. Die trok enkele duizenden mensen.
Kijk hier naar een terugblik op de Hongaarse Opstand van 1956: