Chelsea grijpt koppositie, Manchester United en Everton in evenwicht
Chelsea is de nieuwe koploper in de Premier League. De Londenaren hadden het in eigen huis lastig tegen Southampton, maar wonnen dankzij twee late treffers met 3-1 en verdreven Liverpool, dat zondag de topper tegen landskampioen Manchester City wacht, van de eerste plaats.
Southampton deelde in de eerste helft wel enkele speldenprikjes uit op Stamford Bridge, maar Chelsea had duidelijk de overhand. Na negen minuten kopte verdediger Travoh Chalobah dan ook duikend de verdiende 1-0 binnen. Treffers van Romelu Lukaku (buitenspel) en Timo Werner (de VAR had een overtreding eerder in de aanval geconstateerd) werden afgekeurd.
De bezoekers namen na rust meer risico en zetten Chelsea onder druk. Dat betaalde zich na een uur uit, toen Ben Chilwell een overtreding op Valentino Livramento beging en James Ward-Prowse de penalty benutte. De doelpuntenmaker kreeg een kwartier later rood na een harde tackle op Jorginho.
Chelsea profiteerde in de slotfase via Werner, die na een fraaie Londense aanval eindelijk zijn eerste competitiedoelpunt van het seizoen maakte, en Chilwell, die nadat Lukaku de lat en Cesar Azpilicueta de lat hadden geraakt in de rebound de sterk keepende Alex McCarthy verraste.
Brighton laat kans liggen
Brighton & Hove Albion, met Joël Veltman in de basis, had zich verrassend naast Chelsea kunnen nestelen, maar de vereiste overwinning op Arsenal bleef uit: 0-0. Voor de gasten was het na drie zeges en drie nederlagen de eerste remise in de competitie.
Shane Duffy en Dan Burn lieten in de eerste helft kansen liggen op de openingstreffer voor de thuisploeg, die een licht overwicht had. Het dichtstbij was echter Pierre-Emerick Aubameyang. De Arsenal-spits toende hoog boven de Brighton-verdediging uit, maar trof koppend de paal.
Ook na rust was de beste kans voor de 'Gunners'. Na een mooie rush had Emile Smith Rowe een kwartier voor tijd even geen oog voor een ploeggenoot, maar ging hij voor eigen succes. Doelman Robert Sanchez lag echter dwars.
Ronaldo kan United niet aan winst helpen
Manchester United had eerder op de dag verzuimd de koppositie te grijpen, doordat het tegen concurrent Everton op 1-1 bleef steken. Anthony Martial zette de ploeg van Ole Gunnar Solskjær op eigen veld nog wel op voorsprong, maar Andros Townsend trok de stand weer gelijk.
United won midweeks met hangen en wurgen in de Champions League van Villarreal. Cristiano Ronaldo maakte in de 95ste minuut de winnende voor United, maar de Portugese superster mocht net als Paul Pogba, Jadon Sancho en Donny van de Beek tegen Everton op de bank beginnen.
Daardoor kreeg Martial weer eens de kans om zich te bewijzen en dat vertrouwen betaalde hij terug met een doelpunt vlak voor rust. De Fransman schoot de bal na een schitterende aanname en assist van Bruno Fernandes hard achter doelman Jordan Pickford, die even daarvoor nog knap redde op een kopbal van Edinson Cavani.
Everton deed niet onder voor een matig United en kwam na ruim een uur spelen verdiend weer langszij. Townsend was het eindstation van een uitstekende uitbraak en liet doelman David de Gea kansloos.
Ronaldo en Jadon Sancho waren er toen al ingekomen voor Edinson Cavani en doelpuntenmaker Martial. Het lukte de twee invallers niet om de wedstrijd naar zich toe te trekken.
In de slotfase ontsnapte Manchester United nog aan een nederlaag. Invaller Tom Davies was oog in oog met De Gea niet zelfzuchtig en legde de bal af op Yerry Mina. Die bleef echter niet genoeg achter de bal, waardoor de scheidsrechter het doelpunt terecht wegens buitenspel afkeurde.