Deel mbo's blijft online lesgeven: 'Positieve meenemen naar toekomst'
Een aantal mbo-instellingen zal een deel van het onderwijs in het nieuwe schooljaar online blijven geven. Volgens de schoolbesturen heeft het afgelopen schooljaar uitgewezen dat online onderwijs niet alleen nadelen heeft, maar ook grote voordelen, schrijft de Volkskrant.
De Tweede Kamer nam vorige maand nog een motie aan tegen online onderwijs. De Kamer vindt dat dat alleen bij hoge uitzondering mag worden gegeven. Bij onder meer de Onderwijsraad en de Sociaal-Economische Raad (SER) ontstonden tijdens de coronapandemie zorgen over het mentale welzijn van leerlingen en over leerachterstanden.
Toch houden zeker vijf mbo-instellingen eraan vast. Dat zijn het Albeda College in Rotterdam, MBO Utrecht, het Graafschap College in Doetinchem, ROC A12 in Ede en het Deltion College in Zwolle.
Hybride onderwijs
Ze vinden dat een combinatie van online en fysiek onderwijs (hybride onderwijs) beter aansluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt, die om flexibiliteit vraagt. Daarnaast blijft er meer tijd over voor les in kleinere groepen op locatie. De kern van het onderwijs blijft fysiek, maar sommige vakken kunnen heel goed online worden gegeven, zoals Engels en Nederlands.
Maar docenten zijn het daar niet altijd mee eens. "Ik zie in het klaslokaal aan de lichaamstaal wie het snapt en wie niet op zit te letten. Met dertig man online is dat onmogelijk", zegt docent Patrick Woudstra van het Graafschap College in Doetinchem in de krant.
En als je bij een vak als burgerschap een discussie wilt voeren over bijvoorbeeld Afghanistan of discriminatie moet je dat in een veilige omgeving kunnen doen. Dat kan niet online, omdat studenten vrezen dat ze worden opgenomen en op sociale media belanden, zegt hij.
Studenten hunkeren ernaar om elkaar weer te ontmoeten op locatie, zegt collegevoorzitter Bart Combee van Hogeschool InHolland in Den Haag in het NOS Radio 1 Journaal. De afgelopen anderhalf jaar hebben duidelijk gemaakt wat er werkt met online onderwijs. "Dus dingen waarbij het werkt blijven we online doen, maar de meeste dingen, waarbij interactie nodig is, waarbij je projecten samen doet, waarbij je wat andere uitleg nodig hebt, dat doen we natuurlijk offline."
Deze InHolland-studenten hadden vanochtend weer zin om te beginnen:
Het gaat hem om de kwaliteit van het onderwijs. "Corona heeft ons wel laten nadenken over welke vormen van onderwijs het beste werken en die kennis nemen we mee naar de inrichting van het nieuwe studiejaar", aldus Combee.
Ook directeur Jan Ernst van Driel van het Deltion College in Zwolle is niet van plan helemaal te stoppen met online onderwijs, zegt hij in het NOS Radio 1 Journaal. "We hebben uitgebreid onderzocht hoe het online onderwijs is ervaren door studenten en docenten. Een groot deel wil het positieve bewaren en meenemen naar de toekomst."
Praktijkvakken blijven op locatie en de lokalen in de school zijn ingericht voor hybride onderwijs, om vakken zowel op locatie als thuis te kunnen volgen. "Sommige vakken lenen zich er beter voor dan andere. Het gebeurt in overleg met de docenten." Van Driel wijst er ook op dat het nog vrij onzeker is in welke mate het fysieke onderwijs het komendjaar kan doorgaan. Hij wil erop voorbereid zijn dat het onderwijs op afstand dan kan doorgaan.
Wat Deltion betreft zitten de leerachterstanden waarop de Onderwijsraad wijst vooral aan de praktijkkant, omdat er vorig schooljaar niet genoeg praktijklessen gegeven konden worden en stages uitvielen.
De directeur verwacht dat het online onderwijs een ontwikkeling is die niet meer is terug te draaien. "Het gaat erom dat je op de juiste wijze de middelen kunt inzetten om studenten verder te helpen en zolang dat het geval is, zal het zeker toenemen."
SP-Kamerlid Peter Kwint blijft bij zijn standpunt dat fysiek onderwijs de norm moet zijn. "Die motie is niet voor niets aangenomen", zegt hij op NPO Radio 1. "Ik wil van de minister (Van Engelshoven) weten welke gesprekken zij aangaat met deze onderwijsinstellingen."