Nederlandse ploeg pakt zevende plaats met recordaantal van 36 medailles
Het kon niet op voor de Nederlandse ploeg op de Olympische Spelen in Tokio. Met een totaal van 36 medailles verpulverde Nederland het record van 25 medailles in 2000 in Sydney. TeamNL veroverde tien gouden, twaalf zilveren en veertien bronzen medailles. In Sydney was er wel meer goud (twaalf) en negen zilver en vier brons voor Nederland.
Hierbij wel de kanttekening dat in Tokio meer onderdelen op het programma stonden en dus meer medailles te verdienen waren: 1.081 in Tokio tegenover 927 in Sydney. Vijf jaar geleden was de oogst op de Spelen van Rio de Janeiro negentien medailles (acht goud, zeven zilver en vier brons).
Nederland eindigt in het medailleklassement op de zevende plaats in Tokio. Dat betekent ook de hoogste klassering ooit. De Nederlandse ploeg laat grote sportlanden als Frankrijk, Duitsland, Italië en Spanje achter zich.
Vijf keer eerder stond Oranje bij de beste tien landen. In 2000 en in 1928 was het de achtste plaats en in 1920, 1924 en 1936 was Nederland de nummer negen.
De Olympische Spelen in Tokio waren het toernooi van Sifan Hassan en Harrie Lavreysen, die allebei twee keer goud en een keer brons mee naar huis nemen.
Atletiek en zwemmen
Het succes van nu is op andere sporten gebouwd dan bijvoorbeeld het succes van Sydney. Nu waren de wielersport en de atletiek de veelvraten, terwijl in 2000 de meeste medailles naar het zwemmen gingen.
De atletieksuccessen sprongen het meest in het oog. Met het verrassende zilver van Abdi Nageeye op de marathon kwam het totaal op acht medailles, waarvan twee gouden voor Sifan Hassan. Het oude record stond op zes en dateerde van 1948 toen de Spelen in Londen werden gehouden.
Fanny Blankers-Koen bezorgde Nederland in 1948 vier gouden medailles en Wim Slijkhuis pakte twee keer brons. Op de vorige Spelen in Rio de Janeiro was er één keer zilver: Dafne Schippers werd tweede op de 200 meter. Dat was toen de eerste Nederlandse atletiekmedaille sinds het goud van Ellen van Langen in 1992.
Het aantal van acht atletiekmedailles is ook op een andere manier bijzonder. Daarmee evenaart de atletiekploeg namelijk het recordaantal Nederlandse medailles in één sport tijdens een editie van de Zomerspelen.
In 2000 pakte de zwemploeg ook acht medailles, waarvan vijf goud. De enige sport waarin Nederland op dezelfde Spelen meer olympisch eremetaal pakte, is bij het schaatsen op meerdere Winterspelen. Het record staat op 23 schaatsmedailles in 2014.
Meeste medailles per sport op Zomerspelen
Sport | Jaar | Goud | Zilver | Brons | Totaal |
Zwemmen | 2000 | 5 | 1 | 2 | 8 |
Atletiek | 2021 | 2 | 3 | 3 | 8 |
Zwemmen | 2004 | 2 | 3 | 2 | 7 |
De afvaardiging van wielerbond KNWU haalde de meeste medailles binnen in Tokio. De wielerploeg oogstte op de diverse disciplines twaalf plakken, meer dan ooit. Harrie Lavreysen (twee keer) en Shanne Braspennincx werden olympisch kampioen op de baan, Niek Kimmann bij het BMX'en en Annemiek van Vleuten in de tijdrit op de weg.
Ook de roeiers waren succesvol met vijf medailles, waarvan één keer goud. De zwem- en zeilploeg haalden allebei drie plakken binnen en daarnaast won Nederland medailles in het hockey (goud), handboogschieten (zilver), judo, boksen en paardensport (allemaal brons).
Waar er tijdens de eerste dagen van de Olympische Spelen in Tokio nog veel chagrijn was over gemiste kansen, communicatiefouten en net misgelopen medailles, zorgde woensdag 28 juli voor een ommekeer. Een dag van ongekende medailleregen voor de Nederlandse equipe.
Er werden die dag acht medailles in de wacht gesleept en dat was in de Nederlandse olympische historie nog nooit voorgekomen. Het was een verbetering van het recordaantal medailles op één dag uit 1928, tijdens de Spelen in Amsterdam. Destijds pakte de Nederlandse ploeg op 11 augustus zeven medailles.
En dan te bedenken dat de medailleoogst in Tokio nog veel hoger had kunnen uitvallen. Denk aan de fractie van een seconde die Liemarvin Bonevacia, Lieke Klaver, Femke Bol en Ramsey Angela met de gemengde Nederlandse estafetteploeg scheidden van brons op de 4x400 meter.
Nederland eindigde in Tokio elf keer op de vierde plaats.