Na 'King Kenny' komt 'King Harrie': 'Nederland zet nu de toon in het baanwielrennen'
Hij is de onbetwiste keizer van het baanwielrennen bij de Olympische Spelen in Tokio. Maar ook Harrie Lavreysen beseft inmiddels dat heersers hun troon zelden zonder slag of stoot opgeven.
Op de keirin werd Harries gouden hattrick namelijk doorkruist door een speciale truc van Jason Kenny, die ondanks de wisseling van de wacht nog een keer uithaalde en zo toch nog een zevende gouden medaille aan zijn collectie toevoegde.
Voor Lavreysen was brons het hoogst haalbare. "Op dit moment baal ik er wel een beetje van", zei hij na afloop. "Ik kwam de dag goed door en dacht het zit er gewoon nog steeds in. En dan komt er zo'n gat."
Direct nadat de gangmaker de baan verliet, vertrok Kenny en verraste daarmee al zijn concurrenten in de finale van de keirin. "Zo'n gat moet je nooit laten vallen en zeker niet bij de oude olympische kampioen. Dan zit ik achterin te wachten: 'Kom op jongens, ga nou rijden!'. Als ik het gat dicht rijd, dan wint de rest. Maar dat is keirin."
Kenny: 'Nu bepalen de Nederlanders het tempo'
De 33-jarige Kenny was deze Spelen geen schim van de sprinter die in Londen en Rio de Janeiro met ijzeren vuist regeerde. In de finale van de teamsprint was het Kenny, die de Britse ploeg deed ontsporen. In de kwarttfinales van de individuele sprint vernederde Lavreysen de titelverdediger.
Maar met zijn coup in de keirin zondag voorkwam hij wel dat Lavreysen zich in het rijtje voegt van Chris Hoy en Jason Kenny, renners die drie gouden medailles op een olympiade veroverden.
"Ik zou niet eens op mezelf gewed hebben", zei de 33-jarige Kenny na de keirin, waarin hij zijn negende olympische medaille (zeven goud, twee zilver) in vier olympiades veroverde. "Het gaat om zo'n lange periode. Je bent altijd aan het stressen om de beste te zijn en telkens wordt de concurrentie beter. "Nu zetten de Nederlandse jongens de toon."
De verrassende uitkomst van de keirin onderstreept nog maar eens dat niets vanzelfsprekend is in het baanwielrennen. Het maakt de prestaties van Lavreysen op de wielerbaan van Izu deze week des te knapper.
Met Jeffrey Hoogland en Roy van den Berg was hij superieur in de teamsprint. En de bloedstollende strijd met Hoogland in de finale van de individuele sprint zal voor altijd in het geheugen gegrift zijn van wielerliefhebbers, in Nederland maar ook daarbuiten.
"Als ik gisteren wist dat het een bronzen medaille zou worden, dan had ik ervoor getekend. Ik was helemaal gesloopt en eigenlijk al blij dat ik in de finale stond. Maar ik heb gewoon drie medailles."
Op dinsdag 3 augustus reed hij zijn eerste kwalificatierace met de teamsprinters. Zes dagen en 17 (!) races later mag Lavreysen eindelijk op adem komen. "Het vieren en het besef was er niet. Ik dacht alleen: 'Ik moet door, ik moet door.' Nu is er tijd om te genieten."
Met trillende stem: 'Bedankt, man'
Eind 2019 begon Lavreysen stiekem te dromen van Harries hattrick, drie gouden plakken in Tokio. Destijds was hij nog niet eens de eerst aangewezene om uit te komen op de keirin.
Bij de WK in Berlijn in 2020 voegde hij de daad bij het woord. Voor een buitenstaander lijkt het soms alsof alles vanzelf gaat bij die opgewekte jongen uit Luyksgestel. Maar onder die vrolijke façade zit een op en top professional, een sportman die leeft van training naar training en wedstrijd naar wedstrijd.
Geconfronteerd met die woorden, moet Lavreysen even slikken. De keizer van de sprint is weer gewoon die jongen uit Luyksgestel. Met trillende stem: "Bedankt, man."