Hockeyers worstelen opnieuw, benauwd gelijkspel helpt ze wel ronde verder
De hockeyers zijn na een matige start op de Olympische Spelen wel in elk geval de poule door. Door een gelijkspel tegen Groot-Brittannië (2-2) is de ploeg van Max Caldas zeker van de kwartfinales, al dreigt nu wel een sterke tegenstander.
Want echt overtuigend is het allemaal nog niet wat Nederland laat zien. Ook nu niet, waar gehoopt werd dat bijvoorbeeld een paar mooie goals voor wat nieuwe energie zouden zorgen.
Want zo'n hoogstandje kwam er, toen Thierry Brinkman in de loop van de eerste helft de score opende met een intikker bij de eerste paal. Hoe Jonas de Geus de bal uit de lucht plukte, zich vrijspeelde met een snelle één-twee en Brinkman vond, was van grote klasse.
Goed voor het vertrouwen
En ook goed voor het vertrouwen was de rake strafcorner van Jip Janssen. Eindelijk, na al die keren dat het maar niet wilde lukken. Uit de liefst dertien voorgaande pogingen wist Nederland dit toernooi namelijk niet te profiteren.
Ondanks die 2-0 voorsprong, ging het daarna nog bijna compleet mis.
Net als tegen België, Zuid-Afrika en Canada kreeg Nederland ook veel kansen tegen. En moest keeper Pirmin Blaak geregeld ingrijpen, net als zijn collega aan de overkant overigens.
Het was Sam Ward, de tweede keer uit een strafcorner, die in de slotfase voor een gelijke stand zorgde. En Groot-Brittannië was op jacht naar meer, maar ontsnapte op zijn beurt toen Nederland nog een paar strafcorners kreeg.
Door de verrassende nederlaag van Duitsland tegen Zuid-Afrika (4-3) vergezellen Nederland en Groot-Brittannië de Belgen bij de laatste acht. Maar om een sterke opponent in de kwartfinale te ontlopen, is een goed resultaat in het afsluitende groepsduel gewenst.
Sander de Wijn en Jip Janssen pareren de kritiek op het spel van Oranje: