Afghaanse burgers pakken de wapens op tegen de Taliban in de buurt van Mazar-i-Sharif
NOS Nieuws

Afghanen vechten tegen Taliban: 'Anders zullen ze ons één voor één vermoorden'

In Afghanistan rukken de Taliban in rap tempo op. Buitenlandse troepen verlaten het land na twintig jaar en het regeringsleger blijkt te zwak om de terreurgroep tegen te houden. Steeds meer burgers zien dan ook geen andere optie dan zelf de wapens op te pakken om te voorkomen dat hun steden en dorpen worden veroverd door de terreurbeweging.

"Als wij onszelf niet verdedigen, vallen de Taliban de stad binnen en zullen ze ons één voor één vermoorden", vertelt de 28-jarige Raouf Aliyar. Hij woont in de stad Mazar-i-Sharif in de noordelijke provincie Balch en vecht daar sinds kort mee met een burgermilitie. "Het zou voor mij heel moeilijk zijn om onder de Taliban te leven. Ze geloven niet in mensenrechten en democratie. Daarom moeten we alle verdiensten van de laatste jaren nu beschermen."

Cameravrouw Jordan Bryon en journaliste Charlie Faulkner bezochten Raouf Aliyar in Mazar-i-Sharif, waar hij samen met andere burgers vecht tegen de Taliban:

Burgers vechten tegen de Taliban

De groep waar Aliyar voor vecht, geleid door parlementslid Abbas Ibrahimzada, is geen uitzondering. In heel Afghanistan komen dit soort burgermilities voor. "Het zijn vaak een soort privélegers van lokale machthebbers, politieke leiders en andere invloedrijke personen die op deze manier meer macht proberen te krijgen", vertelt correspondent Aletta André. Behalve parlementslid is Ibrahimzada ook een van de rijkste zakenmannen van Afghanistan.

André: "Veel van dit soort privélegers ontstonden in de jaren 80 en 90. Ze vochten eerst vooral tegen elkaar om de macht, wat leidde tot een burgeroorlog. Maar toen de Taliban aan de macht probeerden te komen, sloegen de milities de handen ineen en vochten samen tegen hun gezamenlijke vijand. Dat zie je nu weer gebeuren."

Machtsvacuüm vullen

In de stad Mazar-i-Sharif wapperde tot voor kort nog de Nederlandse missievlag op kamp Marmal. Nederlandse militairen namen deel aan de NAVO-missie Resolute Support. Maar die missie loopt ten einde en de Taliban grepen eind juni hun kans. Ze stonden aan de poorten van de stad, klaar om het gebied in te nemen. Toen strijders van de terreurgroep foto's plaatsten op Facebook, greep Ibrahimzada direct in en stuurde zijn eigen mannen erop af. Met succes wist de militie de Taliban buiten de deur te houden.

Deze gebieden zijn in handen van de Taliban:

Terwijl het regeringsleger zich in het noorden van Afghanistan de laatste weken massaal overgaf, zijn het dus vooral dit soort burgermilities die de Taliban nu afzwakken. Zij vullen het machtsvacuüm dat ontstaat nu de internationale troepenmacht heeft besloten na twintig jaar Afghanistan te verlaten.

Toch lijken de Taliban zich weinig zorgen te maken. "Publiekelijk zal de terreurbeweging nooit toegeven dat ze bang zijn en zullen ze altijd blijven roepen de sterkere partij te zijn", vertelt André. "Bovendien zijn veel burgermilities niet goed getraind en zijn ze vooral bezig met verdedigen. Hun doel is om de Taliban tegen te houden, maar ze zijn niet in de positie om ze ook echt aan te vallen."

Het is dus maar de vraag hoe succesvol de gewapende burgergroepen zijn om de macht van de Taliban in te dammen. In de jaren 90 is dat soortgelijke milities ook niet gelukt. Toen kwamen de Taliban in 1996 aan de macht nadat ze de hoofdstad Kabul veroverden. Die macht werd pas in 2001 teruggedrongen, toen Amerika binnenviel als gevolg van de aanslagen op 11 september.

Raouf Aliyar aan het front

Toch is de regering blij met de privélegers van de lokale krijgsheren. "Het nationale leger blijkt niet sterk genoeg te zijn om de Taliban onder de duim te houden", vertelt André. "Daarom worden de burgermilities verwelkomd door de overheid. Alle beetjes helpen, denken ze."

Dat staat sterk in contrast met de afgelopen twintig jaar, toen de regering samen met de NAVO dit soort milities juist probeerde te ontwapenen. "Veel van deze groepen lopen langs regionale en daarmee ook etnische lijnen. De angst is dat de rivaliteit onderling opnieuw tot een burgeroorlog zal leiden. Bovendien waren de milities destijds vaak ook corrupt en buitten ze de bevolking uit."

Maar voorlopig worden de burgermilities verwelkomd door zowel de regering als de Afghanen zelf. Het terugdringen van de Taliban is nu de prioriteit. Daarmee blijkt een oud gezegde in Afghanistan weer hartstikke actueel: de vijand van mijn vijand is mijn vriend.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl