Haïti vraagt om hulp na moord op president, inwoners hopen op Amerikaans visum

Haïti heeft de Verenigde Staten en de Verenigde Naties gevraagd om hulp bij de bescherming van belangrijke plekken, zoals vliegvelden, havens en de energie-infrastructuur. De Haïtiaanse regering vreest na de moord op president Moïse dat ook belangrijke infrastructuur een doelwit kan zijn.

Zo'n duizend Haïtianen hebben zich verzameld bij de Amerikaanse ambassade in hoofdstad Port-au-Prince. Zij hopen op een visum om het land te kunnen verlaten. Sinds de moord op de president is het nog onrustiger in Haïti dan het eerder al was. Vanwege aanhoudend bendegeweld durven veel mensen niet naar buiten. Sinds de moord ligt het openbare leven grotendeels stil.

Sommige Haïtianen voor de Amerikaanse ambassade zijn ten einde raad:

Onderzoek

Moïse werd woensdag in zijn huis doodgeschoten. Volgens de politie gebeurde dat door een 'commando-unit' bestaande uit 26 Colombianen en twee Amerikanen met een Haïtiaanse achtergrond. Zeventien Colombianen zijn veteranen.

Een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Defensie laat aan persbureau Reuters weten dat het verzoek om bescherming is binnengekomen. Zowel de VS als Colombia heeft inmiddels hulp toegezegd voor het onderzoek naar de dood van de president. De Amerikanen sturen daarvoor agenten van de FBI en Homeland Security naar Haïti. Maar ze zeggen dat ze op dit moment geen plannen hebben om het land ook militair te ondersteunen.

Toedracht onduidelijk

Over de toedracht van de moord op Moïse is nog niets bekend. Sinds zijn aantreden in 2017 zijn Haïtianen meerdere keren massaal de straat op gegaan om te protesteren tegen zijn macht en beleid. Volgens Moïse zelf zaten andere politici en corrupte oligarchen achter de onrust, die vonden dat zijn beleid inging tegen hun belangen.

Vanwege de moord zijn inmiddels zeventien mannen opgepakt, drie anderen zijn gedood en acht verdachten worden nog gezocht. Volgens een rechter, die de zaak onderzoekt, was het lichaam van de president "doorzeefd" met kogels.

Machtsstrijd

Onduidelijk is wie na de moord welke macht in het land heeft. Claude Joseph, die sinds april interim-premier was, lijkt op dit moment de macht van Moïse te hebben overgenomen. De Haïtiaanse senaat heeft echter zijn voorzitter Joseph Lambert voorgedragen om de taken van Moïse waar te nemen. Ook hebben de senatoren Ariel Henry naar voren geschoven als interim-premier: hij werd een dag voor de moord op Moïse gekozen als premier, maar was nog niet beëdigd.

Claude Joseph zegt tegen persbureau AP dat het hem verbijstert dat tegenstanders de moord op Moïse aanwenden om politieke macht te vergaren. "Ik ben niet geïnteresseerd in een machtsstrijd", zegt hij. "De enige manier waarop mensen in Haïti president kunnen worden, is via verkiezingen."