Treinkapers De Punt niet in koelen bloede gedood, schadevergoeding nabestaanden afgewezen
De Nederlandse staat is niet aansprakelijk voor het doodschieten van twee Molukse treinkapers bij De Punt, in 1977. De staat hoeft nabestaanden van de kapers daarom geen schadevergoeding te betalen. Dat is het oordeel van het gerechtshof in Den Haag in een zaak die door nabestaanden van de kapers was aangespannen.
Volgens het hof zijn er geen aanwijzingen dat de mariniers die de trein bij De Punt bestormden de kapers Max Papilaja en Hansina Uktolseja in koelen bloede hebben doodgeschoten. Beiden stierven in de trein.
Kogel van buitenaf
Het hof heeft niet kunnen vaststellen dat Papilaja is gedood door een kogel die een marinier in de trein in zijn richting heeft afgeschoten. Hij kan ook zijn overleden door een kogel die van buitenaf de trein is binnengedrongen en daarna Papilaja heeft geraakt. Ook andere omstandigheden wijzen niet op een koelbloedige executie van Papilaja.
Uktolseja werd door een marinier in de trein doodgeschoten toen ze al gewond was en geen gevaar voor de marinier vormde. Het hof acht het aannemelijk dat deze marinier dat niet wist. Hij heeft verklaard dat zijn helm geraakt werd door een kogel uit de richting waar Uktolseja later lag. Toen hij een menselijk beweging zag, schoot hij terug, heeft hij gezegd.
Bij het ingrijpen door het leger, op 11 juni 1977, kwamen twee gegijzelde passagiers en zes van de negen treinkapers om het leven, onder wie Papilaja en Uktolseja. Hun nabestaanden hielden vol dat de twee destijds niet doodgeschoten hadden hoeven worden, maar aangehouden hadden moeten worden.
Geen gevaar
Advocaat Liesbeth Zegveld wees er namens de nabestaanden op dat de twee bij de inval geen gevaar meer vormden omdat zij zwaargewond waren. Bij de beschietingen die voorafgingen aan de inval, waren zo'n 15.000 patronen pantsermunitie op de trein afgevuurd. Daaruit hadden de mariniers kunnen opmaken dat de kapers niet langer een gevaar vormden, redeneerde Zegveld.
De landsadvocaten brachten daar onder andere tegenin dat de kapers zwaar bewapend waren en een ultimatum hadden afgegeven. Dat droeg eraan bij dat de mariniers verwachtten in een gevaarlijke situatie te komen. Daarnaast hadden zij voorafgaand aan de bevrijdingsactie van bovenaf geen opdracht gekregen om de kapers te doden, zo concludeerde de rechtbank al in 2018. De mariniers waren geïnstrueerd om de gegijzelden te beschermen.
Hier een terugblik op de Molukse treinkaping bij De Punt in 1977:
De zaak tegen de Nederlandse staat liep al sinds december 2015. Het vonnis in juli 2018 volgde na een aantal eerdere tussenvonnissen. Zo oordeelde een rechter in februari 2017 dat het met geweld beëindigen van de treinkaping 'noodzakelijk' was.
Een uitgeschreven transcriptie van geluidsopnames van mariniers die de trein bestormden, beluister je hier: