Nederlandse militairen op patrouille in Afghanistan
NOS Nieuws

Ook in Nederland vinden rechts-extremisten het leger aantrekkelijk

In Belgisch-Limburg is nog altijd een klopjacht gaande naar Jurgen Conings, een mogelijk gewapende beroepsmilitair met extreemrechtse denkbeelden die viroloog Marc Van Ranst bedreigde. Van Ranst en zijn gezin zijn naar een veilig adres overgebracht.

België is zeker niet het enige land dat worstelt met militairen met extreme opvattingen. Dat geldt ook voor Nederland, al zijn er volgens demissionair minister Bijleveld "geen aanwijzingen dat rechts-extremisme een gevaar vormt in de cultuur van defensie", schreef zij de Tweede Kamer eerder dit jaar.

Wel constateerde de militaire inlichtingendienst MIVD in zijn jaarverslag over 2020 dat rechts-extremistische jongeren werken voor de krijgsmacht aantrekkelijk vinden. Dat was aanleiding voor de dienst om het onderzoek naar rechts-extremisme te "intensiveren". Militante militairen en politiemensen vormen een bovengemiddeld groot risico omdat zij over het algemeen makkelijker toegang hebben tot wapens en die ook goed weten te gebruiken.

Nazigroet

De MIVD wil geen antwoord geven op de vraag hoeveel militairen de afgelopen jaren de krijgsmacht hebben moeten verlaten na extreemrechtse uitlatingen of gedragingen. Tot 2019 ging het in elk geval om vier ontslagen in 21 onderzoeken naar rechts-extremisme. De aanleiding voor die onderzoeken varieerde van het brengen van de nazigroet tot defensiemedewerkers die zich actief in extreemrechtse kringen begaven.

Duitsland is een land dat nog nadrukkelijker te maken heeft met rechts-extremistische incidenten: daar werd vorig jaar bijvoorbeeld ingegrepen bij de elite-eenheid KSK na een hele reeks incidenten en waarschuwingen van klokkenluiders. Er werd onder meer een KSK-militair opgepakt omdat hij thuis een wapenarsenaal had aangelegd en mogelijk een aanslag zou voorbereiden.

Ingrijpen vanwege ideeën?

In België stond de nu gezochte Jurgen Conings volgens de Vlaamse publieke omroep VRT al langer op een lijst met rond de dertig extreemrechtse militairen die extra worden gevolgd. Dergelijke denkbeelden alleen zijn in België echter onvoldoende om iemand te ontslaan.

Een soortgelijke discussie speelt in Nederland ook, zegt terrorismedeskundige Jelle van Buuren van de Universiteit Leiden. "Is een privé-opvatting, ook al is die extreem, voldoende om in te grijpen? Of kun je dat pas doen als het iemands professionele handelen beïnvloedt of als hij dergelijk gedachtengoed actief verspreidt binnen de defensie-organisatie? Of een soort van cellen vormt?"

Veteranen

Daarbij moet volgens Van Buuren worden bedacht dat de discussie over dergelijk extremisme binnen defensie nog relatief nieuw is. "Tot 2017 gingen de zorgen vooral uit naar de risico's die sommige veteranen zouden kunnen opleveren. Teruggekeerde militairen uit bijvoorbeeld Afghanistan met trauma's, die naar geweld zouden kunnen grijpen als er zou worden bezuinigd op defensie of als er iets anders zou gebeuren dat hun woede wekt."

Bij extremisten die in Nederland worden gevolgd - uitsluitend digitaal of intensiever, door de veiligheidsdiensten of op gemeentelijk niveau - gaat het nog altijd vooral om jihadisten. Van Buuren: "De inlichtingendiensten houden rechts-extremisten inmiddels serieus in de gaten. Over aantallen heeft de AIVD tot nu toe geen uitspraken gedaan. Op lokaal niveau kan de zogenoemde persoonsgerichte aanpak in principe ook toegepast worden op rechts-extremisten. Tot nu toe gebeurt dat sporadisch."

Complotdenkers

Ingewikkelder nog voor defensie is hoe om te gaan met militairen binnen het brede mozaïek aan groeperingen die het afgelopen jaar protesteerden tegen de coronamaatregelen, inclusief defensiemedewerkers die zich in de hoek van de complotdenkers begeven. Zoals de opperwachtmeester van de marechaussee die eind vorig jaar een mars hield tegen kindermisbruik. Daarbij verwees hij naar berichten waarin leden van de internationale bestuurlijke en rechterlijke macht in verband worden gebracht met kindermisbruik en pedofilie.

In een online interview noemde deze marechaussee "kindermisbruik en orgaanhandel" een grotere pandemie dan corona. En hij nam deel aan demonstraties van Viruswaarheid. Daar sprak zijn werkgever hem niet op aan, maar dat was anders bij zijn mars-initiatief en de wijze waarop hij dat inkleedde.

"We zijn ervan op de hoogte en nemen er afstand van", zei de Koninklijke Marechaussee tegen het AD. "Dit is niet in lijn met de waarden van de marechaussee. Het zijn echt individuele denkbeelden van deze medewerker."

In de persoon van Jurgen Conings komen verschillende extremen bij elkaar: geharnast coronaverzet, extreemrechtse opvattingen en bereidheid tot geweld. Het is waar onder meer de NCTV in verschillende rapporten voor waarschuwde: "potentieel gevaarlijke eenlingen" die vanuit een combinatie van factoren naar de wapens kunnen grijpen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl