Europese Commissie heeft bij inkoop nieuwe vaccins voorkeur voor mRNA-technologie
De Europese Commissie wil bij toekomstige bestellingen van coronavaccins vooral inzetten op vaccins die gebruikmaken van de zogeheten mRNA-techniek, zoals bij Pfizer/BioNTech en Moderna. Dat heeft voorzitter Ursula von der Leyen gezegd.
Dit voornemen betekent niet dat farmaceuten die deze techniek niet gebruiken bij een nieuwe inkoopronde geen kans maken. Von der Leyen zei ook dat de commissie een voorkeur heeft voor vaccins die in Europa worden gemaakt.
De Europese Commissie wil voor de periode 2021-2023 1,8 miljard doses vaccin voor nieuwe vaccinatierondes bestellen. Ook de Duitse farmaceut Curevac werkt aan een vaccin dat met de mRNA-techniek wordt gemaakt. De verwachting is dat dit vaccin de komende zomer beschikbaar komt.
Bij vaccins met mRNA-techniek maakt iemands lichaam op basis van genetisch materiaal zelf een eiwit van het virus aan, waartegen het lichaam antistoffen gaat aanmaken.
AstraZeneca en Janssen
Het coronavaccin van AstraZeneca en het Janssen-vaccin van Johnson & Johnson maken geen gebruik van de mRNA-techniek. Juist deze vaccins worden in veel landen tijdelijk niet gebruikt, omdat ze in verband worden gebracht met bloedstollingen in de hersenen en een tekort aan bloedplaatjes.
Volgens het Europees Geneesmiddelenbureau EMA wegen de voordelen van het AstraZeneca-vaccin op tegen deze zeer zeldzame bijwerking. De kans daarop is waarschijnlijk kleiner dan 1 op 100.000.
Het EMA-onderzoek naar bloedstollingen en een tekort aan bloedplaatjes bij gebruik van het Janssen-vaccin loopt nog. De uitkomst wordt volgende week verwacht. Vooralsnog wegen de voordelen volgens het EMA ook bij dit vaccin op tegen de mogelijke risico's.