Het huzarenstukje van cowboy Nijland: 'Was een pitbull bij onderhandelingen Suárez'
Hans Nijland krijgen ze niet zo snel op de kast. Hij heeft als voormalig algemeen directeur van FC Groningen heel wat van de wereld gezien en daardoor een lading aan fraaie verhalen in zijn koffer.
Wie Nijland na 23 jaar FC Groningen (1996-2019) om zijn hoogtepunt vraagt, rekent eigenlijk op het aantrekken van Luis Suárez als antwoord. Dat is deels waar, maar Nijland beschouwt ook de bouw van stadion Euroborg als een van de kronen op zijn werk.
Maar de totstandkoming van de transfer van Suárez is de fraaiste anekdote. "De moeilijkste onderhandelingen die ik ooit heb gevoerd", stelt Nijland bij de presentatie van zijn boek 'Boerenbluf op de transfermarkt'.
Boef 1 en boef 2
Hij belandde in 2006 met toenmalig manager technische zaken Henk Veldmate in Montevideo om aanvankelijk Elías Figueroa te bekijken. "Figueroa zou op zondag spelen en wij waren er al op zaterdag. Een van de twee zaakwaarnemers, we noemden ze boef 1 en boef 2, vertelde dat er zaterdagmiddag nog een wedstrijd in Montevideo was", zegt Nijland.
"We zijn gaan kijken en zagen toen ene Luis Suárez van CD Nacional. "Na vijftien minuten waren we ervan overtuigd dat dit een versterking voor FC Groningen zou zijn en de hele eredivisie."
Nijland en Veldmate voerden vervolgens keiharde onderhandelingen met Suárez' (inmiddels voormalig) manager Daniel Fonseca. "Een ongelooflijke lastpak", herinnert Nijland zich. "We stonden op een gegeven moment met de koppen tegen elkaar. Het klinkt misschien wat 'cowboy-achtig', maar dit brak wel het ijs", aldus Nijland.
Fonseca eiste 4,5 miljoen euro voor de toen 19-jarige Suárez. "Uiteindelijk kochten we Luis voor 1.585.000 miljoen euro. Dat was voor ons een megadeal."
Nijland beseft tegelijkertijd dat je met dit soort transfers ook geluk moet hebben. "Als wij op die zaterdag later in Montevideo waren geland of Henk en ik even wilden uitrusten, had Luis Suárez nooit bij FC Groningen gespeeld."
Nog een geruststellende gedachte voor Nijland: van een serieuze profcarrière is het er bij Figueroa nooit van gekomen.
Het verhaal over de komst van Suárez is er een voor de geschiedenisboeken van FC Groningen, maar minstens zo fraai is de anekdote van Nijland over de verkoop van Filip Kostic aan VfB Stuttgart.
Diep decolleté
Dit keer zijn Nijland en Veldmate in een chique hotel in Düsseldorf beland om met twee directeuren van Stuttgart, onder wie voormalig Duits international Fredi Bobic, te praten over de Servische aanvaller. "Het was een fantastisch gesprek", aldus Nijland. "Op een gegeven moment schoven er twee dames aan en laat ik het zo zeggen, ze zaten er redelijk uitdagend bij: korte rokjes en een redelijk diep decolleté."
Tot verrassing van Nijland neemt een van de twee dames plaats op zijn knie. "Ik gaf Henk meteen mijn telefoon om er een foto van te maken: 'stuur even naar mijn vrouw'. Zij antwoordde direct: 'dat zijn leuke onderhandelingen'. Maar ja, nu ben ik dus niet meer te chanteren", aldus een glimlachende Nijland.
De Stuttgart-directeuren gooien vervolgens alles in de strijd: ze draaien het clublied van FC Groningen en laten taxi's voorrijden om het nachtleven van Düsseldorf te gaan verkennen. Maar de Groningse nuchterheid van Nijland en Veldmate buigt niet.
"Mede op aandringen van Henk zijn we terug naar ons hotel gegaan. De volgende dag zagen we onze collega's van Stuttgart bij het ontbijt en zagen ze eruit alsof ze onder een trein hadden gelegen", vertelt Nijland. "Later bereikten we een akkoord voor het onwaarschijnlijke bedrag van zes miljoen euro."
Nijland geniet nu al bijna twee jaar van zijn pensioen, maar geeft toe dat het soms nog weleens kriebelt. "Ik zou best een paar maanden bij een club aan de slag willen gaan waar het crisis is", zegt hij
Mag ADO Den Haag dan niet eens een keer bellen? De club kan wel wat rust gebruiken en Martin Jol heeft inmiddels ruimte gemaakt voor een nieuwe technische man. "Ze hebben vijftien jaar geleden al eens gebeld, maar toen zat ik honkvast bij Groningen", aldus Nijland.
Nijland ziet de potentie van ADO. "Als ik de club zie met zo'n ongelooflijk mooie stad, met een grote achterban en een mooi stadion, dan denk ik: daar is toch veel meer uit te halen?"
Toch is hij luid en duidelijk. "ADO mag altijd bellen, maar je moet je ziel en zaligheid erin stoppen als je bij zo'n club aan de slag gaat. Het duurt minimaal vijf jaar om er iets van te maken. Dat ga ik niet doen."