Bloemen voor 59 nieuwe Kamerleden, en waarschijnlijk meteen beladen formatiedebat
Vanaf 13.00 uur is het een beetje feest in de Tweede Kamer. In totaal 59 nieuwe Kamerleden nemen dan voor het eerst plaats op hun blauwe zetel, op de tafel voor hen ligt een bos bloemen. Ze zijn gekozen bij de verkiezingen van 17 maart.
Vandaag leggen ze de eed of de belofte af, samen met de Kamerleden die al in het parlement zaten. En dan zijn er ook nog negen mensen die niet in de vorige Kamer zaten, maar eerder wel. Dan gaat het bijvoorbeeld om premier Rutte en minister Schouten van Landbouw.
Vanwege corona gebeurt de beëdiging in drie groepen van vijftig mensen. Anders is ook dat familieleden en vrienden er deze keer slechts beperkt bij mogen zijn. Publiek is bij debatten in de plenaire zaal van het Kamergebouw al een tijdje niet meer welkom.
Het gaat te ver om alle 59 nieuwkomers voor te stellen, maar bij een paar opvallende doen we dat toch. Zo zijn er twee nieuwe Kamerleden die met voorkeursstemmen gekozen zijn. Ze hebben voldoende stemmers achter zich gekregen om partijgenoten die hoger op de lijst stonden voorbij te streven. En dat is best knap, als je nog niet in de Tweede Kamer zit of regelmatig in het nieuws bent.
59 nieuwe Kamerleden is best veel. De vorige keer dat de volksvertegenwoordiging zo ingrijpend wijzigde, was in 2002. Toen kwamen er alleen al van de Lijst Pim Fortuyn (LPF) in één keer 26 nieuwe Kamerleden in de Kamer.
Na deze verkiezingen is het aantal vrouwen en mensen met een migratieachtergrond in de Kamer toegenomen. Ook komen steeds meer parlementariërs uit de Randstad, analyseerde het Parlementair Documentatie Centrum (PDC). Wat wel ongeveer gelijk is gebleven, is de gemiddelde leeftijd van de Kamerleden: rond de 44 jaar. Maar wie is de jongste nieuwkomer en wie de oudste?
Ongeveer 35 procent van de nieuwe Kamerleden heeft een achtergrond in het bedrijfsleven, maar volgens het PDC zet de trend door dat steeds meer Kamerleden al ervaring hebben in het openbaar bestuur of de politiek, zoals de gemeenteraad of Provinciale Staten.
Toch hebben veel nieuwkomers ook een bijzondere voorgeschiedenis, ervaringen die ze mee kunnen nemen in hun nieuwe baan:
Het is hoe dan ook vandaag een plechtig moment voor de 150 Kamerleden als ze de eed of belofte afleggen. Voluit luidt die:
"Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de Staten-Generaal te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof), dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet. Ik zweer (beloof) dat ik de plichten die mijn ambt oplegt getrouw zal vervullen."
Daarna zal klinken: "dat beloof ik" of "zo waarlijk helpe mij God almachtig". In dat laatste geval is het de bedoeling dat het Kamerlid de twee voorste vingers van zijn rechterhand aaneengesloten opsteekt, zo staat het in de voorschriften.