Een vaccinatielocatie van de GGD in Leiden
NOS Nieuws

Eénprikstrategie: misschien sneller, maar meer onzekerheid op lange termijn

Als er één constante is in het Nederlandse vaccinatiebeleid, dan is het de hoeveelheid kritiek die het oproept. Ook gisteren en vandaag weer bij de persconferentie en in de Tweede Kamer. De meest gestelde vraag is misschien wel hoe demissionair minister De Jonge denkt het vaccinatiebeleid te versnellen.

Een optie die daarbij wordt genoemd is het overstappen op een éénprikstrategie. Door meer mensen in ieder geval een eerste prik te geven, kan de druk op de ziekenhuizen sneller dalen, menen voorstanders op basis van resultaten uit Groot-Brittannië en Israël. Verschillende deskundigen roepen al een tijd op tot een éénprikstrategie, onder wie Ernst Kuipers.

De vraag is echter: hoeveel extra snelheid levert dat op? Die rekensom is niet gemakkelijk te maken, zegt data-analist Marino van Zelst: "Op de lange termijn win je er in ieder geval geen tijd mee, als je iedereen tenminste alsnog een tweede prik wil geven, maar dan later."

Hoogleraar immunologie Marjolein van Egmond van het Amsterdam UMC vraagt zich af of het verstandig is om nu van strategie te veranderen: "Vanaf april komen er echt veel vaccins binnen. De GGD's staan in de startblokken om op te schalen. Voor een nieuwe strategie moet eerst de Gezondheidsraad weer om advies worden gevraagd. Ik verwacht vanaf half mei een daling in de ziekenhuisbezetting vanwege het effect van de vaccinaties en de vraag is echt hoeveel je ermee wint door nu van strategie te veranderen."

Rekensom

Laten we een voorzichtige bierviltjesberekening maken, met een aantal aannames en onzekerheden, op basis van wat minister De Jonge vandaag aan de Tweede Kamer schrijft over het geplande vaccinatieschema.

Volgens De Jonge kunnen bijna alle Nederlandse meerderjarigen die dat willen voor 1 juli een eerste prik hebben gehad. Er zijn in Nederland ruim 14 miljoen meerderjarigen. Bij een vaccinatiebereidheid van 85 procent moeten er dan 11,8 miljoen eerste prikken worden uitgedeeld.

Stel: Nederland besluit dat iedereen vanaf 1 april nog maar één prik krijgt. Op dat moment zijn er naar schatting 2,8 miljoen prikken uitgedeeld. 800.000 daarvan zijn tweede prikken. Als je iedereen vanaf het begin één prik had gegeven, had je aan 11,8 miljoen doses genoeg gehad. Maar omdat er al 800.000 tweede prikken gezet zijn, moeten er in deze rekensom 12,6 miljoen gezet zijn voordat alle bereidwillige Nederlanders een eerste prik ontvangen hebben.

Volgens minister De Jonge wordt er zo snel als mogelijk geprikt:

De Jonge: er wordt zo snel geprikt als we kunnen

Volgens het schema van De Jonge kunnen er op 1 juni in totaal 10,4 miljoen prikken gezet zijn. Er zijn dan nog 2,2 miljoen prikken nodig voor de gehele bevolking. Het vaccinatietempo bedraagt in juni naar verwachting iets meer dan 200.000 prikken per dag. Rond 11 juni zou je dan klaar zijn. Voor de totale populatie win je er dus bijna drie weken mee ten opzichte van de 1 juli van De Jonge.

Waarschijnlijk nog iets meer, zegt Van Zelst: "Om te voorkomen dat mensen door tegenvallers in de levering geen tweede prik kunnen krijgen, wordt er op dit moment een veiligheidsvoorraad aangehouden. Als je overstapt op een éénprikstrategie, kun je alle binnengekomen vaccins gelijk wegprikken."

Kwetsbaren en 60-plussers

Nog belangrijker dan de vraag wanneer iedereen een eerste prik kan hebben gehad, is wanneer dat geldt voor alle kwetsbaren en zestigplussers. Zij hebben immers een groter risico om in het ziekenhuis te belanden na een corona-infectie. Volgens De Jonge zijn zij met de huidige strategie rond half mei gevaccineerd. Dan zijn er in totaal zo'n 7,8 miljoen prikken uitgedeeld.

Met een éénprikstrategie vanaf april zou je alle zestigplussers en kwetsbare mensen na zo'n 7 miljoen gezette prikken gehad hebben, omdat er dan geen tweede prikken gegeven hoeven te worden. Dat levert een voordeel van iets meer dan een halve week op, op basis van het vaccinatietempo in mei. Hier geldt ook weer voor dat het waarschijnlijk wat meer is, omdat er geen veiligheidsvoorraad meer nodig is.

Als het doel is om de druk op de ziekenhuizen snel te verlichten, zijn we te laat, denkt Van Zelst: "Daar valt niet meer tegenop te vaccineren. Ook omdat mensen niet gelijk goed beschermd zijn als ze zijn gevaccineerd."

Vandaag is het vaccineren met AstraZeneca hervat, na een tijdelijke stop:

Prikken met AstraZeneca hervat in Rotterdam: 'Ik heb niet getwijfeld'

Volgens Marjolein van Egmond zijn de eerste beschermingseffecten van een eerste prik al na een paar weken zichtbaar zijn. Toch vindt ze het geen goed idee om te lang te wachten met de tweede prik: "Uit alle onderzoeken blijkt dat de tweede prik een belangrijke boost geeft aan het effect van de eerste prik en de immuunreactie veel sterker wordt. Waarschijnlijk duurt de bescherming ook langer, maar dat weten we pas achteraf zeker."

Datzelfde zegt de Gezondheidsraad, die geen nieuw advies wil geven over het uit- of afstellen van een tweede prik: "Onvoldoende bescherming tegen infectie kan niet alleen leiden tot meer ziekte, maar vergroot in theorie ook het risico op het verschijnen en verspreiden van virusvarianten die minder goed te bestrijden zijn. Dit komt omdat lage antistofniveaus kunnen leiden tot selectie van virusvarianten die minder gevoelig zijn voor de aangemaakte antistoffen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl