Britse beer brult niet meer in Omloop: Stannard overwon alles, maar niet reuma
"Het ondenkbare gebeurt hier", stamelt de commentator. Duizenden wielerkoersen had Maarten Ducrot van dichtbij gezien, vanuit het peloton zelf en in het commentaarhokje. Maar zo'n stunt als in De Omloop het Nieuwsblad van 2015 had hij nog nooit gezien.
Op 40 kilometer van de finish wreef Patrick Lefevere zich al in de handen. Dat zijn QuickStep-ploeg het klassieke voorjaar domineerde was hij gewend. Maar zo dominant als deze dag in de Vlaamse Ardennen had ook hij zelden gezien.
Drie van zijn renners waren gedemarreerd: Stijn Vandenbergh, Niki Terpstra en de lieveling van heel België, Tom Boonen. De laatste had zijn zinnen gezet op De Omloop, een van de weinige Vlaamse voorjaarskoersen die nog niet op zijn palmares prijkte.
Ze moesten alleen nog even afrekenen met Ian Stannard, de Britse hardrijder die een jaar eerder gestunt had door Greg Van Avermaet in de sprint te kloppen. Maar dat was in barbaarse omstandigheden. Vandaag scheen een waterig zonnetje boven Vlaanderen.
Drie tegen een, dat kon niet misgaan. Maar het ging wel mis. "We waren bezig een showtje op te voeren", zei Terpstra achteraf. "Ik denk dat we nu wel uitgelachen zullen worden."
Het is even wennen. Tien jaar lang was hij de smaakmaker van het openingsweekend van het Vlaamse wielervoorjaar. Hoe slechter de omstandigheden, hoe beter de beresterke Brit. Maar dit jaar zit hij thuis, in Manchester.
Sinds november is Stannard profrenner af. "Uit bloedtesten bleek dat ik reumatoïde artritis heb. Een progressieve auto-immuunziekte waardoor mijn gewrichten gaan ontsteken. Mijn lichaam is zichzelf aan het vernietigen, zeg maar."
De kenmerkende brede glimlach is er nog altijd, merken we als we met hem videobellen. Ook al is de aanleiding verre van vrolijk.
"De klachten begonnen in de Vuelta van 2019. Mijn polsen waren zo opgezwollen en pijnlijk, dat ik niet eens mijn stuur kon vasthouden. De pijn in mijn enkels was het ergste, alsof ze bij elke omwenteling in brand stonden. Op pijnstillers heb ik die ronde uitgereden. Na de Vuelta zou het met wat rust wel goedkomen. Dat dacht ik."
Tijdens de lockdown kwam het echt bij me binnen. Holy crap, wat als de pijn nooit meer verdwijnt?
De klachten verdwenen niet. Toch reed Stannard gewoon De Omloop, zijn achtste, en Kuurne-Brussel-Kuurne. Aanvallend, met volle overgave, zoals alleen hij dat kan. Maar op strijdlust alleen win je geen wedstrijden. In zijn laatste Omloop eindigde Stannard nog net binnen de topvijftig, als 49ste.
"De pijn en de twijfels hield ik voor mezelf, ik wilde zo weinig mogelijk laten merken. Tijdens de lockdown kwam het echt bij me binnen. Holy crap, wat als de pijn nooit meer verdwijnt?"
De loopbaan van de in Chelmsford geboren Stannard begon op de wielerbaan van Manchester. Uit die tijd stamt ook de bijnaam Yogi, bedacht door trainer Shane Sutton die de sterke Stannard graag vergeleek met Yogi Bear.
Samen met Geraint Thomas won hij als lid van de achtervolgingsploeg ooit goud bij de Europese titelstrijd voor beloften. Thomas zou later twee keer olympisch goud winnen en drie keer wereldkampioen worden in die discipline. Op de weg waren de twee meer aan elkaar gewaagd. Zoals in 2006, in de junioreneditie van Parijs-Roubaix.
Stannard schudt lachend zijn hoofd. "Ik koers al sinds mijn dertiende samen met Geraint. Op 20 kilometer voor de wielerbaan in Roubaix kwamen we met zijn tweeën voorop. We reden een paar uur voor de profs uit en de route was al bezaaid met supporters. Het was geweldig."
Tot een sprint zou het niet komen. "Wat er gebeurde? Ik draaide als eerste de wielerbaan op. Tenminste, dat dacht ik. Maar ik stuurde naar links, zo achter de jury-auto aan die werd afgeleid. Geraint ging naar rechts en won."
Stormachtig debuut in Vlaanderen
Toen British Cycling in 2010 Team Sky in het leven riep, behoorden Thomas en Stannard tot de eerste lichting. De entree van de ambitieuze en peperdure ploeg in het peloton mag je gerust stormachtig noemen.
Omloop Het Nieuwsblad werd meteen een prooi voor de van Rabobank overgenomen Juan-Antonio Flecha. Stannard keek die dag zijn ogen uit. Daarna ging hij ook van start in Kuurne-Brussel-Kuurne. "Mijn enige opdracht was: Enjoy and go for it."
Bij de start in Kuurne was het nog droog en een graad of tien. Maar al snel brak de hel los boven Vlaanderen. Een onophoudelijk regengordijn werd uitgestort over de renners, waarvan de meeste gewoon in korte broek en korte mouwen waren gestart. "Uiteindelijk zouden er maar 26 renners finishen", weet Stannard nog.
"Ik was de hele dag in de aanval geweest en mocht in een kopgroep van drie sprinten om de zege. Maar toen het zover was, kon ik geen trap meer doen."
Stannard werd derde achter de Nederlanders Bobbie Traksel en Rick Flens. "Ik stond doorweekt te klappertanden op het podium. Mijn ploegleider Servais Knaven vroeg me later of ik misschien uitgedroogd was. Vond hij grappig."
Als de omstandigheden onmenselijk waren, kwam Stannard vanzelf bovendrijven. Zoals in de verregende Omloop Het Nieuwsblad van 2014. Eigenlijk had Stannard zich al neergelegd bij de tweede plaats, toen hij met Greg Van Avermaet op de finish in Gent afstormde. "Greg was een handschoen kwijt, weet ik nog. Daar putte ik hoop uit. Misschien is hij toch te kloppen. Ik ging heel vroeg aan en wachtte op Greg, maar die kwam niet."
Met de handen verkleumd om het stuur, niet in staat om nog een zegegebaar te maken, rolde Stannard als winnaar over de streep. "Veel mensen zagen mij vooral als knecht in de Tour, iemand die op kop beukte voor Chris Froome. Misschien werd ik daarom weleens onderschat. In 2015 was dat zeker zo."
Bijna wekelijks wordt Stannard herinnerd aan zijn zege in De Omloop van 2015. Wielerfans en collega's smullen nog altijd van de beelden. "Ik dacht ook dat ik kansloos was, maar had het geluk dat een groepje met Sep Vanmarcke druk bleef zetten achter de kopgroep. Natuurlijk bleef ik in het laatste wiel en liet me gewoon meevoeren. Zo kon ik me sparen, terwijl zij alles gaven."
De finale begon met een aanval van Boonen, bang om door ploeggenoot Terpstra gefopt te worden. "Bij Boonen was het beste eraf", zag Stannard, die aan langzame, gestage achtervolging begon. "Hoe langer ik erover zou doen om Boonen in te rekenen, hoe minder tijd zij hadden voor de volgende aanval."
Daarna zag Terpstra zijn kans schoon, maar hij werd tot zijn grote frustratie gecounterd door ploeggenoot Vandenbergh. "Daarna ging Niki. En tot mijn grote verbazing ging Vandenbergh achter hem aan, zijn eigen ploeggenoot. En in zijn wiel zat ik natuurlijk".
Vervolgens kwam het moment van Stannard. "Sod it, ik ga. Alleen Niki wist het gaatje te dichten, maar die begon veel te vroeg te sprinten. Hij week zelfs nog even van zijn lijn toen ik voorbij kwam. Hoe ik die wedstrijd toen heb kunnen winnen, is mij nog altijd een raadsel."
Dromen van Roubaix
De Omloop was het hoogtepunt in de loopbaan van Stannard. Maar zijn droom was Parijs-Roubaix. In 2016 offerde hij zelfs zijn kans op een hattrick in De Omloop op om zich optimaal te kunnen voorbereiden op de ultieme kasseienkoers.
Dat jaar kwam hij dicht in de buurt van de zege. Heel dichtbij. "Ik trok hard door op de kasseistrook Camphin-en-Pévèle en opeens waren we nog met zijn vijven. Boonen, Vanmarcke en mijn oude ploegmaten Edvald Boasson Hagen en Matthew Hayman. Daarna regende het aanvallen, maar niemand kwam echt weg."
Bij het opdraaien van de wielerbaan van Roubaix sloot Stannard aan bij drie koplopers. "Reken maar dat ik wist welke bocht ik moest nemen", verwijst hij met een knipoog naar het debacle in de juniorenkoers met Thomas. "Maar ik had niet meer de kracht om voluit te sprinten. Mijn maatje Hayman won. Ik werd derde, maar had niet blijer kunnen zijn voor hem."
Er zouden nog genoeg kansen komen, dacht Stannard. "Hayman was 37 jaar toen hij won. Ik ben nu 33 jaar en wilde nog vier of vijf jaar koersen. Dat kan nu niet meer, maar ik voel nog steeds veel liefde voor de sport."
Inmiddels is hij aan de slag als ploegleider bij het continentale Trinity Racing, de ploeg die Tom Pidcock voortbracht. Neemt hij het klassiekerstokje van Stannard over? "Ik heb hem nog meegemaakt, toen hij op trainingsstage was bij Ineos. Tom is bescheiden en heel leergierig. Het zou mij niet verbazen als hij meteen meedoet om de zege."
Of hij zelf De Omloop gaat kijken op de televisie weet Stannard nog niet. "Misschien ga ik ook wel een rondje rijden met mijn kinderen. Ach, dit was toch niet mijn wedstrijd geworden. Veel te goed weer."