Commissie adviseert kabinet adopties uit buitenland te stoppen na ernstige misstanden
Het kabinet moet de adopties van kinderen uit het buitenland voorlopig helemaal stopzetten. Dat is de conclusie van een nog te verschijnen rapport van de commissie-Joustra, bevestigen ingewijden een bericht daarover uit het AD.
De krant heeft het over een "snoeihard oordeel" over de Nederlandse adoptiecultuur en de rol van de overheid daarbij. Er was volgens de commissie sprake van ernstige misstanden bij adopties van kinderen uit Bangladesh, Brazilië, Colombia, Indonesië en Sri Lanka tussen 1967 en 1997.
Tijdens het onderzoek bleek dat het probleem tot op de dag van vandaag voortduurt. Omdat de adoptiepraktijken nog steeds niet deugen, moet het naar Nederland halen van kinderen voorlopig stoppen, citeert de krant uit het advies.
In het rapport wordt er onder meer gesproken over kinderdiefstal, kinderhandel, corruptie, vervalsing en diefstal van documenten, onethisch handelen van ambtenaren en het onder valse voorwendselen overbrengen van adoptiekinderen.
De commissie-Joustra vindt dat het leed van kinderen en ouders uit de vijf landen moet worden erkend. De commissie pleit daarom voor een meldpunt.
De ministerraad spreekt vandaag over het rapport dat maandag wordt gepubliceerd. Over de aanbevelingen bestaat binnen het kabinet volgens het AD grote onenigheid.
Minister Dekker kondigde in 2018 het onderzoek aan, nadat er informatie naar boven was gekomen over misstanden bij adopties. Daarbij waren mogelijk ook Nederlandse overheidsfunctionarissen betrokken. Dekker wilde onderzocht hebben wat er precies was gebeurd. Het ministerie van Justitie wil niets zeggen over het rapport, behalve dat het maandag wordt gepresenteerd.
Vorig jaar sleepte Dilani Butink, geadopteerd uit Sri Lanka, de Nederlandse Staat voor de rechter om erkenning van schuld af te dwingen bij de frauduleuze adopties. In september oordeelde de rechtbank dat de zaak verjaard is en dat er daarom geen inhoudelijke behandeling volgt: