Dilani Butink
NOS Nieuws

Adoptie van kinderen uit Sri Lanka 'was afleveren van bestelde goederen'

De adoptie van kinderen uit Sri Lanka in de jaren 70, 80 en 90 was niet in het belang van die kinderen. Het was business, betoogt advocaat Komp in de rechtszaak tegen de Staat en bemiddelingsorganisatie Stichting Kind en Toekomst.

De zaak is aangespannen door de 28-jarige Dilani Butink, die in 1992 door Nederlandse ouders is geadopteerd. Haar advocaat stelt dat er ernstige fouten zijn gemaakt door de Staat en de stichting en dat ze niet kritisch genoeg waren op de gang van zaken in Sri Lanka.

Dat blijkt volgens haar uit het verhaal van Butink. Haar Nederlandse ouders reisden in 1992 naar het land om een kindje te adopteren. Eenmaal daar bleek dat toch niet beschikbaar te zijn. Met hulp van Kind en Toekomst werd Butink geadopteerd. Een van de bemiddelaars ter plaatse is later opgepakt voor illegale adopties, zegt advocaat Komp.

"Sri Lankaanse bemiddelaars kregen zo'n 4000 gulden, vijftig keer het normale maandloon van een inwoner van het land. Het ging om geld verdienen en zakendoen. Het was aflevering van bestelde goederen", stelt Komp.

Verjaring

De advocaat van de Staat zegt dat de zaak verjaard is en dat er daarom geen sprake kan zijn van een rechtszaak. De zaak had uiterlijk in 2012 aangespannen had moeten worden, 20 jaar na de adoptie, aldus de advocaat, die medeleven toont. "De Staat betreurt dat de zoektocht van eiseres naar haar biologische ouders nog niet tot het gewenste resultaat heeft geleid."

De Stichting Kind en Toekomst betoogt dat de adopties destijds wel volgens de regels zijn verlopen. Zo stonden volgens de advocaat in onder andere de geboorteakte, het medisch rapport en de afstandsverklaring van de biologische moeder geen opmerkelijke zaken.

De advocaat zegt dat voorzitter Bertie Treur destijds heeft meegelopen met mensen in Sri Lanka om te kijken hoe het adoptieproces verliep. "Ze zag daar zelf dat rechters kritisch waren tegenover biologische moeders en dat hen werd gevraagd of ze hun kind ter adoptie wilden afstaan en of ze wisten wat de gevolgen waren."

Het zijn de simpele vragen: 'van wie heb ik mijn neus?' of 'van wie heb ik mijn ogen?'

Dilani Butink, in 1992 geadopteerd als baby in Sri Lanka

Voorzitter Treur is geraakt door de zaak, zegt ze in de rechtszaal. Ze richtte de stichting op om kinderen een toekomst te geven, vertelt ze. "Nu heb ik het gevoel gekregen dat wat in ik tientallen jaren heb gedaan, dat daar allemaal fouten bij zijn gemaakt. En dat maakt me ontzettend verdrietig."

Dilani Butink heeft er nog elke dag last van, vertelt ze. "Als je papieren moet invullen met bijvoorbeeld je geboorteplaats, wat moet ik dan invullen? Of als je iemand ontmoet en diegene je vraagt waar je vandaan komt, wat moet ik dan zeggen? Dat vind ik heel lastig."

Erkenning voor misstanden

"Het zijn de simpele vragen: 'van wie heb ik mijn neus?' of 'van wie heb ik mijn ogen?' Die antwoorden moeten duidelijk zijn. Dat klinkt heel simpel, maar dat is wel belangrijk." Ze wil dat er erkenning komt voor de misstanden die er zijn geweest.

"Je probeert zo zorgvuldig mogelijk te zijn, maar dat is soms niet gelukt", erkent voorzitter Treur van Kind en Toekomst. "Als je het verhaal van Dilani en van anderen hoort, denk je: was het wel goed om te doen? Dat maakt me somber, maar ik ben ervan overtuigd dat deze kinderen er anders nooit zouden zijn geweest als ze niet waren geadopteerd."

De rechtbank in Den Haag doet op 9 september uitspraak in de zaak.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl