Onderzoekscommissie: geen aanwijzingen voor antisemitisme binnen vakgroep Cliteur
Er is nooit sprake geweest van antisemitisme binnen de afdeling van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden waar Paul Cliteur hoogleraar is. Dat concludeert de commissie-Corstens na gesprekken met 27 (oud-)promovendi en (oud-)medewerkers van de universiteit.
Aanleiding voor het onderzoek waren beschuldigingen dat Cliteur jarenlang "vermeende antisemitische uitlatingen" van Forum voor Democratie-leider Thierry Baudet had genegeerd. Cliteur begeleidde hem in Leiden bij zijn promotie. Baudet ziet de Leidse hoogleraar, die tot voor kort ook in de Eerste Kamer zat voor FvD, als zijn intellectuele mentor.
Cliteur zou door de jaren heen meerdere malen zijn gewezen op mogelijk antisemitische uitspraken van Baudet. Maar volgens GeenStijl heeft hij nooit ingegrepen en de verhalen hierover gebagatelliseerd.
Niets te verwijten
De onderzoekscommissie concludeert nu dat de hoogleraar niets te verwijten valt. In 2008 zou er wel een student zijn geweest die Baudet had horen zeggen dat "de Holocaust nodig was geweest om het christendom in West-Europa te redden". De FvD-leider ontkent tegen de commissie dat dit voorval ooit heeft plaatsgevonden. Bovendien had de student Cliteur er nooit van op de hoogte gebracht, zeggen de onderzoekers. Hem valt dus niets te verwijten, zeggen zij.
Tegen de Leidse universiteitskrant Mare zegt Cliteur in een eerste reactie dat hij al vanaf dag één wist dat de aantijgingen tegen hem ongegrond waren. "Ik was dus ook niet bezorgd en ben nu ook niet opgelucht."
'Aanzien aangetast'
De beschuldigingen aan Cliteurs adres kwamen nadat er ophef was ontstaan rond antisemitische uitspraken binnen de jongerenorganisatie van Forum voor Democratie. Ook Baudet zelf zou zich antisemitisch hebben uitgelaten.
Volgens de Leidse rector magnificus Carel Stolker raakte "het verwijt van een patroon van antisemitisme" ook Cliteur. Daarom kwam er een onderzoek.
Stolker zegt nu blij te zijn met de resultaten. "Door het rapport zijn de zorgen over deze geruchten over antisemitisme weggenomen. Dat is heel belangrijk: allereerst voor de betrokken hoogleraar en de medewerkers van de afdeling, maar natuurlijk ook voor de medewerkers en studenten van de faculteit en van de universiteit."
De commissie-Corstens zegt dat de beschuldigingen van antisemitisme binnen de universiteit tot "grote onrust" en "hevige reacties" hebben geleid. "Hiermee is ten onrechte het aanzien van de afdeling en daarmee ook dat van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid en de Universiteit Leiden aangetast."
De commissie adviseert het faculteitsbestuur om snel een einde te maken aan die onrust, onder meer door in gesprek te gaan met medewerkers over de conclusies van het onderzoek.