Top over aanpassingen aan nieuw klimaat; waar moet Nederland zich op voorbereiden?
Landen kunnen veel van elkaar leren als het gaat over extremer weer als gevolg van klimaatverandering. Morgen begint daarom een internationale online-topconferentie, die is georganiseerd door Nederland. Tientallen staatshoofden en regeringsleiders doen eraan mee. Het is voor het eerst dat er zo'n grote 'klimaat-adaptatietop' wordt gehouden.
Adaptatie wil zeggen: aanpassen aan de effecten van klimaatverandering. Daarmee is deze conferentie anders dan de klimaattoppen die altijd aan het eind van het jaar plaatsvinden, zoals in Parijs (2015) en voor het laatst in Madrid (2019). Op die jaarlijkse bijeenkomsten gaat het over het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen die klimaatverandering veroorzaken.
Dit Indonesische dorp wordt door de stijgende zeespiegel langzaam opgeslokt door zee:
Niet alleen arme landen ver weg kampen met de effecten van de opwarming; ook Nederland doet dat. Peter Kuipers Munneke, klimaatwetenschapper en weerpresentator bij de NOS, zet de belangrijkste gevolgen voor Nederland op een rij. Aanpassingen aan het klimaat in Nederland kun je volgens hem grofweg onderverdelen in aanpassingen aan extremer weer en aan de stijgende zeespiegel.
Tot 2050 kan aantal warme dagen verdubbelen
Doordat het in Nederland in de afgelopen eeuw ruim twee graden warmer is geworden, hebben we tegenwoordig vaker met extreem weer te maken dan vroeger. Zo is het aantal tropische dagen vervijfvoudigd; tot het jaar 2050 zou het aantal extreem warme dagen nog eens ruim kunnen verdubbelen.
Die extreem warme dagen, maar ook de warme nachten, zorgen voor ongezonde warmte binnenshuis. En ook voor een flinke oversterfte: tijdens de hittegolf in de zomer van 2020 zijn een paar honderd Nederlanders meer overleden dan normaal. Om woningen, kantoren en scholen toch koel te houden, zouden die aangepast moeten worden aan een klimaat met meer hitte.
Droge periodes worden droger
Doordat het warmer wordt, neemt ook de neerslag toe. Natte periodes worden natter: 's winters regent het flink meer dan vroeger, en ook in de zomer neemt het aantal extreme hoosbuien toe. Tegelijk verdampt er meer water uit de bodem. Dat betekent dat droge periodes juist droger worden. In de afgelopen drie zomers heeft ons land te maken gehad met extreme droogte, met grote gevolgen voor de natuur en de watervoorziening. Ook deze trend zet in de toekomst door.
Om watermassa's en droogte beter aan te kunnen, zou het hele watersysteem op de schop en flexibeler moeten worden. Niet alleen moeten de rivieren 's winters meer water kunnen afvoeren, ook wordt gekeken hoe er meer water op het land kan worden vasthouden om uitdroging te voorkomen. De bufferfunctie van het Nederlandse watersysteem moet kortom flink worden aangepakt om de grotere extremen op te kunnen vangen.
Zo verandert het klimaat:
Op de lange termijn zijn in Nederland de grootste en meest kostbare aanpassingen nodig door de stijgende zeespiegel. Wereldwijd stijgt de zeespiegel steeds sneller. Die versnelling zien we aan de Nederlandse kust nog niet, maar dat is in de toekomst wel onontkoombaar. De zee kan aan het eind van de eeuw zomaar een meter hoger staan dan nu, en volgens sommige rapporten nog wel hoger. En dat is op veel manieren zeer ingrijpend.
Zo zal het lastiger en duurder zijn om laaggelegen polders droog te houden. Neem als voorbeeld de provincie Friesland, waar overtollig water wordt afgevoerd via de Friese boezem, een enorm stelsel van vaarten en kanalen dat nu nog tijdens eb kan leeglopen in zee. Stijgt de zee een meter, dan moet dat water mechanisch worden weggepompt.
Overstromingsrisico
Bij een hogere zeespiegel nemen overstromingsrisico's ook heel snel toe. Deltares heeft becijferd dat het huidige programma van kustversterking drie tot vier keer zo groot moet worden. De Maeslantkering bij Maassluis hoeft nu vrijwel nooit gesloten te worden, maar bij een meter zeespiegelstijging wordt de Rotterdamse haven een paar keer per jaar onbereikbaar.
De Oosterscheldekering moet bij een meter extra zeespiegel zelfs 50 dagen per jaar dicht. Tot slot dringt het zoute zeewater steeds verder het land in, waardoor het oppervlakte- en grondwater steeds verder verzilt. Ook dat vraagt aanpassingen voor de landbouw en de zoetwatervoorziening.