Kabinet houdt vast aan verhuizing Binnenhof
Het kabinet houdt vast aan het zo snel mogelijk verhuizen van alle medewerkers van het Binnenhof zodat de geplande grootscheepse renovatie zo snel mogelijk kan beginnen. Dat schrijft staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken aan de Kamer. Volgens Knops zijn de "grenzen van brandveiligheid van het Binnenhof in zicht en moet er zo snel mogelijk verhuisd worden" zodat de verbouwing kan beginnen.
Over de kwestie is al een tijd onenigheid: een deel van de Tweede Kamer twijfelt aan nut en noodzaak van verhuizen. Volgens Kamerleden is het goedkoper om in de Kamergebouwen te blijven werken tijdens de renovatie. Ook zijn er twijfels over het beoogde tijdelijke onderkomen: dat zou niet corona-proof zijn. Het voormalige ministerie van Buitenlandse Zaken werd voor 161 miljoen euro omgebouwd om de Tweede Kamer te huisvesten.
Ook hebben Kamerleden vragen over de voorbereidingen van de uitvoerder, het Rijksvastgoedbedrijf. Bovendien vrezen ze dat ze op een andere locatie moeten toezien hoe het project jaren langer gaat duren en veel duurder zal uitpakken.
Het bestuur van de Tweede Kamer, onder leiding van Kamervoorzitter Arib, liet daarom nieuw onderzoek doen. Dat stelde dat Kamerleden, hun medewerkers en ambtenaren juist niet weg hoeven en concludeerde dat een een gefaseerde renovatie meer dan 90 miljoen euro goedkoper is en niet veel langer duurt.
Spoedig vertrek
Maar Knops schrijft dat wat het kabinet betreft een spoedig vertrek wel de beste optie is voor de renovatie van de historische gebouwen in de Haagse binnenstad. Dat zou minder overlast geven, en goedkoper, sneller en veiliger zijn. Al met al, schrijft Knops vandaag, ziet het kabinet "geen aanleiding om de politieke opdracht van 2016 te herzien."
Volgende week spreekt de Tweede Kamer over de verbouwing en verhuizing.