Ollongren wil een Nationaal coördinator discriminatie en racisme
De Nederlandse overheid gaat kijken of er een 'Nationaal coördinator discriminatie en racisme' moet komen. Minister Ollongren laat snel uitzoeken hoe die moet gaan werken. Ze wil in het voorjaar ook een Staatscommissie Discriminatie en Racisme instellen, die langdurig onderzoek gaat doen naar discriminatie en racisme in Nederland en de mechanismen die daarachter zitten.
De minister van Binnenlandse Zaken schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat zij gehoor geeft aan voorstellen die D66 en Denk hebben gedaan in een debat op 1 juli over institutioneel racisme. Daarbij waren ook premier Rutte en minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid aanwezig.
Volgens Ollongren is het een probleem dat discriminatie en racisme onder meerdere bewindspersonen vallen. Er wordt wel overlegd, maar om er echt iets tegen te doen is een meer gecoördineerde aanpak nodig, schrijft zij. Ze denkt dat een nationaal coördinator "met een stevige positie midden in de overheid", die ook contact onderhoudt met bijvoorbeeld gemeenten, verschil kan maken.
Groot onderzoek
De Nationaal coördinator moet zich op alle vormen van discriminatie gaan richten: van racisme en moslimhaat tot lhbti- en gender-achterstelling. Ollongren laat de mogelijkheden nu onderzoeken.
De staatscommissie was een idee van de PvdA en het CDA. Zo'n staatscommissie wordt ingesteld om regering en parlement te adviseren over lastige kwesties. Onlangs bracht bijvoorbeeld de staatscommissie-Remkes advies uit over het parlementair stelsel.
Aanleiding voor het debat waren de grote anti-racismedemonstraties na de dood van George Floyd op 25 mei door politiegeweld in de Verenigde Staten. Op 1 juni vond in Amsterdam, ondanks de coronabeperkingen, een veelbesproken protest plaats in het kader van de Black Lives Matter-beweging. Rutte sprak die week van 'systemisch racisme' in Nederland.