Indirecte vaccinatieplicht of niet? 'Er zijn minder heftige alternatieven'
Mogen we straks alleen met een vaccinatiebewijs in de hand naar de kroeg, festival of een groot concert? Tweede Kamerleden worstelden gisteren met dit vraagstuk. Ze noemden het "spannend" of "best een lastige ethische kwestie". Want in hoeverre kan en mag je straks iemand ergens de toegang weigeren omdat diegene niet is ingeënt met een coronavaccin?
VVD-Kamerlid Hayke Veldman opperde in het debat zo'n "indirecte vaccinatieplicht", maar minister De Jonge zei daar niet veel voor te voelen. Tegelijkertijd kan de minister zich wel voorstellen dat bijvoorbeeld verpleeghuizen anders met de maatregelen omgaan als bewoners en medewerkers allemaal zijn ingeënt. Geen dwang, maar drang? Nieuwsuur dook erin:
Deskundigen kijken er verschillend naar. Zo verwacht Johan Legemaate, hoogleraar gezondheidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam, niet dat niet-ingeënte mensen straks massaal de toegang wordt geweigerd. "Private ondernemingen mogen natuurlijk doen wat hun goeddunkt, maar zo'n besluit roept allerlei ethische en maatschappelijke vragen op. Bovendien zal de uitvoering lastig zijn en verliezen ondernemers er mogelijk klanten mee."
Zijn collega-hoogleraar gezondheidsrecht Jaap Sijmons, van de Universiteit Utrecht, denkt dat de coronaregels in sommige gevallen best kunnen worden versoepeld voor mensen die zijn gevaccineerd, bijvoorbeeld in de zorg. Maar een indirecte verplichting wil hij dat niet noemen. "Je kunt het ook omdraaien: er gelden nu regels en verboden die soms best drastisch zijn, maar zijn die nog reëel als iemand is gevaccineerd? Je kunt toch niet tegen ingeënte mensen zeggen dat je diezelfde harde maatregelen tegen hen moet blijven nemen?"
Voorwaarde voor deze redenering is dat het vaccin heel goed werkt en dat elke groep in dezelfde mate wordt beschermd, benadrukt Sijmons. "Dat is nu nog niet goed te zeggen."
Minder heftige alternatieven
Ook is versoepelen juridisch maatwerk, zegt hij. "Een museum kan bijvoorbeeld niet zeggen: je komt alleen binnen als je bent ingeënt. Want musea kunnen ook minder zware maatregelen nemen om besmettingen te voorkomen, zoals door looproutes in te stellen en een beperkt aantal bezoekers toe te laten." In juridische termen geldt hierbij het principe van subsidiariteit: als er een minder zwaar middel bestaat, moet dat eerst worden ingezet.
Ook medisch-ethicus Martine de Vries van de Universiteit Leiden hamert op die subsidiariteit. Maar waar Sijmons in theorie wel kansen ziet voor versoepelingen voor ingeënte mensen, vindt zij dat onwenselijk. "Er zijn minder heftige alternatieven die nog niet zijn geprobeerd. Binnenkort kunnen we misschien op grote schaal sneltests doen: in plaats van dat je je vaccinatieboekje laat zien, doe je dan gewoon zo'n sneltest voordat je naar een Ajax-wedstrijd gaat."
De Vries vindt dat het kabinet eerst het doel van de vaccinaties duidelijk moet maken. "Daar hangt veel vanaf. Wil het kabinet de verspreiding van het coronavirus helemaal stoppen? Of voorkomen dat de kwetsbaarste mensen ziek worden? Als dat laatste het geval is, waarom zou een jongere dan niet het gemeentehuis in mogen lopen als hij of zij niet is ingeënt?"
Betere informatievoorziening vanuit de overheid is in ieder geval beter dan een indirecte verplichting, vindt De Vries. "We weten nog niet hoe de vaccins precies werken, of ze gaan doen wat ze beogen, wat de bijwerkingen op lange termijn zijn. Bovendien zijn bijvoorbeeld gezonde jongeren tussen de 20 en 40 misschien pas over driekwart jaar aan de beurt. Dan kun je niet stellig zeggen: het moet."