De politie deelt dit boekje uit aan slachtoffers om hen te informeren over hun rechten
NOS Nieuws

Politie wil neutralere toon zedenrechercheurs: 'We willen niet ontmoedigen'

  • Sophie Feenstra

    redacteur Binnenland

  • Sophie Feenstra

    redacteur Binnenland

Hoe kan de politie zedenslachtoffers informeren over wat hen na aangifte te wachten staat zonder ze daarmee af te schrikken? Met die vraag moest de politie aan de slag na een kritisch rapport van de Inspectie Justitie & Veiligheid afgelopen zomer.

Uit dat rapport bleek dat slachtoffers zich na een eerste gesprek met politie soms ontmoedigd voelen om daadwerkelijk aangifte te doen. Ook voelden sommige slachtoffers zich gedwongen tot het nemen van twee weken bedenktijd of vonden ze dat ze na de aangifte slecht op de hoogte werden gehouden. De politie heeft nu een plan van aanpak gemaakt om te dit verbeteren.

Lidewijde van Lier, zedenadviseur bij de politie, wijst erop dat in het rapport ook stond dat het grootste deel van de slachtoffers tevreden was over hun contacten met de politie. "Maar er zijn inderdaad verbeterpunten."

Betere toon

Het begint altijd met het informatieve gesprek, waarin het slachtoffer zijn of haar verhaal kan doen. De politie vertelt vervolgens hoe het proces na een eventuele aangifte verder zal gaan.

"In dat gesprek is de toon dus heel belangrijk", zegt Van Lier. Bij zaken zonder sporen of getuigen willen rechercheurs de slachtoffers soms behoeden voor een intensief en weinig kansrijk traject. "Maar dat is niet de bedoeling, slachtoffers moeten zelf de keuze maken of ze aangifte gaan doen."

En dat kan lastig zijn, beaamt Van Lier. Want negen op de tien slachtoffers vragen of aangifte doen zin heeft. "Maar het is uiteindelijk aan het Openbaar Ministerie om te besluiten of ze over gaan tot vervolging. Daar moeten we als politie dus veel neutraler in zijn."

Gesprekken terugluisteren

Hiervoor wordt gestart met structurele intervisie. "Het regelmatig terugluisteren van je gesprekken helpt om de juiste toon te vinden", legt van Lier uit. Zo moet een rechercheur misschien vragen welke kleding het slachtoffer op het moment van de verkrachting aan had. "Dat kan de indruk wekken dat de rechercheur denkt dat het de eigen schuld is van het slachtoffer. Maar als je goed uitlegt waarom je dat moet weten klinkt het veel minder veroordelend."

Slachtofferadvocaat Louke Korfker staat veel zedenslachtoffers bij en herkent dit beeld. Ze is blij dat de politie wat wil doen aan de toon van de zedenrechercheurs. "Ik heb ze in alle varianten meegemaakt, van heel aardig tot heel lomp. Maar als het doel is om slachtoffers te informeren over een ingewikkeld proces, dan doen ze dat nu niet goed. Mijn indruk is eerder dat ze de valse aangiftes eruit willen vissen."

Bedenktijd

In het plan van de zedenpolitie is ook opgeschreven dat er beter gevraagd moet worden naar de verwachtingen en behoeftes van het slachtoffer, hoe het contact na de aangifte kan worden verbeterd en er staat duidelijk in dat de twee weken bedenktijd tussen het informatieve gesprek en de aangifte niet verplicht zijn.

Een aangifte is voor ons geen doel op zich. Sommige slachtoffers help je beter op een andere manier.

Lidewijde van Lier, zedenadviseur politie

"Het verplicht stellen van die bedenktijd is er bij sommige zedenrechercheurs in geslopen, maar mensen die aangifte willen doen moeten dat zo snel mogelijk kunnen", stelt Van Lier. "Bedenktijd is een recht, geen plicht."

Meer meldingen

Kijk je naar de cijfers dan zie je dat het aantal aangiftes achterblijft bij het aantal meldingen van zedendelicten. Zo steeg het aantal meldingen van verkrachting van 1245 in 2013 naar 2000 in 2019. Maar uit een analyse van onderzoeksplatform Investico blijkt dat waar 49 procent van die meldingen in 2015 nog uitmondde in een aangifte, dat vorig jaar was gedaald naar 38 procent.

"Dat zien we inderdaad, maar een aangifte is voor ons geen doel op zich", zegt Van Lier. "Sommige slachtoffers help je beter op een andere manier. Door te ondersteunen bij het vinden van psychische hulp bijvoorbeeld."

Ook is het verschil te verklaren door het feit dat veel meldingen wel nare seksuele ervaringen zijn, maar geen strafbaar feit. "Dat is een type delict dat we meer gemeld zien worden", zegt de zedenadvisieur. "Mede door de MeToo-discussie en het toegenomen feminisme."

Seks tegen de wil

Er ligt nu een wetsvoorstel van minister Grapperhaus om de zedenwet uit te breiden met een ruimere opvatting van 'seks tegen de wil'. Maar zowel de Raad voor de Rechtspraak als de VVD zijn kritisch over die wetswijziging. "Toch denk ik dat die er in één of andere vorm wel komt", zegt van Lier.

Dat zal nog meer werk betekenen voor de zedenteams die nu al erg onder druk staan. "Daar hebben we dan ook veel nieuwe zedenrechercheurs voor nodig, dat hebben we de minister wel laten weten."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl