Raad voor de Rechtspraak: wetsvoorstel seks tegen wil is te vaag
Het wetsvoorstel van minister Grapperhaus om seks tegen de wil en seksuele intimidatie strafbaar te maken, is te vaag, stelt de Raad voor de Rechtspraak. Zo is het volgens de koepelorganisatie van de rechterlijke macht, die ook waakt over de kwaliteit van de rechtspraak, onduidelijk wat precies ongewenst seksueel gedrag is.
Verkrachting is nu soms moeilijk te bewijzen als een slachtoffer niet actief 'nee' heeft gezegd, bijvoorbeeld omdat hij of zij verstijfde. Daarom, zo redeneert de minister, heb je de plicht om te onderzoeken of de ander het wel prettig vindt wat er allemaal gebeurt.
"Laten we vooropstellen dat we begrip hebben voor het voorstel", zegt Jacco Janssen van de Raad voor de Rechtspraak in het NOS Radio 1 Journaal. "Het is goed om de zedenwetgeving op een lijn te brengen met hoe er in de samenleving over wordt gedacht. Maar we hebben een aantal bezwaren met dit wetsvoorstel."
Zo vraagt de Raad zich af wanneer iemand precies had moeten weten dat de ander geen seks wil. De wet heeft het over 'redelijkerwijs', maar dat roept vragen op, vindt de organisatie. Ook vindt de Raad het opvallend dat de straf even zwaar is voor wie weet dat de ander geen seks wil, als voor wie dat 'redelijkerwijs kon vermoeden'.
Ongewenst gedrag
Bovendien moet volgens de Raad duidelijker zijn waar de ondergrens bij ongewenst seksueel gedrag ligt. "Is net iets te dicht tegen iemand aan gaan zitten in het openbaar vervoer strafbaar seksueel handelen, of niet? Of een bovenbeen aan de binnenkant aanraken?", zegt Janssen.
Als die ondergrens niet duidelijk is, moeten rechters zich gaan buigen over die ondergrens. Dat zorgt voor een lange periode waarin niemand precies weet waar hij of zij aan toe is, waarschuwt de Raad.
Valse hoop
Volgens de Raad moet er geen valse hoop worden geboden aan slachtoffers en de samenleving. "Het strafrecht is geen oplossing voor al het ongewenste seksuele gedrag. In deze zaken is strafbaarstelling en bewijs verzamelen altijd lastig", stelt Janssen.
In veel gevallen worden verdachten niet alleen vrijgesproken omdat het lastig is om seks onder dwang te bewijzen, maar ook omdat het vaak het woord van de een tegen de ander is. "Eén getuigenverklaring is onvoldoende voor een bewezenverklaring", zegt de Raad.
Taakstrafverbod
Ook keert de Raad zich tegen een verbod op taakstraffen voor seksueel misbruik. "De rechter moet zoveel mogelijk maatwerk kunnen leveren, op basis van de specifieke omstandigheden die zich in een zaak voordoen. De rechter zou daarin niet beknot moeten worden, met name niet als het gaat om jeugdige daders."
Volgens de Raad druist het wetsvoorstel in tegen het uitgangspunt 'taakstraf, tenzij', dat geldt voor jongeren in het strafrecht.
Eerder leverde Amnesty al kritiek, maar die mensenrechtenorganisatie vindt de wet juist niet ver genoeg gaan. Seks zonder instemming zou altijd als verkrachting moeten worden opgevat, zei een onderzoeker tegen NRC.