'Beste meneer Hoek': jongeren reageren op viral brief van 94-jarige over corona
Carmen Dorlo
redacteur Online
Carmen Dorlo
redacteur Online
"Jongelui, hou even vol en je kunt over een jaartje weer helemaal los. Ik ben in 1925 geboren en ben ook jong geweest. Wel in een rottijd. In 1940 brak de oorlog uit, ik werd dat jaar 15." Zo begon de lezersbrief van de 94-jarige Jan Hoek in het AD afgelopen zaterdag. De brief ging viral en werd duizenden keren gedeeld. In de brief uitte Hoek kritiek op de manier waarop jongeren omgaan met de coronamaatregelen. "Wij waren tien jaar van onze jeugd kwijt. Probeer nou nog een klein jaar de rug recht te houden."
Wat vinden de jongeren die worden aangesproken in de tekst van deze brief? Vier lezersbrieven 'terug op de post' naar meneer Hoek.
"Beste meneer Hoek,
Ik snap wat u bedoelt, dat wij zo'n drama maken over het missen van feestjes terwijl u het veel slechter heeft gehad. Ik snap het, maar ik snap het ook weer niet. Voor u was dat heel moeilijk, voor ons is dit heel moeilijk. Ik had later aan mijn kinderen willen vertellen hoe mijn eindexamenjaar was. Hoe het gala was, de examenfeestjes. Ik kan die verhalen nooit vertellen, omdat ik die dingen nooit zal meemaken. Gelukkig had ik een diploma-uitreiking, maar ook daar miste ik belangrijke gezichten.
Ik zou zo graag mijn oude ritme terug willen. Aan het begin van de crisis verloor ik mijn baan bij een speelgoedwinkel. Maandenlang heb ik gesolliciteerd en werd ik afgewezen. Ik wilde zo graag werken, dat het weer zo zijn als hiervoor. Ik wilde gewoon weer iets doen, maar er was niets te doen. Uiteindelijk lag ik gewoon de hele dag in bed en probeerde ik zo lang mogelijk te slapen zodat ik zo min mogelijk van de dag meekreeg.
Ik snap het, meneer Hoek, u heeft het veel lastiger gehad. Maar wij hebben het ook lastig."
"Meneer Hoek, u heeft een punt,
U heeft tien jaar lang oorlog meegemaakt en heeft helemaal geen jeugd gehad. Als ik erover nadenk, vind ik ook wel dat we niet moeten zeuren over feestjes. Maar van de andere kant is het appels met peren vergelijken. Het gevoel van nood is nu veel minder dan tijdens de Tweede Wereldoorlog.
In maart kwam opeens een groot einde aan mijn middelbare schoolperiode. Op een weekend tijd veranderde alles. Alles werd onzeker: eindfeesten, gala's, hoe moesten we dat regelen? Ik had het liefst een mooi afscheid gewild met mijn klasgenoten, maar dat ging niet. Ik kreeg een diploma-uitreiking, maar dat voelde gek - op 1,5 meter staan van de mensen die je jarenlang dagelijks hebt gezien en daarna is het 'tja, tot nooit'. Als ik tegen mensen vertel dat ik dit jaar ben geslaagd, zeggen sommigen: geslaagd? Je hebt helemaal geen eindexamen gedaan. Zo is het ook gaan voelen. Als een enorme poppenkast.
Als ik uw verhaal lees, meneer Hoek, dan heeft u veel meer moeten opofferen. Daar ben ik mij van bewust. Maar er is een ding wel heel anders: dit is geen oorlogssituatie. Jongeren hebben maanden niet kunnen feesten. Door die opoffering en het gebrek aan nood, hoe serieus ik corona ook neem, kan je het jongeren niet kwalijk nemen dat ze nu willen inhalen."
"Beste meneer Hoek,
Aan het begin van de lockdown voelde ik me verdrietig en eenzaam. Alles sloot, ook mijn school. Ik dacht meteen: wat als ik dit jaar moet overdoen? Wat als de toetsen veel moeilijker worden? Na de laatste toetsen ging ik op vakantie, in Limburg. Daar leerde ik niemand kennen. Er was niemand waarmee ik kon praten, niemand waarmee ik vrienden kon worden. Bij thuiskomst mocht ik mijn vrienden weer zien, maar op 1,5 meter afstand. Mijn vriend kon ik niet zien, want die woonde op een uur afstand met de trein. Ik voelde me opgesloten.
Ik had al een jurk voor mijn gala. Dat ging niet door. Over de geplande evenementendag heb ik nooit meer iets gehoord. Het was allemaal heel heftig.
Toch snap ik uw brief heel goed. En als ik erop terugkijk, vind ik deze periode ook wel bijzonder. Op deze manier was mijn eindexamenjaar iets wat ik nooit ga vergeten. Ik probeer het maar zo te bekijken: ooit sta ik in de geschiedenisboeken. U bent uw jeugd kwijtgeraakt aan de oorlog. Ik ben niet mijn jeugd kwijtgeraakt aan corona. Het was hectisch, moeilijk en eenzaam, maar het was ook speciaal."
"Meneer Hoek, ik hoop dat u begrip heeft voor ons,
Uw jeugd was vele malen moeilijker, dat kan ik me echt voorstellen. Maar kunt u ook wat empathie opbrengen voor ons? Mijn eindexamens gingen niet door, ik heb geen officieel afscheid gehad met mijn klasgenoten, geen gala, geen examenstunt, en ook raakte ik mijn baan in de horeca kwijt. U raakte van de ene op de andere dag alles kwijt, maar ik eigenlijk ook. Mijn sociale leven, mijn volleybal, mijn werk en mijn school: alles was opeens anders.
Ik heb ontzettend veel respect voor u en besef me ook dat ik eigenlijk helemaal niet mag klagen. Maar eigenlijk werden we allebei in onze vrijheid beperkt: u veel erger dan wij, maar toch.
Er kwam een abrupt einde aan het jaar waar ik het meest naar had uitgekeken. Het voelt zelfs nog niet eens af. U zegt; zet je er een jaartje overheen. Dat wil ik zeker doen, maar begrijp wel dat ik dat lastig vind. Ik wil ook gewoon mijn oude routine terug. Mijn vrienden. Mijn sport. Mijn werk.
Ik begrijp u, meneer Hoek. Maar ik hoop ook dat u mij begrijpt."
Ik zou tegen iedereen willen zeggen: 'doe nou toch 's effe kalm an'.
Hoek reageerde eerder al in het AD op de vele reacties op zijn lezersbrief. De 94-jarige man, die in een zorgcentrum in Rotterdam woont met zijn vrouw, bleef er nuchter onder. "Ik zou tegen iedereen willen zeggen: 'doe nou toch 's effe kalm an.''
Voor hen is het thuiszitten geen offer, zei hij. "Ik begrijp dan ook niet dat zoveel mensen klagen dat ze niks meer kunnen. Ze moeten per se op vakantie of naar een feestje. Nou, dat komt echt wel weer terug.''
In het interview deed Hoek nog een keer een oproep voor de jongeren: "Gebruik nú je gezond verstand want ook al worden jullie zelf amper ziek, jullie besmetten wel anderen.''