Rutte onvermurwbaar: steun Cariben nodig, maar hervormingen ook
De hulp aan de Cariben gaat door, maar er moeten ook politieke besluiten genomen worden zodat de eilanden ook op lange termijn zelf op eigen benen kunnen staan. Dat zegt premier Rutte in reactie op een brief van een groep bekende Nederlanders waarin ze de regering vragen om zich ruimhartig op te stellen bij het verstrekken van coronahulp aan Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
De oproep is onder meer ondertekend door comedian en tv-maker Jandino Asporaat, werkgeversvoorzitter Hans de Boer, NS-topman Roger van Boxtel, atleet Churandi Martina en oud-president van De Nederlandsche Bank Nout Wellink.
"Die hulp is er," zegt Rutte. "We willen solidair zijn. We vragen nu niet of de eilanden ten koste van de bevolking zware bezuinigingen doorvoeren. Het gaat om hervormingen in pensioenstelsels en arbeidsmarktsystemen. Die liggen al te lang op de plank."
Drie klappen
De Rijksministerraad beslist vrijdag over het vervolg van de coronahulp aan deze eilanden. De schrijvers van de brief roepen de regering op een besluit te nemen met "compassie en een warm hart enerzijds en koel verstand anderzijds".
De Caribische delen van het koninkrijk hebben de afgelopen periode drie klappen te verwerken gehad waar ze niets aan konden doen, schrijven ze. "Orkanen, een volledig ingestort buurland Venezuela en daaroverheen het coronavirus."
Aruba, Curaçao en Sint-Maarten zijn extra zwaar getroffen omdat ze sterk afhankelijk zijn van toerisme, maar door de coronacrisis komt er geen toerist meer naar deze eilanden.
Rutte zegt dat wat nu gevraagd wordt vergelijkbaar is met het wat er bij het noodpakket aan Italië, Spanje en Frankrijk wordt gevraagd. "Ik zie niet in waarom we die voorwaarden niet kunnen stellen. We hoeven toch niet alleen de portemonnee open te zetten, het is niet raar om van landen te vragen wat al zo lang moet gebeuren."
Kijk hier hoe premier Rutte reageert op de oproep over steun aan de Caraïben.
Op Curaçao braken vorige week rellen uit, nadat vuilnismannen te horen hadden gekregen dat een aantal van hen zou worden ontslagen, omdat er geen geld meer was om ze te betalen.
De briefschrijvers begrijpen dat de Rijksministerraad voorwaarden stelt, maar willen dat de hulp zo wordt ingericht dat de kansarmen de "meerwaarde van de Koninkrijksrelatie" ervaren en tegelijkertijd de economische structuur van de eilanden wordt versterkt.