Minister Hugo de Jonge spreekt met bewoners van een verpleeghuis

Weer op bezoek in het verpleeghuis: 'Zou mijn vader me nog herkennen?'

  • Karen Eshuis

    redacteur Online

  • Karen Eshuis

    redacteur Online

De bezoekregelingen in verpleeghuizen zijn sinds begin deze week versoepeld. Op 20 maart gingen verpleeghuizen dicht, om corona buiten de deur te houden. Meer dan 100.000 verpleeghuisbewoners zagen hun dierbaren ruim drie maanden niet. Hoe is het om elkaar weer te zien?

Max Rozenbeek kon woensdag weer op bezoek bij zijn demente 86-jarige vader. "Ik dacht steeds: zou hij me wel herkennen? Maar hij wist gelukkig nog wie ik ben." Pa Rozenbeek woont sinds november in verpleeghuis Zonnestraal bij Nieuw-Loosdrecht. "Hij weet dat ik zijn zoon ben, maar mijn naam kent hij niet meer. Wel wist hij dat ik er een tijd niet geweest was. 'Die toestand allemaal', zei hij dan. Het zijn vlagen, weet je wel."

Strenger dan het vliegtuig

Met mondkapje op mocht Max naar binnen, samen met zijn broer. "Het is strenger dan in een vliegtuig." Sinds corona heeft Max het gevoel er niet te kunnen zijn voor zijn vader. "Daarvoor maakte ik een wandeling met hem of aten we samen appeltaart. En als ik dan wegga, roep ik: 'Ik kom van de week weer langs.' Dat vergeet hij dan wel, maar het goede gevoel blijft hangen. Dat mis je door corona en dat geeft een soort schuldgevoel."

Mijn vader zegt vaak: "Ik vind er geen moer meer aan." Wat zijn we nou aan het doen?

Max Rozenbeek

Het bezoek aan zijn vader gaf Max een dubbel gevoel. "Aan de ene kant is het natuurlijk heel fijn hem weer te zien, aan de andere kant realiseer je je: hij is weer een klein beetje meer dood dan drie maanden geleden. Je kijkt naar iemand die heel langzaam sterft. Je komt er niet vrolijk vandaan."

Fijn gevoel

Max vervolgt: "Mijn vader zegt vaak: 'Ik vind er geen moer meer aan.' Je mag het niet zeggen en mensen moeten me niet verkeerd begrijpen, maar het is wel eens door mijn hoofd geschoten: jammer dat ze zulke strenge coronamaatregelen hebben. Want, wat zijn we nou aan het doen?"

Voor familieleden die juridische stappen ondernemen om meer vrijheden af te dwingen, heeft Max daarom wel begrip. "Iedereen in dit land doet nu op vrijwillige basis wat Rutte zegt, voor het algemeen nut. Zelf had ik mijn vader ook liever al die tijd bezocht om op afstand met hem te wandelen. Dan loop je het risico op corona, maar dan had mijn vader wel een fijn gevoel gehad."

Maar vanwege het risico voor andere bewoners had dat niet gekund, erkent Max. "Na een wandeling met mij gaat pa terug naar de afdeling. Je zadelt dan iemand anders ermee op, die daar mogelijk heel anders instaat."

Breun van Ruiswijk heeft zijn vrouw Lisette (58) na ruim drie maanden een uurtje mogen bezoeken. "Het was heel bijzonder, maar het leek ook of ze er niet zo goed mee om kon gaan. Ik had een mondkapje voor en moest afstand houden. Die afstand voel je dan echt, dat is heel emotioneel."

Het personeel mag wel aan haar lijf zitten, maar haar man niet.

Breun van Ruiswijk

Zijn vrouw heeft multiple sclerose en een zwakke gezondheid. "Je wilt haar gewoon een knuffel geven. Ze kan er niet mee omgaan dat ik een mondkapje draag, dat ik maar een uur blijf en op twee meter afstand zit. Voor haar is het gek, omdat het personeel wel aan haar lijf mag zitten, maar haar eigen man niet."

Breun heeft zijn vrouw mentaal achteruit zien gaan. "Ze is heel bozig. Haar wereld is al beperkt en corona versterkt dat. Ze mag haar kinderen en kleinkinderen niet zien. Ze voelt zich geïsoleerd, mag niet naar buiten en ziet alleen personeel. Dat ongenoegen uit ze."

Gesprekken over koetjes en kalfjes gaan nog wel, maar cognitief heeft Breuns vrouw problemen. "Ze is goed op de hoogte van het nieuws en corona. Ze vindt het allemaal onzin, omdat ze uitgaat van haar eigen situatie. Wezenlijke gesprekken zijn lastig."

Onbehoorlijk

Soms is Breun kritisch over de maatregelen. Maar dat een cliëntenraad een verpleeghuis aanklaagt, zoals in Amsterdam, begrijpt hij niet. "Ik vind het onbehoorlijk, iedereen neemt beslissingen vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid. Ik zou niet graag in de schoenen van de directie staan. Door ons aan de coronaregels te houden, is het virus onder controle. Daar moeten we energie uit putten."

Zelf krijgt Breun die energie van de versoepelingen én van wenskaarten. "Vanaf volgende week mogen er twee mensen naar mijn vrouw. Elke keer is het een stap naar de oude situatie. Lisette is bedolven onder kaarten, na een oproep op sociale media. Van Purmerend tot Maastricht: 'We kennen u niet, maar we zijn begaan met uw lot', staat erin. Ik zag die kaarten afgelopen week voor het eerst en kreeg tranen in mijn ogen. En mijn vrouw? Zij zegt: 'Ik ken die mensen helemaal niet!' Maar ze waardeert dat ik dat in gang heb gezet. Dan is ze trots."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl