Vleesindustrie blijkt coronahaard, bonden en werkgevers willen testen en controles
In het buitenland waren er al zorgen over het hoge aantal coronabesmettingen in de vleesverwerkende industrie. Begin deze maand raakten ook in Nederland 28 medewerkers van vleesbedrijf Vion in Scherpenzeel besmet. Nu is het opnieuw raak: dit keer in Groenlo, bij een vestiging van hetzelfde bedrijf.
In de fabriek met aangrenzende slachterij van Vion in Groenlo worden met name (biologische) varkens geslacht en verwerkt. Er werken 600 mensen op de locatie, van wie er 212 door de GGD getest zijn op het coronavirus. Er bleken 45 mensen besmet te zijn. Daarop is besloten ook alle andere medewerkers te onderzoeken. In afwachting daarvan is de vestiging per direct gesloten.
De Centrale Vereniging voor de Vleesindustrie (COV) zei eerder al dat personeel in slachterijen voorrang zou moeten krijgen om op het coronavirus getest te worden. Ook vakbond FNV pleitte daarvoor. Tot eerder deze maand was het testen van medewerkers niet mogelijk, vertelde een woordvoerder van Vion aan Omroep Gelderland: er was niet voldoende testcapaciteit.
Hamburgers van menu
De gedeelde roep om tests door werkgevers en werknemers is niet zonder reden. In de Verenigde Staten raakte bijna een op de vijf medewerkers in de vleesverwerkende industrie besmet. Dat leidt nog steeds tot grote problemen in de productieketen. In sommige Amerikaanse supermarkten is het vlees op rantsoen en fastfoodketen Wendy's heeft een flink deel van de hamburgers tijdelijk van het menu gehaald.
Ook in Duitsland blijken vleesfabrieken epicentra van coronabesmettingen. Bij het bedrijf Westfleisch, vlak over de grens bij Winterswijk, werden ruim 200 van de 1200 medewerkers positief getest. Een Duitse Vion-vestiging in Bad Bramstedt, ten noorden van Hamburg, ligt stil omdat 128 personeelsleden in quarantaine moesten na een besmetting.
Nieuwsuur maakte in Bad Bramstedt deze reportage over de besmettingen:
Maar waarom worden zoveel personeelsleden in de vleesverwerkende industrie ziek?
Allereerst vallen slachterijen onder de vitale bedrijven en wordt er op locatie, soms met grote groepen, doorgewerkt. Uitbeners en medewerkers aan de lopende band staan normaal gesproken dicht op elkaar.
Uit een enquête van FNV onder haar leden in de vleesindustrie blijkt dat de coronamaatregelen niet overal in de sector goed worden toegepast. Een derde zegt op de werkvloer geen 1,5 meter afstand te kunnen houden, en heeft ook geen mondkapjes of plastic schermen om zich te beschermen. Meer dan de helft zegt dat er ook te weinig toezicht wordt gehouden op het naleven van de maatregelen.
Brancheorganisatie COV heeft kritiek op de enquête, omdat die volgens algemeen secretaris Richard van der Kruijk door maar 1 procent van alle werknemers in de sector is ingevuld. Het gaat om honderd FNV-leden.
Ze wonen meestal gezamenlijk en stappen samen in het busje dat ze naar de fabriek brengt en weer terug.
Volgens FNV-bestuurder John Klijn doen de werkgevers wel hun best om de risico's op besmetting te beperken, maar is het niet voldoende.
"In de vleessector heb je een vrij arbeidsintensief proces met heel veel mensen", zegt Klijn. "Wat het extra kwetsbaar maakt is dat 80 procent van het personeel arbeidsmigrant is. Ze wonen meestal gezamenlijk en stappen samen in het busje dat ze naar de fabriek brengt en weer terug. Als je dan ook nog de hele dag gaat werken op een plek waar de 1,5 meter afstand niet gehandhaafd kan worden... dat is vragen om problemen."
Bij Vion, dat in totaal 13.000 medewerkers heeft, is de helft van het personeel afkomstig uit het buitenland. Een flink aantal woont bij elkaar in huis. "Ongeveer de helft van onze buitenlandse medewerkers woont zelfstandig en de andere helft maakt gebruik van de woonvoorzieningen via de gecertificeerde uitzendbureaus", zei een woordvoerder van het vleesbedrijf eerder tegen de NOS.
'Productie verlagen'
FVN hoopt dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) haar controles in slachterijen en vleesverwerkende fabrieken wil uitbreiden met toezicht op de coronamaatregelen. "De NVWA is de hele dag aanwezig in een slachterij om de voedselveiligheid te controleren. Controleer dan ook of de 1,5 meter gehanteerd wordt", aldus Klijn.
CNV Vakmensen gaat verder en wil dat de vleesverwerkende industrie de productie tijdelijk afschaalt. "We hebben meerdere keren gewaarschuwd hoe kwetsbaar de sector is. Het verbaast ons totaal niet dat er nu opnieuw een coronahaard is", zegt bestuurder Peter de Ridder. "De sector moet de productie tijdelijk drastisch verlagen en eerst volop investeren in een veilige werkvloer."