Negatieve olieprijs, maar gratis tanken zit er niet in
'Ongelooflijk' en 'ongekend' noemen analisten de negatieve Amerikaanse olieprijs. Het nooit eerder voorgekomen diepterecord betekent dat de koper van olie geld toe krijgt. In het geval van een vat ruwe WTI-olie uit mei op sommige momenten 40 dollar. Wat merken we hiervan in Nederland, vragen mensen zich af op sociale media. Kun je hier straks gratis tanken aan de pomp?
Hans van Cleef, energie-econoom bij ABN Amro, moet erom lachen. "Was het maar waar", zegt hij. "Maar nee, dat gaat niet gebeuren." Een paar centen, dat is wat het ons momenteel kan schelen, zegt hij. "Dit geeft druk op de prijs. Maar de benzineprijs is al best laag. En je hebt er niet zoveel aan, want we zitten als het goed is met z'n allen thuis."
In Amerika zal de prijs aan de pomp sterker dalen. Dat heeft te maken met twee dingen: de prijs van de olie die nu is gekelderd gaat over Amerikaanse olie, en de benzine daar heeft geen hoge accijnzen en btw. Een hele andere situatie dan in Nederland. "De benzineprijs bestaat hier voor meer dan een euro uit btw en accijnzen. Dus al zou de prijs van 'onze' Brent-olie naar nul gaan, dan nog kom je niet veel lager", zegt Van Cleef. Brent daalt ook al een tijd vanwege de uitvallende vraag, maar schommelt vandaag rond de 20 dollar per vat.
'Uitzonderlijke situatie'
Dat de prijs van Amerikaanse olie zo kon zakken, heeft volgens analisten te maken met twee dingen: met de afnemende vraag naar olie door de coronacrisis en met een wat technisch verhaal over levercontracten. Door de beperkende maatregelen rondom corona wordt er wereldwijd fors minder gereden en gevlogen. Met een derde, om precies te zijn. En dat heeft impact op de vraag naar olie. Want niet rijden of vliegen, is niet tanken.
Olieproducenten zitten al maandenlang met de handen in het haar: de vraag naar de grondstof neemt af en de prijs keldert. Maar zomaar de productie stopzetten, kan de olievelden beschadigen. En wat doe je met je olie als niemand het wilt kopen? Nu is de handel in olie niet puur een kwestie van oppompen en direct verkopen. Er zitten allerlei handelaren tussen en er zijn kort- en langlopende oliecontracten waarmee die verkoop wordt gereguleerd.
Die contracten hebben er in dit geval voor gezorgd dat de Amerikaanse olie negatief geprijsd is. Elk contract heeft namelijk een termijn waarop het afloopt, vaak richting het einde van de maand. In het geval van de mei-vaten was er voor de uiterste handelsdatum te weinig belangstelling. Omdat iemand aan het eind van de rit van de olie af moet, geeft een handelaar er uiteindelijk dus geld op toe. "Ze moesten af van de ellende", zegt analist Jos Versteeg. "En dus is dat vat cadeau gedaan."
Waar analisten tot voor kort zeiden dat de olieprijs nooit negatief kon worden, is dat nu wel gebeurd. Hoewel stabieler, heeft de Brent-olieprijs ook last van de onrust op de Amerikaanse markt. Reden om aan te nemen dat 'onze' olie ook zo zwaar gaat kelderen? "Die kans lijkt me heel klein, maar ja: de situatie in Amerika had ik ook niet voorzien", aldus Versteeg.
Olie en de elektriciteitsprijs
Dat is wat we ervan merken aan de pomp. Hoe groot is het effect op andere energieprijzen? Dat valt flink mee, zegt Van Cleef. De olieprijs hangt namelijk niet direct samen met gasprijzen, de grondstof waarmee veel Nederlanders hun woning verwarmen.
Wel trekt Van Cleef een parallel tussen de crisis op de oliemarkt en de soms negatieve elektriciteitsprijs, die we voor het eerst in maart in Nederland zagen. "Op zondagen, als de zon schijnt en de wind waait, is er veel duurzame energie", zegt Van Cleef. "Dat aangevuld met de al lage gasprijs maakt dat huishoudens een lage en soms zelfs negatieve prijs hebben."
Er is op zo'n moment een groot aanbod van duurzame energie, net als dat er nu veel olie in de wereld is. Duurzame energie is daarnaast net als olie slecht op te slaan. Van Cleef: "Alleen bij elektriciteit vinden we die fluctuatie minder gek en spannend. Maar het gebeurt dus al wel."