Zuivelfonds komt met alternatieve stikstofcijfers, verschil lijkt verklaarbaar
In Den Haag heeft het Mesdag-Zuivelfonds een alternatieve berekening van de stikstofdata van het RIVM gepresenteerd. Het aandeel van de landbouw is volgens de boerenorganisatie niet 46 procent, maar 25 procent. Volgens het RIVM rekent het Mesdagfonds per ongeluk ook alle waternatuurgebieden mee, waar niet tot nauwelijks stikstofproblemen zijn.
Boerenorganisaties zijn al jarenlang kritisch over de rekenmethoden van het RIVM. Jan Cees Vogelaar van het Mesdag-Zuivelfonds, opende de persconferentie vandaag door te zeggen dat de boeren volgens hem gelijk hebben. "Er is een ronduit bezopen stikstofbeleid."
Het aandeel van de landbouw zou volgens Vogelaar te hoog worden voorgesteld, waardoor het onterecht is dat het stikstofbeleid zich met name op de landbouwsector richt.
'Redeneerfout'
In de presentatie richtte het fonds de pijlen op de commissie-Remkes, die het kabinet adviseerde over de stikstofproblemen. Remkes gaat uit van 46 procent van de landbouw, maar rekent daar heel Nederland in mee. Volgens de boerorganisatie zou het cijfer dus heel anders zijn als je alleen naar de neerslag van stikstof in Natura 2000-gebieden zou kijken, namelijk 25 procent.
Volgens Kees van Luijk van het RIVM lijkt het erop dat ze een redeneerfout hebben gemaakt. "Het Mesdagfonds heeft waarschijnlijk gekeken naar alle 160 natuurgebieden in Nederland, niet alleen naar de 118 natuurgebieden die stikstofgevoelig zijn." In de persconferentie gaf de onderzoeker van het Mesdagfonds toe inderdaad ook alle waternatuurgebieden te hebben meegerekend. Daardoor is het aandeel van de scheepvaart in zijn berekeningen een stuk hoger, en dat van de landbouw veel lager.
Stikstof dat op het water neerkomt is de volgende dag weer weg.
"Als je alle natte gebieden ook meerekent, reken je de enorme oppervlaktes van het IJsselmeer bijvoorbeeld ook mee. Maar daar zijn nauwelijks problemen met stikstof. Stikstof dat op het water neerkomt is de volgende dag weer weg", aldus Van Luijk.
De rekenmodellen onder het stikstofbeleid leiden al decennialang tot veel discussie in de agrarische wereld. Volgens het RIVM zijn de stikstofberekeningen van hoge kwaliteit en worden zij in die opvatting gesteund door deskundigen uit het buitenland.
Het zuivelfonds had ook kritiek op het nut van de RIVM-cijfers voor het maken van lokaal beleid. Maar tijdens de presentatie bleek dat de onderzoekers niet de beschikking hadden over de meeste precieze cijfers, de zogenaamde Aerius-data. Ze hadden van het RIVM de "Grootschalige Depositiekaarten Nederland" gekregen. Die cijfers zijn volgens het RIVM "niet geschikt voor het bepalen van het lokale beeld".
Wat betekent dat voor de stikstofplannen?
Volgens politiek commentator van de NOS, Ron Fresen, zullen de resultaten opnieuw leiden tot veel discussie en twijfel in Den Haag. Maar hij denkt niet dat het veel invloed heeft op de plannen. "Dat landbouw een aandeel heeft staat vast."
Minister van Landbouw Carola Schouten beaamde dat vandaag ook na de persconferentie. "Dat iedereen, over de hele linie, de stikstofuitstoot moet verlagen, staat buiten kijf." Wel wil het kabinet dat een onafhankelijke commissie nog één keer kijkt wat de beste rekenmethode is om het beleid op te baseren.