Twee moordzaken moeten over vanwege undercovermethode
Het proces tegen twee moordverdachten moet over. De Hoge Raad is het eens met de kritiek van de advocaat-generaal op de undercoveroperaties van de politie, waarbij de zogeheten Mr. Big-methode is gebruikt. Daarbij krijgt de verdachte de indruk dat hij zich aansluit bij een criminele bende, in ruil voor het opbiechten van zijn 'zonden'.
Het gaat om het proces tegen een van de twee verdachten van de Posbankmoord in 2003 en de verdachte van de moord op Heidy Goedhart in Kaatsheuvel in 2010. De mannen werden respectievelijk veroordeeld tot 18 en 20 jaar cel. De zaken tegen beide verdachten zijn door het hoogste rechtsorgaan nu terugverwezen naar het hof.
"De Hoge Raad vindt dat opnieuw moet worden gekeken of de bekentenissen kunnen worden gebruikt", zegt een woordvoerder. "Want feitelijk was er een verhoorsituatie waarvan de verdachten niet wisten dat ze met de politie spraken." Daardoor is volgens de raad de verklaringsvrijheid van de verdachte in het geding gekomen.
Undercover
In het geval van de Posbankmoord-verdachte Souris R. kreeg hij door undercoveragenten voorgehouden dat hij veel geld kon verdienen in de xtc-handel. Vervolgens bekende hij Alex Wiegmink te hebben doodgeschoten, maar tijdens de rechtszaak noemde hij dat grootspraak.
In het geval van de moord op Goedhart kreeg verdachte Wim S. het aanbod om zich aan te sluiten bij een criminele bende. Ook hij bekende de daad tegenover de baas van de organisatie, die een undercoveragent bleek te zijn.
Voor zover bekend zijn dit de enige twee zaken in Nederland waar de Mr. Big-methode is toegepast.
Nieuwsuur maakte vorig jaar deze reportage over de omstreden undercovermethode: