In Alkmaar is De Wit eindelijk basisspeler: 'Bij Ajax nooit die kans gehad'
Hij rent, vliegt, beukt, glijdt én heeft eindelijk een basisplaats. De onvermoeibare Dani de Wit kent een sterke begintijd bij AZ. De 21-jarige middenvelder had dat na het bankzitten bij Ajax ook wel even nodig.
Eind februari vorig jaar maakte De Wit zijn debuut in de hoofdmacht van de Amsterdammers. Daarna viel hij nog vijf keer in bij een eredivisieduel, 33 keer bleef hij achter trainer Erik ten Hag op de reservestoelen zitten.
Bij AZ, dat hem afgelopen zomer overnam van Ajax, staat de teller na amper twee maanden al op zes competitiewedstrijden. Sinds zijn komst naar Alkmaar is hij zo goed als zeker van een plekje in het beginelftal van Arne Slot.
"Dat is ook waarvoor ik gekomen ben, dus dat is hartstikke lekker", zegt De Wit. "Het eerste ritje naar Wijdewormer in plaats van Amsterdam was wel even wennen na dertien jaar, maar het heeft goed uitgepakt."
De stap van Ajax naar AZ was dan ook een bewuste. Ten Hag was tevreden over hem, maar De Wit wist dat hij dan amper aan spelen zou toekomen. "Ik kreeg vooral kansen in de laatste tien minuten van duels."
Zo was De Wit invaller in de historische avond voor Ajax in Bernabéu, waar Real Madrid met 1-4 werd gedeclasseerd. Hij mocht het laatste kwartier nog zijn energie in de wedstrijd gooien. Toen stond het al 1-4.
"Voor de invalbeurten ben ik Ten Hag erg dankbaar", kijkt De Wit terug. "Maar ik heb wel altijd gehoopt op een basisplaats en die heb ik nooit van hem gekregen. Dus in dat opzicht voelt het ook alsof ik nooit een kans heb gehad."
De groei die Ajax vorig seizoen doormaakte, en het geld dat daarmee werd verdiend, heeft ervoor gezorgd dat de doorstroming van de eigen jeugd minder hard gaat dan voorheen. Dat merkte De Wit dus ook.
Wat als...
Na het vertrek van Lasse Schöne en Frenkie de Jong deze zomer, kocht de club met Razvan Marin, Edson Álvarez, Lisandro Martínez en Quincy Promes spelers die uitstekend uit de voeten kunnen op het middenveld.
De Wit kwam dan ook geen stap dichter bij een basisplaats. "Bij Ajax zie je de laatste jaren steeds meer gekochte spelers. Je moet de concurrentie aangaan met buitenlandse spelers of oudere jongens."
Hij haalt een voorbeeld aan. "Wie weet, als David Neres nooit was gekomen, had Noa Lang een kans gekregen en had hij nu geëxcelleerd."
"Of dat de eigen jongens bij Ajax stoorde?", herhaalt de speler de vraag. "Nou, storen is een groot woord. Uiteraard wil iedereen spelen, maar we snapten ook dat Ajax goede spelers wil halen. Dat heeft de laatste twee jaar goed uitgepakt, dus wat dat betreft kun je er weinig van zeggen."
Bij AZ is de jonge aanjager in een groep boordevol talent terechtgekomen. "Dat zag ik al toen ik bij Ajax zat, daarom wilde ik ook graag komen", zegt De Wit, die bij Jong Oranje vier mede-AZ'ers om zich heen heeft.
Calvin Stengs, Myron Boadu, Teun Koopmeiners en Owen Wijndal. Allen groeibriljantjes van Alkmaarse makelarij. "Een groot compliment voor de club en spelers", noemt De Wit het.
"AZ is de laatste jaren heel erg gegroeid, ook met het nieuwe trainingscomplex. De faciliteiten zijn goed, de trainers zijn van hoog niveau en de talenten hebben kwaliteit. Of het Ajax in het klein is? Misschien, maar ik denk dat we AZ lekker op zichzelf moeten laten staan."