Geen enkele twijfel: Biles is beste turnster aller tijden en nog niet klaar
Voor wie het nog niet wist: Simone Biles, pas 22 jaar, is de beste turnster aller tijden. De Amerikaanse atlete, 1.42 meter lang, kwam door haar prestaties deze week op de WK in Stuttgart al op zestien wereldtitels, een ongeëvenaarde prestatie.
Maar het is niet alleen dat aantal, dat nog kan oplopen tot twintig, of de statistiek die haar op de hoogste turntroon plaatst, het is de manier waarop ze al jarenlang de turnsport domineert.
Ook in Duitsland verbeterde ze zichzelf deze week weer. Ze voerde oefeningen uit die nog nooit waren vertoond op een wereldkampioenschap. En daarmee kregen wederom twee elementen haar naam mee: de Biles.
Vooral Biles' noviteit op het onderdeel vloer is indrukwekkend: een dubbele salto achterover gehurkt waarbij ze zo hoog komt dat ze ook nog tijd heeft om drie schroeven te maken, de zogenoemde triple-double.
En op de balk sloot Biles haar oefening af met een dubbele salto en een dubbele schroef.
"Ik probeer elk jaar gewoon beter te zijn dan het jaar ervoor", is haar simpele en bescheiden uitleg. Ook wat betreft haar naam en faam blijft ze nuchter. "Ik heb nooit het idee dat ik een grote naam ben. Dat stempel krijg ik opgedrukt. Ik let er niet echt op."
Toch is ze dat inmiddels al, een grote naam. De grootste. Niemand kan tippen aan haar aantal wereldtitels (16). De tweede op de ranglijst aller tijden is de Wit-Rus Vitali Tsjerbo met twaalf gouden plakken op wereldkampioenschappen.
Als Biles in de vier resterende finales dit weekend (sprong, vloer, balk en brug) nog twee medailles pakt, is ze Tsjerbo ook voorbij als het gaat om het totaal aantal WK-medailles (23 om 22).
Op 14 maart 1997 zag de beste turner aller tijden het levenslicht in Columbus. Haar vader is onbekend, haar moeder was een alcohol- en drugsverslaafde. Simone werd opgevoed door opa Ron en oma Nellie.
Haar grootouders zagen al snel hoe lenig ze was, ze had alleen nog wat technische lessen nodig om de top te bereiken. Zoals ze het zelf verwoordt: "Ik hield enorm van de sport, maar de kleine Simone smeet haar lijf door de lucht en vond dat al super. Ik moest aan mijn techniek werken om beter te worden." En dat laatste deed ze.
Ondanks dat ook Biles slachtoffer is van de praktijken van Larry Nassar, de vroegere teamarts van de Verenigde Staten die voor misbruik van turnsters veroordeeld werd tot 175 jaar gevangenisstraf, week ze niet af van haar missie: elke dag beter worden.
Naast haar turnkwaliteiten blijft ze ook mentaal sterk. Ze maakt bijna nooit fouten. Slechts één keer ging ze de mist in op een belangrijk moment: in de balkfinale op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Sanne Wevers bleef daarna koel, greep haar ultieme kans en pakte het goud.
Het is niet zozeer de vraag of Biles nog meer olympische titels toevoegt aan de vier die ze desondanks veroverde in Rio, maar eerder hoeveel.
