Nederlandse bedrijven dieselen door, ondanks haperende Duitse auto-industrie
André Meinema
Verslaggever economie
André Meinema
Verslaggever economie
De Nederlandse economie dieselt lekker door. De industrie produceert stevig verder, er wordt geïnvesteerd in woningen, gebouwen en machines, de werkloosheid blijft dalen, consumenten geven flink geld uit en de export groeit. Het groeitempo op jaarbasis van 2 procent is zonder meer sterk te noemen, de groei van 0,5 procent ten opzichte van het voorgaande kwartaal die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vanmorgen meldde ook.
Op zich is die aanhoudende groei best verwonderlijk. We zijn een open economie die mee- en tegenwind om ons heen doorgaans gauw voelt. En het waait nogal stevig, denk aan de tanende wereldhandel, de handelsoorlog tussen de VS en China, de dreigende brexit en de haperende Duitse economie. Maar vooralsnog bezorgt dat alles bedrijven en consumenten weinig last. Het gezegde dat als Duitsland niest wij verkouden zijn, gaat dit keer niet op.
Nederland lijkt wel een soort oase in West-Europa, met groeicijfers die schril afsteken bij die van onze buurlanden en belangrijkste handelspartners:
Economische groei in Nederland en omringende landen (bron: Eurostat, CBS)
Land (import+export in miljard euro) | Kwartaalgroei april-juni | Groei op jaarbasis |
Nederland | + 0,5 % | 2,0 % |
Duitsland (191,4) | - 0,1 % | 0,4 % |
België (94,2) | + 0,2 % | 1,2 % |
Verenigd Koninkrijk (66) | - 0,2 % | 1,2 % |
Frankrijk (55,5) | + 0,2 % | 1,3 % |
Eurozone | + 0,2 % | 1,1 % |
Het bedrijfsleven draait op volle toeren. De vraag naar personeel blijft in veel sectoren groot. Er zijn bijna net zo veel vacatures als dat er werklozen zijn, iets wat in veertig à vijftig jaar niet is voorgekomen.
Alleen in de automotive-sector zitten haarscheuren. Toeleveranciers van de internationale auto-industrie merken dat autobouwers het zwaar hebben, vooral die in Duitsland. Consumenten helpen trouwens ook een handje mee, want er werd van alles meer gekocht behalve van nieuwe auto's.
De totale Nederlandse export groeide weliswaar met 3 procent, maar de uitvoer van Nederlandse industriële producten, zoals in Nederland gemaakte machines en onderdelen, liep terug. "Hier zie je het effect van de Duitse automalaise", zegt CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen.
Vooral de Duitse machinebouw krijgt klappen, zag correspondent Wouter Zwart:
Bedrijven voelen dus soms wel tegenwind. Machinebouwer Motrac Industries, met zowel een fabriek in Nederland als in Duitsland, schaakt op verschillende terreinen. De bouwer van hydraulische systemen en aandrijvingen merkt dat bij de divisie mobiel ("alles wat wieltjes heeft") het nog steeds goed draait, maar in de offshore en de landbouw is het een stuk minder.
"In de landbouw, vooral in Duitsland, worden minder investeringen gedaan in rooimachines en gewasbestuivers en dat leidt tot een hele knik in de orders. Orders worden opgerekt. Het gaat dus niet zozeer om annuleringen maar het op de lange baan schuiven", vertelt directeur Maarten Vinkesteijn. "In september gaan we de boeren langs en dan horen we hoe zij erin staan." Wat ook meespeelt, is de druk op de prijzen. "Sinds de crisis van 2008 staan prijzen aanhoudend onder druk en is er nauwelijks ruimte om de prijzen te verhogen, wat het ook niet makkelijk maakt."
Wat hebben vliegvelden, distributiecentra en postorderhuizen met elkaar gemeen? Groei en dus werk. "We merken eigenlijk helemaal niets van een krimp in Duitsland", zegt een woordvoerder van transportsystemenbouwer Vanderlande, die naast luchthavens ook webwinkels Amazon en Zalando als klant heeft. "Er wordt steeds meer gevlogen, dus er blijft voortdurend vraag naar bagagesystemen. Er wordt steeds meer online gekocht en dus steeds meer pakjes, transportbanden en sorteermachines. We zitten gewoon in drie sectoren die doorgroeien."