Het wapenverdrag dat Europa veiliger maakte is definitief dood
Robert Chesal
redacteur Buitenland
Robert Chesal
redacteur Buitenland
De Koude Oorlog is al lang voorbij, maar de raketten die ruim 30 jaar in de ban waren, kunnen weer ingezet worden. Want het Amerikaans-Russisch akkoord tegen korte- en middellangeafstandsraketten - het INF-verdrag - is vanaf vandaag definitief dood.
De overeenkomst werd in 1988 ondertekend door de toenmalige regeringsleiders Ronald Reagan en Mikhail Gorbatsjov. De VS en de Sovjet-Unie spraken af geen op land gestationeerde raketten meer te bouwen met een bereik tussen de 500 en 5500 kilometer. Bestaande raketinstallaties werden vernietigd en de twee grootmachten mochten regelmatig inspecties uitvoeren bij elkaar. Drie decennia lang voelde Europa zich veiliger dankzij het akkoord.
Waarom was het INF-verdrag zo'n historische overeenkomst? Kijk naar de video:
De laatste Sovjet-president Gorbatsjov (88) verwacht een nieuwe wapenwedloop na het einde van het verdrag, zegt hij tegen de Russische persagentschap Interfax. "Deze stap van de VS maakt de wereldpolitiek onvoorspelbaar en de ontwikkeling chaotisch."
Volgens de Nobelprijswinnaar zal dit "de veiligheid niet alleen in Europa maar over de hele wereld ondermijnen".
Begin februari trok de VS de stekker uit het verdrag. President Trump baseerde zijn besluit op een schending door Rusland: de bouw van een verbannen raket, de SSC-8. De Amerikanen hadden er al eerder over geklaagd, maar lieten de deur naar een compromis toen op een kier. Tegelijkertijd bleven ze hameren op naleving van het verbod.
De Russen hielden vol dat zij niets verkeerds deden en bovendien wezen ze met de beschuldigende vinger naar de VS. Want volgens Moskou is het raketafweersysteem dat de Amerikanen in Oost-Europa ontwikkelen een verkapt middel voor de lancering van offensieve raketten die Kaliningrad kunnen bereiken. Na alle verwijten over en weer is het akkoord uiteindelijk geklapt.
Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken geeft Rusland via sociale media de schuld voor de dood van het verdrag:
Het verdrag was aan vernieuwing toe, zegt defensiedeskundige Ko Colijn van het Clingendael Instituut. "Sinds 2006 was het niet meer van deze tijd. Het verdrag legde Amerika en Rusland beperkingen op, maar andere landen niet." En dat was vooral Rusland een doorn in het oog, want het waren juist aangrenzende en dichtbijgelegen landen die een eigen arsenaal van korte- en middellangeafstandsraketten opbouwden - zoals China, Turkije en Iran.
Daarnaast waren zowel de Russen als de Amerikanen bezig met de ontwikkeling van raketten met een bereik dat net onder de ondergrens van 500 kilometer viel, legt Colijn uit in een stuk op de site van Vrij Nederland vandaag. Met een raket die 499 kilometer vliegt kunnen de NAVO en Rusland elkaars grondgebied ook treffen. Dat beide kanten zulke wapens ontwikkelden, geeft aan dat ze zich niet meer hielden aan de geest van het INF-verdrag.
Bovendien is het verdrag ook door nieuwe technologie achterhaald geraakt, schrijft Colijn, want "zee- en luchtwapens vallen er buiten en zijn inmiddels even bedreigend als op land gestationeerde wapens." Hij voegt eraan toe dat "over een jaar of tien elke plek op aarde op elke manier supersnel en ongehinderd aangevallen kan worden".
Maar het is niet zo dat het dood van het INF-verdrag Europa meteen veel onveiliger maakt, zegt Colijn. Want ook al heeft Rusland de SSC-8, de NAVO bezit "voldoende niet-nucleaire potentieel om het gevaar te beantwoorden." Volgens hem is er in Europa - ondanks de productie van alle nieuwe wapens - geen sprake van een enorm dreigende situatie. Daarom zijn volgens Colijn tegenmaatregelen van de NAVO voorbarig.