Koopkracht consumenten stijgt minder dan verwacht
De prijzen stijgen harder dan gedacht en de lonen lopen minder hard op. Het leidt er volgens het Centraal Planbureau toe dat de koopkracht van Nederlanders minder stijgt dan op Prinsjesdag werd verwacht.
In september beloofde het kabinet dat vrijwel alle Nederlanders dit jaar gingen meeprofiteren van de economische groei. Het kabinet ging uit van een koopkrachtstijging van 1,5 procent. Uit de nieuwste raming blijkt dat de koopkracht met 1,2 procent stijgt.
"Er zijn twee redenen", zegt Wim Suyker van het Centraal Planbureau. "De olieprijs is hoger, wat doorwerkt op de inflatie. De tweede reden is dat de nieuwe cao's een lagere loonstijging laten zien dan we verwacht hadden."
Hogere salarissen?
Op Prinsjesdag ging men er nog van uit dat 95 procent van de huishoudens erop vooruit ging en 5 procent erop achteruit, nu is de verhouding 93 procent erop vooruit en 7 procent erop achteruit. Onder huishoudens met de laagste inkomsten en alleenverdieners is de koopkrachtstijging het minst: +0,8 procent.
Premier Rutte leek afgelopen weekend al een voorschot te nemen op de tegenvallende cijfers over de salarisstijgingen. Hij riep bedrijven op om nu echt met extra geld voor het personeel over de brug te komen. "Wat er bij die bedrijven gebeurt, is dat de winsten tegen de plinten op klotsen. De cao's gaan onvoldoende omhoog."
Spanningen
Ook de vooruitzichten voor de economische groei zijn naar beneden bijgesteld. Voor dit jaar rekent het Centraal Planbureau op een groei van 1,7 procent. Op Prinsjesdag werd nog uitgegaan van 2,6 procent groei. Volgend jaar daalt de groei verder naar 1,5 procent.
"De uitvoer zakt terug, als gevolg van de spanningen die er op dit moment in de wereld zijn", zegt Wim Suyker van het Centraal Planbureau. Hij wijst daarbij naar de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China, de aanhoudende onzekerheid rond de Brexit en de zwakke economische situatie in Italië.