Advocaat Wilders: 'Meer aanwijzingen voor bemoeienis Opstelten'
Advocaat Geert-Jan Knoops, die PVV-leider Wilders verdedigt in de 'minder Marokkanen-zaak', zegt meer bewijs te hebben voor bemoeienis van oud-minister Opstelten met de beslissing van het Openbaar Ministerie om Wilders te vervolgen.
Het gaat om een notariële verklaring van een oud-ambtenaar van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Die zou in 2011 een gesprek hebben opgevangen tussen Opstelten en een topambtenaar van het ministerie. Volgens de verklaring van de ex-medewerker heeft Opstelten in dat gesprek gezegd dat het OM Wilders moest vervolgen "omdat hij ons te veel voor de voeten loopt".
In een gesprek met de NOS bevestigt Knoops berichtgeving hierover van de De Telegraaf. Volgens de advocaat ontstaat er "als je alle factoren bij elkaar optelt" een beeld van bemoeienis.
Knoops doelt niet alleen op de verklaring van de oud-ambtenaar die hij in handen heeft, maar ook op bronnen van RTL Nieuws die in dezelfde richting zouden wijzen. Ook verwijst de advocaat naar nieuwe informatie die gisteren naar voren kwam in een Kamerbrief van minister Grapperhaus van Justitie.
Geen formele aanwijzingen
In die brief houdt Grapperhaus vol dat er "geen (formele) aanwijzingen" voor bemoeienis zijn, maar dat hij de inhoud van interne documenten over de zaak niet openbaar wil maken. Die documenten hebben betrekking op overleg tussen oud-minister Opstelten en de toenmalige baas van het OM, Herman Bolhaar.
"Volgens Grapperhaus is er geen bewijsstuk gevonden van formele aanwijzingen van Opstelten", zegt Knoops. "Daar moet je inderdaad een document voor vinden. Maar je kunt natuurlijk ook op andere manieren kenbaar maken dat je het prettig vindt als iemand wordt vervolgd."
Kern van de rechtstaat
Verslaggever Ron Fresen noemt de kwestie tamelijk ernstig. "Dit gaat over de kern van de rechtstaat in Nederland. De scheiding der machten, de politiek bemoeit zich niet met de rechter."
Ook Fresen haalt de ontkenning van minister Grapperhaus aan. "Hij zegt dat er geen formeel bewijs voor is, maar het wordt zo langzamerhand wel steeds lastiger om dat geloofwaardig te blijven volhouden. Het is niet meer boven elke twijfel verheven."
Overleggen
Dat er regelmatig overleg was tussen Opstelten en de OM-top, was overigens al langer bekend. Afgelopen november antwoordde minister Grapperhaus nog op vragen van PVV-leider Wilders dat er van een overleg op 2 april 2014 een korte aantekening bestaat, die luidt: "Wilders - procedure besproken - 1000 aangiften".
"Maar in de brief van gisteren wordt gesproken over nóg een overleg", zegt Knoops. Grapperhaus noemt een overleg op 25 september 2014. "Er is nogal een verschil tussen één of twee overleggen", vindt Knoops. "Dat roept vragen op."
Een woordvoerder van het ministerie van Justitie laat weten dat het overleg van 25 september 2014 inderdaad niet eerder door Grapperhaus is genoemd, omdat daar in november niet expliciet naar werd gevraagd. "Er is toen alleen gevraagd naar overleggen tussen maart 2014 en het moment dat besloten werd om Wilders te vervolgen. Dat was vóór 25 september."
Gevolgen
Verder wil de woordvoerder niet inhoudelijk op de kwestie reageren, omdat het gaat om een lopende strafzaak. Als uiteindelijk toch vast komt te staan dat Opstelten als minister het OM heeft beïnvloed, kan dat grote gevolgen hebben voor het proces.
Het OM heeft bemoeienis van Opstelten altijd ontkend.
ChristenUnie-Kamerlid Nico Drost zegt dat een minister zich niet mag bemoeien met de beslissing van het OM om iemand wel of niet te vervolgen en dat dit in deze zaak terecht vragen zou oproepen. "De beantwoording van deze vragen zijn voor de ChristenUnie nu voldoende. Het staat Wilders' advocaat vrij om in de strafzaak te verzoeken om verdere informatie, zodat de rechter deze informatie kan betrekken bij een beslissing", zegt Drost.
Getuigen
Op 25 juni begint de inhoudelijke behandeling van het hoger beroep dat Wilders heeft aangespannen. Daarbij mag de PVV-leider Opstelten en Bolhaar als getuigen oproepen. Het gerechtshof kan ook bepalen dat de interne documenten die Grapperhaus nu niet openbaar wil maken, wel aan het strafdossier moeten worden toegevoegd.