Waarom de meeste Nederlanders niet stemmen voor het Europees Parlement
"Ik kan niet begrijpen waarom iemand zou denken dat we daar enige invloed op hebben." De verkiezingen voor het Europees Parlement staan voor de deur, maar dit citaat van een kinderdagverblijfdirecteur (die anoniem wil blijven) is veelzeggend over de vaak lage opkomst bij Europese verkiezingen. Nog geen vier op de tien Nederlanders met een stempas ging de vorige keer naar de stembus.
Geen andere verkiezingen in Nederland hebben zo'n lage opkomst als de Europese. In dit artikel geven drie niet-stemmers hun belangrijkste argumenten om op 23 mei hun stempas in de envelop te laten. En we proberen te duiden waarom veel mensen die keuze maken.
In deze grafiek zie je dat de gemiddelde opkomst in de EU al jaren daalt:
1: 'Ik heb het gevoel dat democratie verdampt in Brussel'
Mohit Singh is een 23-jarige Rotterdammer en hij heeft geen vertrouwen in het Europees Parlement. Wantrouwen tegenover de politiek, de Europese maar ook in het algemeen, is het belangrijkste argument voor het grootste deel van de niet-stemmers, bleek uit een peiling onder 27.331 Europeanen tijdens de vorige verkiezingen door onderzoeksbureau TNS.
"Als je niet gaat stemmen, dan verandert er ook niets, dat is waar", zegt Singh. "Maar dan denk ik weer: je kunt wel stemmen voor de ideale kandidaat bij een nationale partij, maar die moet weer samenwerken met andere partijen in andere landen. Je weet dus niet wat de compromissen worden - en wat er gebeurt in die achterkamertjes."
Die achterkamertjes zijn een realiteit in het Europees Parlement. Eindonderhandelingen over nieuwe wetgeving gebeuren bijvoorbeeld achter gesloten deuren. Vertegenwoordigers uit het EP, de Europese Commissie (EC) en de Europese Raad stellen samen dan als het ware een eindvoorstel op. Daar moet het EP in het openbaar nog over stemmen, dus het eindbesluit is democratisch, maar critici hekelen de gesprekken achter gesloten deuren.
Bijna een op de drie Nederlanders heeft geen vertrouwen in het EP, concludeerde I&O Research eind vorig jaar. Terwijl het parlement de laatste decennia steeds meer invloed heeft gekregen op Europese besluitvorming. Het stemt over wetsvoorstellen, heeft invloed op de EU-begroting en controleert de Commissie en de Europese Raad.
2: 'Er is te veel bemoeienis vanuit Brussel'
Elly Geijteman (63) uit Utrecht hekelt dat het Europees Parlement "de touwtjes in handen wil hebben". Als voorbeeld geeft ze het Europese verbod op pulsvissen. Geijteman vindt het onzin dat Nederlandse vissers daarmee moeten stoppen. "Nederland komt met innovatie en dat wordt botweg afgekeurd. Het EP bemoeit zich te veel met alle landen."
46 procent van de kiezers vindt dat de instellingen van de EU, zoals het EP, te veel macht hebben, blijkt uit het recente I&O-onderzoek. Eveneens bijna de helft van de stemgerechtigden vindt dat de Europese integratie, de uitbreiding van de EU en de eenwording van de lidstaten, te ver is gegaan.
Maar I&O concludeert ook dat de grote meerderheid (73 procent) tegenstander is van een nexit. En als het gaat om grensoverschrijdende thema's, zoals veiligheid of de vluchtelingenproblematiek, dan is het leeuwendeel van de Nederlanders voorstander van Europese samenwerking.
En als je benieuwd bent waarom pulsvisserij verboden werd: dat was een op emotie verloren politieke strijd tussen Nederland en Frankrijk.
3: 'Het is een té ver-van-mijn-bedshow'
Onbekend maakt onbemind. De gemiddelde Nederlander weet niet of nauwelijks wat het Europees Parlement is of wat het doet. Singh: "Mijn belangrijkste reden is dat het een té ver-van-mijn-bedshow is. Je hoort niet zo vaak over wat er in het EP wordt besproken. Het blijft heel vaag hoe het werkt en waarvoor ik stem. Dan is het een soort protest om niet te stemmen: hier ben ik het niet mee eens."
Onbekendheid speelt ook voor de personen op de kieslijst. De lijsttrekkers van de Nederlandse partijen zijn zelfs bij hun achterban grotendeels onbekend. Zo wist 10 procent van de VVD'ers dat Malik Azmani bovenaan de kieslijst van de partij stond.
Wil je weten hoe het Europees Parlement werkt, welke Nederlandse partijen meedoen en wie de lijsttrekkers zijn? Het antwoord op deze en andere vragen over de verkiezingen vind je hier:
4: 'Het is een geldverslindende organisatie'
De bureaucratie en het prijskaartje zijn twee associaties die kleven aan Europees Parlement. "Het is een geldverslindende organisatie", zegt Geijteman. "Al dat onnodige heen-en-weer gereis tussen Straatsburg en Brussel. Dan denk ik: dat geld kan toch beter worden besteed?"
De maandelijkse verhuizing van 751 Europarlementariërs en hun personeel van Brussel naar Straatsburg, of andersom, is uitgegroeid tot een symbool van inefficiëntie. Het kost jaarlijks 114 miljoen euro, berekende de Rekenkamer in 2014. Weggegooid geld en verspilde tijd, vinden ook sommige Europarlementariërs zelf. Maar zolang Frankrijk geen afstand wil doen van het parlement in Straatsburg, komt er geen einde aan.
"Het is niet goed voor het klimaat, het is tijdverlies en het is inefficiënt", zegt Hendrik Vos, hoogleraar aan het centrum voor EU-studies in Gent. "Maar je moet het terugbrengen tot ware proporties." Het jaarlijkse budget voor het EP is 1,95 miljard euro. Delen door 28 is ruwweg 69 miljoen euro per lidstaat. Delen door het aantal Nederlanders, 17 miljoen, is zo'n 4 euro per persoon per jaar. Dat gaat dus alleen om de kosten van het parlement, niet van de andere Europese instellingen.
Zo'n 66 procent van het jaarbudget van het Europees Parlement gaat op aan tolken (24 talen), salarissen en personeelskosten van de duizenden medewerkers en Europarlementariërs. "De lonen zijn hoog voor Europese ambtenaren en parlementariërs", zegt Vos. "Maar je wilt ook knappe koppen uit de hele unie aantrekken."
5: 'Je stem wordt toch niet gehoord'
Dit is de voornaamste reden voor een 55-jarige vrouw uit het zuiden van Nederland om niet te stemmen. Ze wil vanwege haar functie als directeur van een kinderdagverblijf niet met haar naam op internet, vertelt ze telefonisch. "Ik denk dat het heel duidelijk is: we hebben bij die Europese verkiezingen helemaal niets in de melk te brokkelen. Nederland is een piepklein land dat dingen opgelegd krijgt. Eerst was ik wel een voorstander van de EU, onder de voorwaarde dat iedereen gelijk was. Maar dat is niet zo. Je stem wordt toch niet gehoord."
Mijn stem verandert niets, zei ook 10 procent van Nederlandse deelnemers aan het TNS-onderzoek bij de vorige verkiezingen. Één stem op ruim 426 miljoen kiesgerechtigden heeft volgens deze groep geen zin.
De invloed van de 26 Nederlandse Europarlementariërs is natuurlijk beperkt op een totaal van 751. Dat is onvermijdelijk voor een land met relatief weinig inwoners, vergeleken met bijvoorbeeld Duitsland of Frankrijk. Maar je kunt het ook omdraaien: twintig EU-landen hebben minder inwoners dan Nederland. Zo bekeken is Nederland geen kleine speler.
Vos betoogt dat het achterliggende probleem niet is dat één stem niet wordt gehoord, maar juist dat àlle stemmen worden gehoord. Van de uiterst linkse flank in Griekenland tot de meest rechtse partij in Zweden. "Dat is een democratie met 28 lidstaten en maakt samenwerking soms zo moeizaam."
De niet-stemmers zal dit argument van de politicoloog worst wezen. Singh, Geijteman en de vrouw uit het kinderdagverblijf weten het zeker: die stempas verlaat het huis alleen in de papierbak.