ProRail: spoor kan tot 2030 blijven groeien, maar is daarna vol
ProRail-topman Pier Eringa waarschuwt dat het kabinet ambitieuzer moet zijn als het gaat om het Nederlandse spoorwegnetwerk. Volgens de directeur van de spoorbeheerder kan het spoor met de huidige infrastructuur tot 2030 blijven doorgroeien, maar is het spoor daarna vol en zijn veel meer maatregelen nodig.
Staatssecretaris Van Veldhoven kondigde in februari aan dat in 2040 tussen negen grote steden elke 10 minuten een trein moet rijden. Volgens ProRail kan dat sneller en moeten er bovendien meer treinen kunnen rijden.
Het bedrijf wil dat in 2030 "met relatief kleine aanpassingen" in de Randstad en omgeving acht treinen per uur rijden. Dat kan, zegt de spoorbeheerder, door het optimaal benutten van de bestaande infrastructuur en nieuwe technieken.
Niet alleen in de Randstad profiteren mensen daarvan: ook de reistijd naar de rest van Nederland neemt dan af. Van België naar Zeeland met bijvoorbeeld een half uur.
Te druk
"De mobiliteitsgroei gaat gewoon harder dan iedereen denkt", zei Eringa in het programma 1 op 1 op NPO Radio 1. "We zeggen nu: mensen, let op. Goed dat er plannen zijn en dat er ambitie is voor de toekomst, maar het gaat altijd sneller dan je denkt. Kom op tijd met je ambities en ga ook op tijd uitvoeren, want anders sukkelen we achter de feiten aan. En dat is niet mijn hobby."
ProRail zegt de afgelopen jaren veel geïnvesteerd te hebben om capaciteit van het spoor uit te breiden. Rond Utrecht Centraal zijn honderd wissels weggehaald, op drukke trajecten zijn sporen verdubbeld en veel stations zijn uitgebreid. Al die maatregelen zijn, in combinatie met een aantal aanvullende maatregelen, genoeg om tot 2030 vooruit te kunnen met meer treinen. Maar daarna niet meer.
"Onze deskundigen zeggen: het wordt straks zó druk op het spoor, dat we in de problemen komen met de lengte van treinen", zegt Eringa. "De treinen worden zó lang, dat ze niet meer langs het perron kunnen komen. Op een gegeven moment kúnnen de treinen niet langer worden en redden we het met dubbeldekkers ook niet." Hij denkt daarom aan een metro-achtig systeem. "De trein hoeft dan niet superlang te zijn, want hij komt heel vaak."
Ontvlechten
Wordt de trein na 2030 nóg populairder, dan moet er wel fors geïnvesteerd worden. Het gaat bijvoorbeeld om het verhogen van de spanning op de bovenleiding (van 1500 V naar 3000 V), waardoor treinen sneller en vaker kunnen optrekken. Andere oplossingen zijn de landelijke invoering van het nieuwe Europese spoorbeveiligingssysteem ERTMS, de komst van automatische treinen en het 'ontvlechten' van het spoor, waarbij een deel van het spoornetwerk opnieuw moet worden ingedeeld en losgekoppeld wordt van andere delen van de infrastructuur.
Hoeveel geld er nodig is voor de plannen van Eringa is niet bekend. Dat hangt volgens hem af van de maatregelen die worden genomen. Wel spreekt de ProRail-topman van een "miljardeninvestering".