Dat Gökmen T. niet vastzat 'juridisch juist, menselijk verschrikkelijk'
Fred van der Winkel, de president van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, noemt de vrijlating van Gökmen T. juridisch juist, maar "met de kennis van nu een nachtmerrie".
T., die vastzit voor de aanslag in een Utrechtse tram, was sinds 1 maart onder voorwaarden op vrije voeten omdat hij voor het gerechtshof had beloofd om mee te werken aan een persoonlijkheidsonderzoek.
Dat deed hij in de verkrachtingszaak waarin hij was verwikkeld.
'Achteraf vreselijke beslissing'
Volgens gerechtshofpresident Van der Winkel was het besluit T. vrij te laten juridisch juist.
"Het is in het Europese recht zo dat je voor onschuldig wordt gehouden tot je bent veroordeeld. Dus het is al bijzonder dat iemand vastzit terwijl hij nog niet is veroordeeld. Daar zijn ook allerlei gronden aan verbonden en eisen aan gesteld, waar we heel zorgvuldig naar kijken", zegt Van der Winkel.
"Deze man heeft beloofd dat hij zich aan de voorwaarden zou houden en dat is door de raadsheren geloofd. Iedereen was het er ook mee eens. Van het OM tot de rechter. De rechter heeft hem zelfs nog een keer laten komen om hem diep in de ogen te kunnen kijken. Achteraf is het vanuit menselijk oogpunt natuurlijk een vreselijke beslissing geweest."
Hij denkt ook niet dat het te voorkomen was. Van der Winkel: "Dit komt heel vaak voor. Dat mensen terugvallen, een nieuwe kans krijgen. En weer terugvallen, om weer een nieuwe kans te krijgen."
Bekijk het gesprek met Van der Winkel:
Gisteren, na T.'s arrestatie, werd al duidelijk dat hij een fors strafblad had. De rechtbank Midden-Nederland meldde vandaag dat T. deze maand nog voor de rechter stond voor een winkeldiefstal en een inbraak in 2018.
Voor de winkeldiefstal kreeg hij twee weken cel waarvan de helft voorwaardelijk; de inbraak leverde hem vier maanden gevangenisstraf op. Omdat hij tegen die veroordelingen nog hoger beroep kon instellen, zat hij niet vast.